hectometerpaal haringvlietbrug (2)

TNO: onderhoud infrastructuur wordt miljarden duurder in komende jaren

Een hectometerpaal op de Haringvlietbrug in augustus 2023. De brug, die net zoals veel andere kunstwerken in Nederland uit de jaren '60 stamt, werd afgelopen zomer vernieuwd voor een aanneemsom van tientallen miljoenen euro's. ANP / Jeffrey Groeneweg

TNO verwacht dat de jaarlijkse uitgaven aan het onderhoud van infrastructuur in de komende jaren met miljarden gaan stijgen. Waar in 2021 nog 1,1 miljard euro aan kosten werden gemaakt, berekent het onderzoeksinstituut dat het over twintig jaar om 3,4 miljard per jaar gaat, gevolgd door 3,7 miljard per jaar tegen het einde van de eeuw.

Het instituut brengt de cijfers deze week naar buiten in het zogenoemde Tweede Landelijk Prognoserapport Vernieuwingsopgave Infrastructuur. Als reden voor de kostenstijging noemt TNO de veroudering van de Nederlandse infrastructuur. “Een groot deel nadert het einde van de levensduur. Het gebruik ervan is intensief en bovendien vaak zwaarder dan destijds bij de bouw voorzien.”

Het instituut stelt dat het Rijk, alle provincies, gemeenten en waterschappen samen onder meer 141.000 kilometer aan wegen beheren, 5.700 kilometer aan vaarwegen, 7.000 kilometer aan spoor en tienduizenden civiele constructies, waaronder bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, stuwen en gemalen. Uit de analyse komt naar voren dat het grootste deel van de voorspelde kosten, ongeveer 55 procent, bij gemeenten ligt. Dat zou komen omdat gemeenten meer dan 80 procent van de civiele constructies beheren.

Verder zullen de verwachte kosten voor 13 procent bij waterschappen liggen en voor 23 procent bij de landelijke beheerders, Rijkswaterstaat en ProRail. Bij de provincies gaat het om ongeveer ongeveer 9 procent. Die verwachten dat de kosten nog verder zullen oplopen vanwege de aanleg van de benodigde infrastructuur voor toekomstige woningen, evenals het onderhoud daarvan. “We reserveren, waar mogelijk, extra budget om de toenemende kosten deels te kunnen opvangen.”

Huidige voorspellingen zouden beperkt zijn

TNO noemt het opvallend dat beheerders in meer dan de helft van hun prognoses niet verder kijken dan vijftig jaar vooruit, terwijl de levensduur van veel civiele constructies zestig tot tachtig jaar is, en informatie vaak ontbreekt. Het instituut adviseert wel zo’n verwachting te maken. Ook raadt het TNO de oprichting van een vernieuwingsfonds voor de civiele infrastructuur aan.

Geld voor onderhoud in plaats van aanleg

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft deze week op de cijfers gereageerd. “We investeren de komende jaren meer geld dan ooit in het onderhouden, vervangen en renoveren van onze rijksinfrastructuur.” Budgetten die eerder zijn uitgetrokken voor de aanleg van infrastructuur, worden op korte termijn besteed aan onderhoud, laat de minister net zoals eerder dit jaar weten.

TNO deed de analyse op verzoek van het Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Het volledige rapport staat op de website van het instituut.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Geert van der Klugt

Bron: ANP / Infrasite

Journalist en redacteur voor Infrasite.

TNO: onderhoud infrastructuur wordt miljarden duurder in komende jaren | Infrasite
hectometerpaal haringvlietbrug (2)

TNO: onderhoud infrastructuur wordt miljarden duurder in komende jaren

Een hectometerpaal op de Haringvlietbrug in augustus 2023. De brug, die net zoals veel andere kunstwerken in Nederland uit de jaren '60 stamt, werd afgelopen zomer vernieuwd voor een aanneemsom van tientallen miljoenen euro's. ANP / Jeffrey Groeneweg

TNO verwacht dat de jaarlijkse uitgaven aan het onderhoud van infrastructuur in de komende jaren met miljarden gaan stijgen. Waar in 2021 nog 1,1 miljard euro aan kosten werden gemaakt, berekent het onderzoeksinstituut dat het over twintig jaar om 3,4 miljard per jaar gaat, gevolgd door 3,7 miljard per jaar tegen het einde van de eeuw.

Het instituut brengt de cijfers deze week naar buiten in het zogenoemde Tweede Landelijk Prognoserapport Vernieuwingsopgave Infrastructuur. Als reden voor de kostenstijging noemt TNO de veroudering van de Nederlandse infrastructuur. “Een groot deel nadert het einde van de levensduur. Het gebruik ervan is intensief en bovendien vaak zwaarder dan destijds bij de bouw voorzien.”

Het instituut stelt dat het Rijk, alle provincies, gemeenten en waterschappen samen onder meer 141.000 kilometer aan wegen beheren, 5.700 kilometer aan vaarwegen, 7.000 kilometer aan spoor en tienduizenden civiele constructies, waaronder bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, stuwen en gemalen. Uit de analyse komt naar voren dat het grootste deel van de voorspelde kosten, ongeveer 55 procent, bij gemeenten ligt. Dat zou komen omdat gemeenten meer dan 80 procent van de civiele constructies beheren.

Verder zullen de verwachte kosten voor 13 procent bij waterschappen liggen en voor 23 procent bij de landelijke beheerders, Rijkswaterstaat en ProRail. Bij de provincies gaat het om ongeveer ongeveer 9 procent. Die verwachten dat de kosten nog verder zullen oplopen vanwege de aanleg van de benodigde infrastructuur voor toekomstige woningen, evenals het onderhoud daarvan. “We reserveren, waar mogelijk, extra budget om de toenemende kosten deels te kunnen opvangen.”

Huidige voorspellingen zouden beperkt zijn

TNO noemt het opvallend dat beheerders in meer dan de helft van hun prognoses niet verder kijken dan vijftig jaar vooruit, terwijl de levensduur van veel civiele constructies zestig tot tachtig jaar is, en informatie vaak ontbreekt. Het instituut adviseert wel zo’n verwachting te maken. Ook raadt het TNO de oprichting van een vernieuwingsfonds voor de civiele infrastructuur aan.

Geld voor onderhoud in plaats van aanleg

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft deze week op de cijfers gereageerd. “We investeren de komende jaren meer geld dan ooit in het onderhouden, vervangen en renoveren van onze rijksinfrastructuur.” Budgetten die eerder zijn uitgetrokken voor de aanleg van infrastructuur, worden op korte termijn besteed aan onderhoud, laat de minister net zoals eerder dit jaar weten.

TNO deed de analyse op verzoek van het Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Het volledige rapport staat op de website van het instituut.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Geert van der Klugt

Bron: ANP / Infrasite

Journalist en redacteur voor Infrasite.