Als de veertien wegenbouwprojecten die eerder dit jaar werden gepauzeerd blijven stilstaan, wordt er in 2040 negen tot dertien procent meer file verwacht. Ook zou het vrachtverkeer in Nederland naar schatting vijftig tot honderd miljoen euro meer verlieskosten maken. Dat blijkt uit een op maandag gepubliceerde analyse van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

In de analyse worden de gevolgen uiteengezet van het stilleggen van de veertien wegenbouwprojecten. “Lokaal leidt het tot een sterke verslechtering van de doorstroming op het hoofdwegennet”, valt te lezen in de conclusie. “Maar op nationaal niveau is de impact relatief beperkt.”

De schattingen over hoeveel file er precies zou staan in 2040 lopen sterk uiteen. In het meest optimistische scenario zijn bestuurders 22 procent minder uren kwijt aan file dan in 2018, in het meest pessimistische scenario juist 169 procent meer.

Voor het vrachtverkeer worden er door de files extra verlieskosten verwacht. In het meest optimistische scenario gaat het in 2040 om 50 miljoen euro meer dan wanneer de projecten zouden doorgaan, in het meest pessimistische scenario om 100 miljoen euro meer.

Gepauzeerde projecten

Een greep uit de gepauzeerde projecten zijn de A9 Rottepolderplein, de A58 tussen Breda en Tilburg en de A15 tussen Papendrecht en Gorinchem. In sommige gevallen gaat het om een wegverbreding, in andere gevallen moeten de mogelijke opties voor de verbetering van het traject nog worden verkend.

In het rapport van het ministerie wordt berekend dat alle projecten samen optellen tot een uitbreiding van 2,5 procent van het volledige hoofdwegennet. “Binnen die 2,5 procent vindt de impact plaats. Op 97,5 procent van het hoofdwegennet verandert er niets, afgezien van enkele lokale netwerkeffecten.”

Redenen voor bouwstop

Toen minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat afgelopen juni bekendmaakte dat de projecten werden gepauzeerd, vertelde hij dat het besluit was genomen vanwege stijgende prijzen, personeelstekorten en een gebrek aan stikstofruimte.

De budgetten die eerder waren vrijgemaakt voor de projecten zouden hard nodig zijn voor de “broodnodige” onderhoudsopgave in Nederland. Eerder in het jaar zei Habers al dat werkzaamheden voor het onderhoud van infrastructuur minder vaak in de weg werden gezeten door stikstofregels dan werkzaamheden voor de aanleg van infrastructuur.

Ondanks het pauzeren van de projecten is het nog steeds mogelijk dat ze tegen 2040 zijn afgerond, zegt een woordvoerder van het ministerie op maandag tegenover het ANP. “Dat hangt ook af van de keuzes van een volgend kabinet.”

Lees ook:

• Bouwprojecten in Brabant kunnen onder voorwaarden toch beginnen
• Gelderland overweegt bedrijven uit te kopen voor stikstofruimte spoorbouw