Werkvoorraad GWW licht gekrompen in februari
De orderportefeuille van bedrijven in de grond-, wegen- en waterbouw nam in februari licht af tot 7,2 maanden. Dat is een schril contrast met de burgerlijke en utiliteitsbouw, waar de werkvoorraad juist toenam tot meer dan een jaar. Dat meldt het Economisch Instituut voor de Bouw.
Binnen de GWW was er een subsector die wel een kleine plus wist te noteren. De wegenbouwers zagen hun werkvoorraad met één tiende maand groeien tot 6,3 maanden. Daar tegenover staat de ontwikkeling bij de grond- en waterbouwers, waar er twee tiende maand werd ingeleverd om tot een gemiddeld orderboek van 8,1 maanden te komen.
In de B&U kwam men door een groei van vier tiende maand uit op 12,2 jaar. Vooral daarom groeide de werkvoorraad van de bouw als geheel met twee tiende maand naar 9,7 maanden gemiddeld.
Gebrek aan orders
Opvallend is verder dat één op de drie ondervraagde bouwbedrijven in februari een stagnatie in de hoeveelheid onderhanden werk zag plaatsvinden. Voor GWW-bedrijven wordt een gebrek aan orders als belangrijkste oorzaak van die stagnatie genoemd.
Het Economisch Instituut voor de Bouw houdt elke maand een conjunctuurmeting waarin onder meer naar de ontwikkeling van de orderportefeuilles wordt gekeken. Aan het onderzoek verlenen telkens zo’n 250 hoofdaannemers met tenminste tien personeelsleden hun medewerking.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.
Bent u al abonnee?