Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) spreekt zich uit over de gevolgen van de bouwstop op nieuwe wegen. “Bedrijven en aannemers dreigen hierdoor onderuit te gaan”, zei de minister op donderdag tijdens een commissiedebat in Den Haag. Harbers nam het besluit zelf, maar dat betekent niet dat hij er tevreden mee is. De stikstofberekeningen die nodig zijn om vergunningen te krijgen voor wegverbredingen en nieuwe trajecten kosten klauwen met geld. Zolang dat het geval is gaan de budgetten naar onderhoud in plaats van aanleg.   

Harbers beschrijft de situatie als een noodzakelijk kwaad. Stikstofproblematiek maakt de aanleg van infrastructuur enorm tijdrovend en duur. Het onderhoud van infrastructuur is goedkoper en zekerder. Om te voorkomen dat er geld op de plank blijft liggen investeert het ministerie voorlopig liever in onderhoud, vertelt Inge Rijgersberg, woordvoerder van de minister, tegenover Infrasite.

We schreven halverwege maart een uitgebreid artikel over de onderbouwing van het ministerie. Tijdens het commissiedebat op donderdag voegde Harbers een aantal uitspraken toe. “Bedrijven en aannemers dreigen hierdoor onderuit te gaan. En die hebben we straks, als aanleg weer mogelijk is, wel hard nodig. De impact op de bouw proberen we zoveel mogelijk te beperken. Maar het betekent wel dat we van het een naar het ander gaan omkatten.”

Noodzakelijk kwaad

Harbers ziet eigenlijk geen andere keuze. Het ministerie heeft zich te houden aan het stikstofbeleid. De complexe stikstofberekeningen die gemaakt moeten worden om vergunningen te krijgen zorgen al jaren voor minder investeringen in de aanleg van infrastructuur. De bouwstop komt dan ook niet helemaal uit de lucht vallen.

Desalniettemin verwacht Harbers een klap voor professionals in de wegenbouw, waaronder bij Rijkswaterstaat. “De mensen van Rijkswaterstaat die nu op aanlegprojecten zitten gaan binnen no time een andere baan zoeken”, zei de minister. “Terwijl we nu wel alle mensen van Rijkswaterstaat hard nodig hebben.”

Bovendien heeft de verschuiving gevolgen voor aannemers. De kans bestaat dat grote aannemers omzet verliezen, terwijl Harbers voor midden- en kleinbedrijven juist kansen ziet. “In aanlegprojecten zijn zij vaak onderaannemer, maar in onderhoudsprojecten zijn zij vaak hoofdaannemer. Ik denk dat er kansen voortvloeien voor hen uit de shift naar onderhoud.”

Moties en emoties

Op een aantal uitzondering na zijn nieuwe wegen en wegverbredingen voor onbepaalde tijd van de baan. We verwachten pas verandering wanneer de stikstofcrisis opklaart. Tot die tijd spelen de emoties op. De provinciebesturen van Gelderland en Overijssel zijn boos over de bouwstop. Zij nemen geen genoegen met het besluit, bleek eerder deze week uit een brief aan Harbers.

Gedeputeerde Bert Boerman (ChristenUnie, Overijssel) vertelde “gechoqueerd” te zijn. “Na decennia tandenknarsend te moeten aanzien dat er wél wordt geïnvesteerd in Randstad-infrastructuur, worden de afspraken die eindelijk met de regio zijn gemaakt met een pennenstreek teniet gedaan Het is een politieke keuze. Te gek voor woorden, want qua nieuwe investeringen lopen we al jaren achter”, zei hij tegenover de Volkskrant.

“Alles is nu wat wankel”, reageerde woordvoerder Rijgersberg van het ministerie tegenover Infrasite. “Sommige partijen zeggen: waarom kan je niet onderhouden én aanleggen? Maar dat is een lastige. Je hebt geen geld voor beide. Er komen allerlei moties en emoties bij kijken.”

Lees ook:

• Vrees voor filegroei door stop wegenbouw
• Het lot van ViA15 wordt volgende week beslecht