Het waren mooie woorden, zegt branchevereniging Bouwend Nederland over de troonrede van de koning. “Maar helaas bieden ze onvoldoende oplossingen voor de problemen met de woningbouw en infrastructuur in ons land. Er moet minder worden gepraat en meer worden gedaan.”

Dat laat voorzitter Arno Visser van Bouwend Nederland deze week weten in een reactie op Prinsjesdag. “Als we de goede en betaalbare huizen willen bouwen, als we ons elektriciteitsnet willen versterken om zo de klimaatdoelen te halen, en als we de infrastructuur veilig willen houden, dan moet het kabinet vooral overgaan tot uitvoering. Dus minder praten en meer doen.”

Visser roept de regering onder andere op om te focussen op het uitvoeren van woningbouwplannen. “En niet op regels die de bouw van nieuwe huizen juist belemmeren. Laten we doorgaan met de aanpak van piekbelasting om zo de stikstofuitstoot te verminderen. Dat schept ruimte om de nieuwe huizen te bouwen, onze energievoorziening te verduurzamen en om Nederland veilig en bereikbaar te houden”, aldus de voorzitter op de website van de branchevereniging.

Twee miljard minder voor infra

Naast een toespraak van de koning staat Prinsjesdag elk jaar in het teken van begrotingen. Op de dag delen alle ministeries hun financiële plannen voor het volgende jaar. Voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zetten bezuinigingen dit keer de toon. Tot en met 2036 is er bijna twee miljard euro minder beschikbaar voor wegen, spoor en vaarwegen. Daarom heeft het ministerie besloten een streep te trekken door een groot deel van het geld dat eerder was gereserveerd voor de uitbreiding van de Noord-Zuidlijn.

Lees ook:

• Ministerie stopt bijna €100 miljoen in laadpunten en elektrisch materieel
• Oorzaak kabelbreuk Maasdeltatunnel bekend: ‘We hebben het onderschat’