De werkvoorraad in de bouw is al enkele maanden stabiel. De orderportefeuilles in de totale bouwnijverheid kwamen in september uit op 9,9 maanden werk. Wel geeft de helft van de bedrijven in september aan een stagnatie op te merken in onderhanden werk, zowel door gebrek aan personeel als door aan een tekort aan materialen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).

Het EIB kijkt naar zowel burgerlijke en utiliteitsbedrijven als naar grond-, water- en wegenbouwbedrijven. Door een beperkte daling in de utiliteitsbouw en juist een lichte stijging van de orderportefeuilles in de woningbouw, kwam dit samen in september uit op 11,4 maanden werk. Dit is een afname van één tiende maand ten opzichte van augustus. De werkvoorraad bij GWW-bedrijven kwam in september precies even hoog uit als in augustus, namelijk 7 maanden. De orderportefeuilles van wegenbouwbedrijven namen iets af en voor grond- en waterbouw bleef het stabiel op 7,6 maanden.

Tekorten

Veel bedrijven ondervinden problemen door tekorten. Bij B&U-bedrijven was in september vooral gebrek aan personeel een reden dat het werk stagneert, terwijl bij GWW-bedrijven het tekort aan personeel in september de grootste hindernis bleek te zijn. Maar de bedrijven worstelen met beide tekorten. Vorige maand waarschuwde EIB al dat B&U ook al een half jaar kampt met materieeltekort.

Voor de toekomstige drie maanden verwacht ongeveer een kwart dat de personeelsbezetting zal toenemen. Slechts 5 procent denkt de komende maanden met minder personeel uit te kunnen. De productie is dan ook bij één op de vier bedrijven toegenomen sinds de zomer en drie op de tien bedrijven geven aan dat hun orderpositie in september groot was.

Daarnaast denkt nog eens twee derde dat de prijzen de komende drie maanden alleen maar hoger zullen worden. De verwachting dat de prijzen juist dalen wordt door niemand uitgesproken. Aan deze conjuctuurmeting verlenen circa 225 hoofdaannemers met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.