Als elke gemeente een of twee nieuwe straten in dorpen en steden aanlegt, dan kunnen er in de komende jaren ongeveer 200.000 extra woningen versneld worden gebouwd. Dat zegt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) naar aanleiding van een onderzoek in opdracht van demissionair woonminister Hugo de Jonge.

Veel bestaande woningbouwplannen zijn binnenstedelijk, waar al bebouwing is. Bedrijven moeten dan eerst uitgeplaatst worden, wat doorgaans jaren kost. Een kleine uitbreiding aan de rand van een dorp is makkelijker, zegt het EIB op vrijdag in een rapport. “Als we dit plan zouden invoeren in heel Nederland dan zou dat, afgaande op de ervaring in Noord-Holland en de eerste resultaten voor Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant, ruwweg 200.000 extra woningen kunnen opleveren”, aldus directeur Taco van Hoek van het instituut.

Nieuw beleid nodig

De voorwaarde is wel dat gemeenten meer vrijheid krijgen om woningen neer te zetten aan de rand van de bebouwing van een dorp of stad, geven de onderzoekers aan. Die vrijheid is op dit moment beperkt omdat sommige gebieden buiten de bebouwing door provincies worden aangewezen als Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL) waar “vrijwel geen woningbouw mogelijk is”, aldus het EIB. Een mogelijke oplossing is volgens de onderzoekers om een vrijstelling te geven voor kleinere bouwprojecten van maximaal 50 woningen.

Lees ook:

• Nederland moet dringend meer woningbouw toestaan buiten stad, zegt topman BAM
• Boetes en taakstraffen voor Nederlandse bouwers van Krimbrug