‘Nederland investeerde twee keer zoveel in wegen als in spoor’
Nederland en andere Europese landen hebben in de afgelopen decennia aanzienlijk meer geld geïnvesteerd in hun wegen dan in het spoor. Gemiddeld werd zo’n twee derde meer uitgegeven aan het aanleggen en uitbreiden van wegen dan aan het bouwen en verbeteren van spoorlijnen, becijferen het Wuppertal Instituut en transportdenktank T3 in een rapport.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Greenpeace. Volgens de onderzoekers viel de verhouding in Nederland nog veel meer ten gunste van asfalt uit. Tussen 1995 en 2018 werd hier bijna 47 miljard euro in wegen gestoken en ruim 22 miljard in het spoor. In het wegennetwerk werd hier dus ruim twee keer zoveel geld geïnvesteerd als in de spoorwegen, zeggen de opstellers van het rapport.
Veel Europese landen hebben in de onderzoeksperiode meer spoor gesloten dan bijgebouwd. Het totale spoornetwerk kromp volgens de onderzoekers met 6,5 procent sinds 1995. In landen als Frankrijk en Duitsland lag dat percentage boven de 10 procent. Vooral in landelijk gebied verdwenen lijnen en stations. Tegelijkertijd kwam er in de Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk 30.000 kilometer aan wegen bij, een toename van zo’n 60 procent.
In Nederland groeide zowel het wegennetwerk als het spoor. Ten opzichte van 1995 is er ruim een kwart aan wegen bij gekomen. Het land kreeg er tevens 12 procent aan spoor bij. Alleen Spanje en Kroatië breidden hun spoornetwerken relatief nog meer uit, met zo’n 14 procent.
‘Neem spoorlijnen in gebruik’
Opdrachtgever Greenpeace stelt dat het Europese spoor in diverse regio’s “in een desolate staat” verkeert. De milieuorganisatie vindt dat het sluiten van regionale lijnen en stations moet stoppen en gesloten spoorlijnen weer in gebruik genomen moeten worden.
Lees ook: