De vakbond CNV Vakmensen is “voorzichtig positief” over het eindbod dat de werkgeversorganisaties vorige week hebben neergelegd voor de cao bouw en infra. Ondanks “wat mindere punten” ziet CNV-onderhandelaar Gijs Lokhorst perspectief.

Lokhorst, die in de afgelopen weken namens medewerkers in de bouw en infra aan de onderhandelingstafel zat, is met name positief over het loonbod, zegt hij op woensdag in een persbericht. “Ook het voorstel om de zwaarwerkregeling met vijf jaar te verlengen is passend. Maar voor uitvoerend technisch administratief (UTA)-medewerkers had er wel wat meer in mogen zitten. We gaan in de komende weken aan onze leden vragen of zij het voldoende vinden.”

Stemmen tellen

Dat laatste is een logisch gevolg van het eindbod, legt onderhandelaar Hans Crombeen van de vakbond FNV tegenover Infrasite uit. “Door het eindbod op tafel te leggen geven de werkgevers het signaal dat ze niet meer verder willen onderhandelen. Het is dan aan de vakbonden om hun leden op het eindbod te laten stemmen, of het eindbod te verwerpen en hun leden op te roepen tot actie.”

Zowel de FNV en CNV vinden het eindbod goed genoeg om een stemmentelling te starten, maken beide vakbonden deze week bekend. Volgens de vakbonden worden hun leden in de komende tijd “neutraal” over het eindbod geïnformeerd. “Als zij ermee instemmen, dan is er een nieuwe cao”, aldus onderhandelaar Lokhorst. “Zo niet, dan beraden we ons op vervolgstappen.” Voor de FNV betekent dat bijvoorbeeld actievoeren, geeft onderhandelaar Crombeen aan.

Loonbod

Net zoals de CNV reageert ook Crombeen niet negatief op het loonbod van de werkgevers. Dit loonbod bestaat uit twee salarisverhogingen van 3,5 procent plus 50 euro extra per maand. De eerste verhoging zou ingaan op 1 januari 2024 en de tweede op 1 juli 2024. Afhankelijk van iemands startsalaris komt het neer op een stijging van 8,8 procent tot 10,9 procent over heel het jaar, berekent Crombeen.

George Raessens, die niet namens de vakbonden, maar namens de werkgevers aan de onderhandelingstafel zat, noemt het loonbod “historisch hoog” in een reactie op de website van Bouwend Nederland, waar het volledige eindbod terug te lezen is.

De stijging wijkt niet veel af van de tien en acht procent die de vakbonden in oktober voorstelden, vindt FNV-onderhandelaar Crombeen. Maar van de automatische inflatiecorrectie en vijf procent loonsverhoging die zijn vakbond vanaf 2025 voor ogen had, is in het eindbod niets terug te zien.

Dat komt volgens Crombeen omdat de werkgevers fel tegen een automatische inflatiecorrectie waren, waarop de werkgevers zouden hebben besloten om verder te praten over een cao-periode van één jaar in plaats van twee jaar. Dit betekent dat, als het huidige eindbod de nieuwe cao wordt, er in de tweede helft van volgend jaar weer zal worden onderhandeld voor de volgende cao, die in dat geval in 2025 moet ingaan.

UTA-medewerkers

Ondanks de “voorzichtig positieve” reactie op het loonbod zegt CNV-onderhandelaar Lokhorst niet helemaal tevreden te zijn met het eindbod. Dat zit hem met name in de arbeidsvoorwaarden van UTA-medewerkers, geeft de onderhandelaar aan. Die zouden achterlopen op de arbeidsvoorwaarden van bouwplaatsmedewerkers.

“Ook in dit eindbod wordt dat gat, ondanks een toezegging over de maximale arbeidsduur, nauwelijks gedicht”, aldus Lokhorst. “Wij hadden bijvoorbeeld graag afspraken gemaakt over reistijdvergoedingen voor medewerkers die tussen verschillende bouwplaatsen pendelen. Hoewel de werkgevers aangeven in de komende periode over harmonisatie van arbeidsvoorwaarden te willen praten, voelen ze daar op dit moment nog weinig voor.”

Wat UTA-medewerkers betreft zegt ook FNV-onderhandelaar Crombeen niet tevreden te zijn. Na een eerder cao-voorstel van de werkgevers in november noemde hij de arbeidsvoorwaarden voor hen “een klap in het gezicht“. Nu het eindbod is bekendgemaakt blijft de onderhandelaar bij zijn woorden, vertelt hij deze week tegenover Infrasite.

De pijn van Crombeen zit hem onder andere in de overwerkregeling voor UTA-medewerkers in het eindbod. De werkgevers zeggen namelijk bereid te zijn om de bestaande overwerkregeling uit te breiden naar schaal vier, vijf en zes, maar een van de voorwaarden om vergoed te worden is dat het salaris van een medewerker onder een bepaalde grens valt. “Dat kan niet zo”, vindt Crombeen. “Mocht je een paar euro’s meer verdienen dan de grens, dan zou je alsnog niet betaald krijgen voor overwerk.”

De werkgevers zeggen op hun beurt “teleurgesteld” te zijn in de reacties van de vakbonden op het eindbod. “Dit voorstel is, rekening houdend met de verwachte ontwikkelingen in de sector, absoluut het onderste uit de kan. Het bevat meerdere tegemoetkomingen op het gebied van regelingen voor UTA-personeel”, aldus onderhandelaar George Raessens van de werkgevers op de website van Bouwend Nederland.

Lees ook:

• Lees hier al het nieuws van Infrasite over de cao-onderhandelingen tot nu toe
• Bouwend Nederland wil in gesprek met nieuwe fracties