Hoewel de bouwsector aanvankelijk weinig last had van de coronacrisis, zal een flinke dip niet uitblijven. ABN Amro verwacht dat de volumes in de bouw volgend jaar gemiddeld met 3 procent zullen dalen. De grond-, weg- en waterbouw (-2,5 procent) en de utiliteitsbouw (-4 procent) krijgen de zwaarste klappen volgens de prognoses van de bank.

ABN Amro heeft de prognose voor 2021 naar beneden bijgesteld. In eerste instantie leken de gevolgen voor de bouw mee te vallen. De productie daalde weliswaar tijdens de lockdown, maar die werd weer gecompenseerd door een productiegroei in de maanden januari, maart en juni. ‘Een achtbaan’, zo omschrijft de bank de sterke afwisseling van groei en krimp de afgelopen periode.

De bank voorziet nu dat de bouw volgend jaar de impact van de crisis pas echt zal merken omdat dan langetermijneffecten als achterblijvende investeringen, oplopende werkloosheid en minder steun van de overheid zwaarder zullen wegen. Middelgrote bouwers hebben er relatief het meeste last van omdat zijn veel nieuwbouwprojecten onder handen hebben, die een hoop last hebben van de dalende economie.

Prinsjesdag

Vooral de uitvoerende onderdelen binnen de keten krijgen met die daling te maken. Voor de hele bouw voorspelt ABN Amro een daling van 3 procent. De utiliteitsbouw wordt volgens die prognose het zwaarste getroffen met een terugval van 4 procent. Daarna volgen de GWW met een daling van 2,5 procent en de woningbouw met 2 procent. Over de schakels aan het begin van de keten, zoals architecten, ingenieurs en toeleveranciers, is de bank optimistischer. Voor deze sectoren is er sprake van een beperkte krimp of zelfs lichte groei.

De maatregelen die het kabinet op Prinsjesdag aankondigde voor de infrasector en de woningbouw zijn volgens de bank een eerste stap naar herstel. Tegelijkertijd zijn de maatregelen om de stikstofproblemen aan te kondigen te beperkt, meent ABN Amro. Zo is er 100 miljoen euro uitgetrokken om de bouw schoner te maken. De bank ziet dat nog niet op korte termijn gebeuren. Het vergt immers veel innovatie en het aanbod aan elektrisch materieel is nog niet zo groot. Het kost dus tijd om de uitstoot omlaag te krijgen.

Niet genoeg

Wat wel helpt om de gevolgen van de crisis te beperken zijn de 2 miljard euro aan investeringen in infrastructuur en rijksvastgoed die naar voren gehaald zijn en de toegezegde gelden om de woningbouw te versnellen. Het is echter niet genoeg om krimp te voorkomen, zegt Madeline Buijs, senior sectoreconoom Bouw en Vastgoed van ABN Amro. “Er zijn verschillende positieve maatregelen genomen om de bouw een impuls te geven. Hier staat tegenover dat andere stappen uitblijven die de sector er op langer termijn bovenop kunnen helpen.”