Hoogspanningsmast

Bouwen met elektrische machines? Vergeet de stroom niet

Foto: Vincent Krabbendam / ProMedia

Elektrische bouwmachines zijn niet alleen duur en beperkt beschikbaar, zonder stroom op de bouwplaats om ze op te laden kun je er ook weinig mee doen. Voor bouwbedrijven is het belangrijk om zo vroeg mogelijk met de netbeheerder in gesprek gegaan over de netaansluiting. Dat zei Jan van Rookhuijzen van ElaadNL tijdens het webinar Zero Emissie Infrastructuur van Infrasite.

Het onderzoek van ElaadNL is bedoeld om netbeheerders een indruk te geven van de te verwachten elektrificatie in de bouw. Zero emissie bouwen kent drie grote drijvers: de stikstofproblematiek, eisen in aanbestedingen en uitstootvrije gebieden, zoals milieuzones. “Met name in kleine bouwmachines is er al het nodige elektrisch beschikbaar en komt er ook steeds meer bij”, legt Van Rookhuijzen uit.

“In zwaarder materieel is het aanbod echter nog zeer beperkt, waarbij het dus maar de vraag is of je de investering kunt terugverdienen. En daarnaast speelt de vraag welke soort energievoorziening bij welk bouwproject past.” Hij vertelt dat er eigenlijk drie oplossingen zijn, zoals weergegeven in onderstaand overzicht.

De complexiteit van het vraagstuk elektrificering verschilt per type bouw. Woning- en utiliteitsbouw vinden op vaste locaties plaats, vaak in de buurt van een bestaand of toekomstig elektriciteitsnet. Die voordelen heeft de weg- en waterbouw niet en juist daar wordt veel met zwaar materieel gewerkt. Dat maakt het al heel uitdagend, en de netbeheerders hebben ook nog eens met een aantal grote ontwikkelingen tegelijk te maken: de energietransitie, vergrijzing van de samenleving en wetgeving die nog niet goed op de nieuwe realiteit aansluit.

Waterstof of netaansluiting?

Als voorbeeld neemt Van Rookhuijzen de dijkversterking Sterke Lekdijk, die uitstootvrij moet plaatsvinden. Het tracé waarlangs wordt gewerkt loopt van Schoonhoven naar Amerongen en de energievraag volgt datzelfde traject.

“Een keuze voor materieel op waterstof zou ook veel transport van waterstof met zich meebrengen. En kies je voor netaansluitingen, dan moeten er onderweg enkele tientallen transformatorstations worden neergezet. Het zou zonde zijn als je die een paar maanden gebruikt en daarna niet meer nodig hebt. Daarom wordt ook ingezet op hergebruik van die stations elders. Maar het laat wel zien dat beide oplossingsrichtingen best uitdagend kunnen zijn.”

Op tijd beginnen

Voor woning- en utiliteitsbouw zijn de voorwaarden wat gunstiger zijn om met elektrisch materieel te werken dan in de infrabouw, maar in beide sectoren wachten grote uitdagingen. “Het is belangrijk om als bouwbedrijf of projectontwikkelaar al in een vroeg stadium met de netbeheerder te overleggen. ‘Dit zijn onze plannen en we willen het zero emissie doen: wat is er wel en niet mogelijk?’ Op die manier kan de netbeheerder er op tijd mee beginnen en loop je later niet tegen lange doorlooptijden aan.”

Bekijk de hele presentatie van Jan van Rookhuijzen en zijn antwoorden op vragen van webinardeelnemers in onderstaande video.

Auteur: Vincent Krabbendam

Bouwen met elektrische machines? Vergeet de stroom niet | Infrasite
Hoogspanningsmast

Bouwen met elektrische machines? Vergeet de stroom niet

Foto: Vincent Krabbendam / ProMedia

Elektrische bouwmachines zijn niet alleen duur en beperkt beschikbaar, zonder stroom op de bouwplaats om ze op te laden kun je er ook weinig mee doen. Voor bouwbedrijven is het belangrijk om zo vroeg mogelijk met de netbeheerder in gesprek gegaan over de netaansluiting. Dat zei Jan van Rookhuijzen van ElaadNL tijdens het webinar Zero Emissie Infrastructuur van Infrasite.

Het onderzoek van ElaadNL is bedoeld om netbeheerders een indruk te geven van de te verwachten elektrificatie in de bouw. Zero emissie bouwen kent drie grote drijvers: de stikstofproblematiek, eisen in aanbestedingen en uitstootvrije gebieden, zoals milieuzones. “Met name in kleine bouwmachines is er al het nodige elektrisch beschikbaar en komt er ook steeds meer bij”, legt Van Rookhuijzen uit.

“In zwaarder materieel is het aanbod echter nog zeer beperkt, waarbij het dus maar de vraag is of je de investering kunt terugverdienen. En daarnaast speelt de vraag welke soort energievoorziening bij welk bouwproject past.” Hij vertelt dat er eigenlijk drie oplossingen zijn, zoals weergegeven in onderstaand overzicht.

De complexiteit van het vraagstuk elektrificering verschilt per type bouw. Woning- en utiliteitsbouw vinden op vaste locaties plaats, vaak in de buurt van een bestaand of toekomstig elektriciteitsnet. Die voordelen heeft de weg- en waterbouw niet en juist daar wordt veel met zwaar materieel gewerkt. Dat maakt het al heel uitdagend, en de netbeheerders hebben ook nog eens met een aantal grote ontwikkelingen tegelijk te maken: de energietransitie, vergrijzing van de samenleving en wetgeving die nog niet goed op de nieuwe realiteit aansluit.

Waterstof of netaansluiting?

Als voorbeeld neemt Van Rookhuijzen de dijkversterking Sterke Lekdijk, die uitstootvrij moet plaatsvinden. Het tracé waarlangs wordt gewerkt loopt van Schoonhoven naar Amerongen en de energievraag volgt datzelfde traject.

“Een keuze voor materieel op waterstof zou ook veel transport van waterstof met zich meebrengen. En kies je voor netaansluitingen, dan moeten er onderweg enkele tientallen transformatorstations worden neergezet. Het zou zonde zijn als je die een paar maanden gebruikt en daarna niet meer nodig hebt. Daarom wordt ook ingezet op hergebruik van die stations elders. Maar het laat wel zien dat beide oplossingsrichtingen best uitdagend kunnen zijn.”

Op tijd beginnen

Voor woning- en utiliteitsbouw zijn de voorwaarden wat gunstiger zijn om met elektrisch materieel te werken dan in de infrabouw, maar in beide sectoren wachten grote uitdagingen. “Het is belangrijk om als bouwbedrijf of projectontwikkelaar al in een vroeg stadium met de netbeheerder te overleggen. ‘Dit zijn onze plannen en we willen het zero emissie doen: wat is er wel en niet mogelijk?’ Op die manier kan de netbeheerder er op tijd mee beginnen en loop je later niet tegen lange doorlooptijden aan.”

Bekijk de hele presentatie van Jan van Rookhuijzen en zijn antwoorden op vragen van webinardeelnemers in onderstaande video.

Auteur: Vincent Krabbendam