Hoogspanningsmast

Netbeheerders: infrastructuur elektriciteit fors uitbreiden

Foto: ProMedia / Dylan Metselaar

Een klimaatneutraal energiesysteem in 2025 is haalbaar, maar daar is veel voor nodig en er moet nu al werk van worden gemaakt. Zo moet de infrastructuur voor elektriciteit fors worden uitgebreid. Ook is er meer snelheid en langetermijnperspectief nodig. Dat zeggen de Nederlandse netbeheerders, gebaseerd op hun ‘Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050’.

Het onderzoek geeft antwoord op een aantal vragen, waaronder hoe de energietransitie in Nederland zich tussen 2030 en 2050 kan ontwikkelen. Ook is gekeken naar welke aanpassingen aan de infrastructuur nodig zijn om de verschillende scenario’s mogelijk te maken en wat dat betekent voor ruimtegebruik, kosten, planning en uitvoerbaarheid van de transitie. Deze eerste verkenning is ook een uitnodiging aan andere betrokkenen om mee te denken over deze grote vraagstukken. Het onderzoek is gedaan door Netbeheer Nederland en haar leden Gasunie, Coteq, TenneT, Enduris, Enexis, Alliander, Rendo, Stedin en Westland Infra.

Aan groeiende vraag voldoen

In totaal geeft het rapport zes hoofdconclusies. De infrastructuur voor elektriciteit moet zeer fors worden uitgebreid, er is een landelijk dekkend waterstoftransportnetwerk nodig en er moet infrastructuur voor warmte en CO2 worden aangelegd, zo luidt één van de bevindingen. Die uitbreiding is nodig om aan de groeiende vraag naar energie te kunnen voldoen. Daarnaast moeten er voor alle energiedragers flexibiliteitsmiddelen zijn of komen. Overschotten in elektriciteit kunnen dan worden opgeslagen voor tijden van schaarste, zodat ook wordt ingespeeld op de weersafhankelijkheid van energie uit water, wind en zon.

De kosten en benodigde ruimte voor zowel die middelen als de infrastructuur nemen in zeer sterke mate toe, zo luidt een andere uitkomst van de verkenning. De locatiekeuze is daarbij van groot belang en er is meer snelheid geboden, want nu al ontstaan er knelpunten. Bij het opvoeren van de snelheid en de strategische keuzes die daarbij horen, speelt ook de beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd personeel een rol. Tot slot stelt het onderzoek dat een perspectief voor de lange termijn noodzakelijk is om de transitie tot een goed einde te brengen.

Aanbevelingen

Bij die bevindingen laten de netbeheerders het uiteraard niet. Op basis van deze en andere verkenningen moet onder meer duidelijk worden welke knopen er doorgehakt moeten worden en waar nieuw onderzoek of aangepaste regelgeving voor nodig is. De netbedrijven doen de volgende aanbevelingen om een haalbaar en efficiënt ontwerp van het nieuwe energiesysteem mogelijk te maken.

  • “Voor de zeer forse uitbreiding en aanpassing van energieinfrastructuur zijn extra investeringen van belang”, schrijven de netbeheerders. Dan gaat het om elektriciteitsnetten, maar ook infrastructuur voor waterstof. Extra geld maakt grootschalige projecten en investeringen voor de lange termijn mogelijk.
  • De al genoemde flexibiliteitsmiddelen zijn grotendeels nog toekomstmuziek, dus de beheerders vinden het belangrijk dat de markt wordt gestimuleerd om te investeren in ontwikkeling ervan.
  • “De kosten voor infrastructuur voor elektriciteit zijn aanzienlijk en het is dus lonend om aanleg zo efficiënt mogelijk te realiseren.” Over waar welke infrastructuur moet komen, willen de netbedrijven graag in gesprek met gemeenten, provincies en projectontwikkelaars.
  • Er moet een strategisch besluit genomen worden over de kosten en baten. Die zijn in alle scenario’s min of meer gelijk, maar de opbouw van die kosten en het gebruik van de ruimte verschillen sterk per geval.
  • De netbeheerders vragen verder om overheden die de regie voeren en beslissingen nemen als het om de energietransitie gaat.

Veel kennis ontbreekt nog

Hoewel de ‘Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050’ zeker geen eindpunt is, vormen de bevindingen voor de netbeheerders wel aanleiding om nu al investeringsplannen te gaan maken. Ze gaan ook aan de slag met trajecten die ze als ‘no regret’-maatregelen omschrijven. Die hebben dan betrekking op de ontwikkeling van infrastructuur voor waterstof en voorstudies naar concrete acties om het stroomnet sterker te maken. De verkenning geeft volgens de netbeheerders veel inzichten, maar laat ook zien welke kennis ontbreekt die samen met alle betrokkenen opgedaan zou moeten worden. Het hele rapport kan hier worden ingezien.

Lees ook: Bouwen met elektrische machines? Vergeet de stroomvoorziening niet

Auteur: Vincent Krabbendam

Netbeheerders: infrastructuur elektriciteit fors uitbreiden | Infrasite
Hoogspanningsmast

Netbeheerders: infrastructuur elektriciteit fors uitbreiden

Foto: ProMedia / Dylan Metselaar

Een klimaatneutraal energiesysteem in 2025 is haalbaar, maar daar is veel voor nodig en er moet nu al werk van worden gemaakt. Zo moet de infrastructuur voor elektriciteit fors worden uitgebreid. Ook is er meer snelheid en langetermijnperspectief nodig. Dat zeggen de Nederlandse netbeheerders, gebaseerd op hun ‘Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050’.

Het onderzoek geeft antwoord op een aantal vragen, waaronder hoe de energietransitie in Nederland zich tussen 2030 en 2050 kan ontwikkelen. Ook is gekeken naar welke aanpassingen aan de infrastructuur nodig zijn om de verschillende scenario’s mogelijk te maken en wat dat betekent voor ruimtegebruik, kosten, planning en uitvoerbaarheid van de transitie. Deze eerste verkenning is ook een uitnodiging aan andere betrokkenen om mee te denken over deze grote vraagstukken. Het onderzoek is gedaan door Netbeheer Nederland en haar leden Gasunie, Coteq, TenneT, Enduris, Enexis, Alliander, Rendo, Stedin en Westland Infra.

Aan groeiende vraag voldoen

In totaal geeft het rapport zes hoofdconclusies. De infrastructuur voor elektriciteit moet zeer fors worden uitgebreid, er is een landelijk dekkend waterstoftransportnetwerk nodig en er moet infrastructuur voor warmte en CO2 worden aangelegd, zo luidt één van de bevindingen. Die uitbreiding is nodig om aan de groeiende vraag naar energie te kunnen voldoen. Daarnaast moeten er voor alle energiedragers flexibiliteitsmiddelen zijn of komen. Overschotten in elektriciteit kunnen dan worden opgeslagen voor tijden van schaarste, zodat ook wordt ingespeeld op de weersafhankelijkheid van energie uit water, wind en zon.

De kosten en benodigde ruimte voor zowel die middelen als de infrastructuur nemen in zeer sterke mate toe, zo luidt een andere uitkomst van de verkenning. De locatiekeuze is daarbij van groot belang en er is meer snelheid geboden, want nu al ontstaan er knelpunten. Bij het opvoeren van de snelheid en de strategische keuzes die daarbij horen, speelt ook de beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd personeel een rol. Tot slot stelt het onderzoek dat een perspectief voor de lange termijn noodzakelijk is om de transitie tot een goed einde te brengen.

Aanbevelingen

Bij die bevindingen laten de netbeheerders het uiteraard niet. Op basis van deze en andere verkenningen moet onder meer duidelijk worden welke knopen er doorgehakt moeten worden en waar nieuw onderzoek of aangepaste regelgeving voor nodig is. De netbedrijven doen de volgende aanbevelingen om een haalbaar en efficiënt ontwerp van het nieuwe energiesysteem mogelijk te maken.

  • “Voor de zeer forse uitbreiding en aanpassing van energieinfrastructuur zijn extra investeringen van belang”, schrijven de netbeheerders. Dan gaat het om elektriciteitsnetten, maar ook infrastructuur voor waterstof. Extra geld maakt grootschalige projecten en investeringen voor de lange termijn mogelijk.
  • De al genoemde flexibiliteitsmiddelen zijn grotendeels nog toekomstmuziek, dus de beheerders vinden het belangrijk dat de markt wordt gestimuleerd om te investeren in ontwikkeling ervan.
  • “De kosten voor infrastructuur voor elektriciteit zijn aanzienlijk en het is dus lonend om aanleg zo efficiënt mogelijk te realiseren.” Over waar welke infrastructuur moet komen, willen de netbedrijven graag in gesprek met gemeenten, provincies en projectontwikkelaars.
  • Er moet een strategisch besluit genomen worden over de kosten en baten. Die zijn in alle scenario’s min of meer gelijk, maar de opbouw van die kosten en het gebruik van de ruimte verschillen sterk per geval.
  • De netbeheerders vragen verder om overheden die de regie voeren en beslissingen nemen als het om de energietransitie gaat.

Veel kennis ontbreekt nog

Hoewel de ‘Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050’ zeker geen eindpunt is, vormen de bevindingen voor de netbeheerders wel aanleiding om nu al investeringsplannen te gaan maken. Ze gaan ook aan de slag met trajecten die ze als ‘no regret’-maatregelen omschrijven. Die hebben dan betrekking op de ontwikkeling van infrastructuur voor waterstof en voorstudies naar concrete acties om het stroomnet sterker te maken. De verkenning geeft volgens de netbeheerders veel inzichten, maar laat ook zien welke kennis ontbreekt die samen met alle betrokkenen opgedaan zou moeten worden. Het hele rapport kan hier worden ingezien.

Lees ook: Bouwen met elektrische machines? Vergeet de stroomvoorziening niet

Auteur: Vincent Krabbendam