Ook ‘salamitechniek’ riskant voor aanbesteding Van Brienenoordbrug
Aanbestedingsexperts twijfelen aan de manier waarop Rijkswaterstaat en het ministerie de renovatie van de Van Brienenoordbrug opnieuw willen aanbesteden. Het in stukken hakken van grote bouwprojecten is in het verleden niet altijd goed afgelopen en de ‘salamitechniek’ brengt nieuwe risico’s met zich mee. De oplossing ligt eerder in een nauwere samenwerking tussen Rijkswaterstaat en aannemers, vinden meerdere ingewijden.
Eerder deze maand werd bekend dat de aanbesteding van de renovatie van de Van Brienenoordbrug voorlopig niet doorgaat. Als reden noemde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) dat de vraagprijs van de enkele bouwcombinatie die zich had ingeschreven te hoog was. Dat was een gevolg van de risico’s die bij het project komen kijken.
Het ministerie denkt het probleem te kunnen oplossen door de aanbesteding in stukken te hakken. Losse opdrachten zouden minder riskant zijn voor de uiteindelijke aannemers dan een enkele grote opdracht. Maar aanbestedingsexperts twijfelen of de ‘salamitechniek’ het gewenste resultaat oplevert.
Voorbeelden uit het verleden
Een ingewijde wijst tegenover Infrasite op de renovatie van het Rijksmuseum. Het project van honderden miljoenen werd in 2008 opgesplitst in zeven contracten nadat de aanvankelijke grote aanbesteding mislukte. In de jaren daarna raakte het project in de financiële problemen, mede door de hoeveelheid partijen die vanwege het opsplitsen aan de renovatie werkten.
Een ander voorbeeld is de aanleg van de Noord-Zuidlijn, vertellen andere ingewijden tegenover het vakblad Cobouw. “Ook daar was het oorspronkelijke budget ‘ontoereikend’. De gemeente besloot het project op te knippen, maar mede daardoor werd de uitvoering niet goedkoper, maar duurder: 1,9 miljard werd 3,1 miljard.”
De techniek die komt kijken bij de renovatie van de Van Brienenoordbrug is ook een punt van aandacht, zegt Marcel Hertogh, hoogleraar grote infrastructurele projecten aan de TU Delft en de Erasmusuniversiteit. Om verkeershinder te verminderen moeten er brugdelen in fases worden getransporteerd en gemonteerd. Volgens Hertogh “vereist dat juist een integrale benadering”.
Oplossing in ‘alliantiemodel’
Het is duidelijk dat er zorgen zijn over de gekozen aanpak van het ministerie en Rijkswaterstaat. Maar wat is het alternatief? Meerdere ingewijden vinden dat er meer moet worden geluisterd naar de markt.
Rijkswaterstaat had de risico’s en kosten van het werk aan de Van Brienenoordbrug anders ingeschat dan de bouwcombinatie die zich uiteindelijk voor de werkzaamheden inschreef, erkende minister Harbers eerder al in een toelichting op het mislukken van de aanbesteding. Prijsstijgingen en personeelstekorten in de bouw werden als medeoorzaak genoemd.
Die zaken zijn al jaren bij aannemers bekend, merkt een ingewijde op. Het is zaak dat Rijkswaterstaat zich eerder laat informeren en ook wat met die informatie doet, zo klinkt de boodschap. VolkerWessels-ceo Alfred Vos stemt in. Rijkswaterstaat moet voor projecten zoals de Van Brienenoordbrug nauwer samenwerken met aannemers en zich tijdig door de markt laten informeren over veranderingen in de markt, zei hij eerder tegenover de Telegraaf. De topman pleit voor een ‘alliantie’ tussen de opdrachtgever en opdrachtnemers.
Aanbestedingsexperts zien dat wel zitten. Ook het ministerie zelf heeft al gezegd dat Rijkswaterstaat “in afstemming met de markt” tot een nieuwe werkwijze zal moeten komen. Betekent dit dan ook dat we aankomende zomer, de periode waarin de nieuwe aanpak van de brug op tafel moet komen te liggen, opdrachten tegemoet zien die worden gekenmerkt door meer samenwerking? Hoogleraar Hertogh denkt van niet, vertelt hij tegenover het vakblad Cobouw. “Een alliantie is voor veel opdrachtgevers nog een brug te ver. Vaak ontbreekt het aan vertrouwen in elkaar.
Lees ook: