De rioolkinderen van Roemenië

Bron: Brink Rioolbeheer

Maart 2015. In Valkenswaard spreek ik oprichter Theo van Hoof van Stichting S.O.S. Straatkinderen. Hij vertelt me over zijn werk en ervaring als hulpverlener voor de daklozen en verslaafden in Nederland en over zijn grote passie: het werk voor de straat- en rioolkinderen in Roemenië. En na het zien van een video over het leven van de kinderen in de riolering van Boekarest besluit ik om me te gaan inzetten voor deze uiterst kwetsbare groep.

September 2015

Na een vlucht van iets meer dan twee uur kom ik aan in Boekarest. Een mooie nazomeravond met een graad of 25. De avond valt als ik vanuit het hotel naar Gara de Nord loop om wat te gaan eten. Bij een parkje hoor ik opeens wat gefluister. Een jongen van een jaar of vijftien komt te voorschijn. De beweging met zijn hand over de buik maakt veel duidelijk. Enkele meters verderop zie ik een wit geschilderde rioolput liggen. De zijkant is weggegraven en naar schatting 1,5m lager zit een kleine opening in de putwand. Mijn interesse is gewekt, maar de opening is echt te klein om in het stelsel een kijkje te gaan nemen.

Later op de avond kom ik in gesprek met pastoor Lucas. Mijn eerste ontmoeting met de rioolkinderen komt al spoedig ter sprake. Een afdaling onder leiding van één van de rioolkinderen wordt sterk afgeraden. Beroving is niet uit te sluiten, de kinderen zijn straatarm en tot alles in staat, zeker als ze lijm hebben gesnoven.

De rioolkinderen schuilen in de rioolputten om diverse redenen. Enerzijds voor de weersomstandigheden, met name regen en de kou, en anderzijds voor de politie.

Veel inspectieputten hebben een dubbele functie, aan de ene kant stroomt het afvalwater en daarnaast loopt de buis van de stadsverwarming, waar de kinderen op slapen en hen beschermt tegen de kou.

Bron: Brink Rioolbeheer

Pionierswerk

De politie is zeker geen vriend van de straatkinderen. De kinderen worden uit de riolering gejaagd, opgepakt en driehonderd kilometer verderop in de bossen weer vrij gelaten. Wat natuurlijk op geen enkele wijze bijdraagt aan het oplossen van de problematiek. De volgende dag ga ik met de bus richting Constanta, de havenplaats aan de Zwarte Zee. Mijn reisdoel komt in zicht: het opvanghuis Casa Sami van de Stichting S.O.S. Straatkinderen. Het pionierswerk van de heer Theo van Hoof heeft geleid tot een opvanghuis voor 0-18 jarigen. Straatkinderen, weeskinderen, kinderen uit de Roma-families of anderszins krijgen hier een ontbijt, schone kleding, kunnen douchen, spelen een spelletje en komen in contact met welzijnswerk.

Het huis is een rustpunt in hun hectische leven. En dat allemaal met financiele steun van particulieren en bedrijven, grotendeels uit Nederland, maar ook uit Duitsland en Zweden. Het opvanghuis wordt geleid door allemaal professionals uit Roemenië, dit in verband met de accreditatie. Kleinschalig, maar uiterst effectief, waar de hulp aan de kinderen die het echt nodig hebben voorop staat.

Niet te beschrijven

De volgende dag kan ik de omgeving verkennen. Het dagelijkse leven is hier niet gemakkelijk. Al snel loop ik door een tunneltje in aanleg en kom ongevraagd op een plek uit zonder verharding, met de uitstraling van een achterstandswijk in het kwadraat. Hier lopen de leidingen van de stadsverwarming grotendeels boven de grond maar de noodzakelijke isolatie rondom de leidingen is door de lokale bewoners eraf gehaald om zo de huisjes mee te isoleren.

Even verderop duikt de stadsverwarming met een bocht een tunnel onder het spoor door. Al snel begrijp ik dat dit het terrein is van de straatkinderen. Achtergebleven kleding, voedselresten, slaapspullen en een niet te beschrijven lucht van ontlasting. Ik dacht dat ik wat gewend was. Hoe zou het zijn om hier als achtjarige te moeten slapen, terwijl het volgende maand hier ’s nachts toch flink vriest?

In Casa Sami is kok Maria elke morgen al vroeg druk bezig. Brood maken voor de straatkinderen, die druppelsgewijs het opvanghuis bezoeken. En daarnaast zorgt Maria met beperkte middelen voor een warme maaltijd, vaak een soort groentesoep zodat de kinderen iets warms binnen krijgen. ’s Middags zit ik in de ‘huiskamer’, waar de allerkleinsten worden opgevangen. Samen liedjes zingen, een spelletje doen, de gewone dingen die voor mij zo gewoon zijn, maar voor een straatkind heel bijzonder…

Langzaamaan leer ik het hele team kennen. Stuk voor stuk gedreven jonge mensen, goed opgeleid en bereid om zich in te zetten om de straatkinderen stapje voor stapje vooruit te helpen. Verschillende geloofsovertuigingen werken succesvol samen in het belang van de straatkinderen.

Bron: Brink Rioolbeheer

‘Echt’ gezin

Iets ten noorden van Constanta ligt de plaats Corbu. Hier staat het gezinsvervangend huis van de Stichting. Een vrijstaand huis, in eigen beheer, met een stukje grond erom heen waar eigen groenten verbouwd worden. Hier worden kinderen opgevangen die aan hun lot zijn overgelaten. Vader en/of moeder zijn niet meer in beeld, werken in het buitenland of zijn overleden. De kinderen worden hier opgevangen, waarbij ze het gevoel krijgen in een ‘echt’ gezin op te groeien. Ze krijgen bed/bad/brood en daarnaast de mogelijkheid om naar school te gaan.Op deze manier worden maximaal acht kinderen opgevangen. Maar enige uitbreiding is gewenst. Het huis is door diverse bedrijven en donaties opgebouwd en verbouwd. De bemanning van de Nederlandse Marine heeft bijvoorbeeld tijdens hun verblijf in Constanta het hele huis voorzien van laminaat.

Maar Nederlandse en Roemeense wetgeving op het gebied van elektra komen niet overeen. Daar is nog veel te verbeteren, zeker omdat er kleine kinderen in huis zijn. Sowieso is onderhoud een heikel punt, als gevolg van de beperkte financiële middelen. Een keuken opknappen, stopcontacten veilig maken, het hok met de oliekachel isoleren et cetera vergen investeringen die alleen met giften te realiseren zijn.

Bron: Brink Rioolbeheer

Allerarmsten

Ik krijg de mogelijkheid om samen met Ellen, een Nederlandse vrijwilligster die al vele jaren in Roemenië woont en de taal spreekt, mee te gaan naar de ‘allerarmsten’. Hele kleine vochtige huisjes, zonder raam en een kapotte deur, een paar matrassen op de grond, een koelkast en een kastje voor de kleding. Meer is het niet. Stroom wordt illegaal afgetapt en water komt uit een verderop gelegen waterput. De houtkachel staat in de hoek. Een douche is niet aanwezig en het toilet is buiten. En ik denk bij mezelf: is dit Europa anno 2015? Ellen doet geweldig werk. Ze stimuleert de kinderen naar school te gaan, met financiële steun van de Stichting. Daarnaast worden de vader en/of moeder gestimuleerd in de zorg voor de kinderen en daar waar mogelijk ook met andere problemen, zoals het repareren van een kapot dak of het bijstaan van een aanvraag voor officiële documenten. Want zonder paspoort besta je feitelijk niet. Ik sluit de week af met een mooi afscheid van alle teamleden en betrokkenen. Een kijkje in de keuken opende wederom mijn ogen en ik zag het dankbare werk van de Stichting.

November 2015

Terwijl ik dit artikel schrijf, denk ik weer aan de rioolkinderen. Ik voel me meer en meer verbonden met deze kinderen. Kleine dingen maken het bijzonder, maken het verschil, een warme maaltijd, een spelletje spelen, droge schone kleding uitdelen of gewoon een kind dat op je schoot komt zitten en je een knuffel geeft. Kinderen in deze situatie hebben vaak geen eerlijke kans gekregen. Maar met uw hulp, van bijvoorbeeld het doneren van kleding en speelgoed, of door een financiële bijdrage, is het mogelijk om de straatkinderen een stapje verder te helpen en ze een goede toekomst te bieden. Het is niet gemakkelijk en zal zeker niet altijd lukken, maar het is nog makkelijker om niets te doen. En natuurlijk zijn er vele brandhaarden en problemen op dit moment in de wereld, maar ook deze kinderen verdienen een toekomst! Helpt u mee? Meer informatie over de Stichting is te vinden op http://www.sos-straatkinderen.nl, maar persoonlijk contact opnemen met mij kan natuurlijk ook: Peter Brink, tel. 06-15841977 of info@brink-rioolbeheer.nl.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Peter Brink, directeur Brink Rioolbeheer

De rioolkinderen van Roemenië | Infrasite

De rioolkinderen van Roemenië

Bron: Brink Rioolbeheer

Maart 2015. In Valkenswaard spreek ik oprichter Theo van Hoof van Stichting S.O.S. Straatkinderen. Hij vertelt me over zijn werk en ervaring als hulpverlener voor de daklozen en verslaafden in Nederland en over zijn grote passie: het werk voor de straat- en rioolkinderen in Roemenië. En na het zien van een video over het leven van de kinderen in de riolering van Boekarest besluit ik om me te gaan inzetten voor deze uiterst kwetsbare groep.

September 2015

Na een vlucht van iets meer dan twee uur kom ik aan in Boekarest. Een mooie nazomeravond met een graad of 25. De avond valt als ik vanuit het hotel naar Gara de Nord loop om wat te gaan eten. Bij een parkje hoor ik opeens wat gefluister. Een jongen van een jaar of vijftien komt te voorschijn. De beweging met zijn hand over de buik maakt veel duidelijk. Enkele meters verderop zie ik een wit geschilderde rioolput liggen. De zijkant is weggegraven en naar schatting 1,5m lager zit een kleine opening in de putwand. Mijn interesse is gewekt, maar de opening is echt te klein om in het stelsel een kijkje te gaan nemen.

Later op de avond kom ik in gesprek met pastoor Lucas. Mijn eerste ontmoeting met de rioolkinderen komt al spoedig ter sprake. Een afdaling onder leiding van één van de rioolkinderen wordt sterk afgeraden. Beroving is niet uit te sluiten, de kinderen zijn straatarm en tot alles in staat, zeker als ze lijm hebben gesnoven.

De rioolkinderen schuilen in de rioolputten om diverse redenen. Enerzijds voor de weersomstandigheden, met name regen en de kou, en anderzijds voor de politie.

Veel inspectieputten hebben een dubbele functie, aan de ene kant stroomt het afvalwater en daarnaast loopt de buis van de stadsverwarming, waar de kinderen op slapen en hen beschermt tegen de kou.

Bron: Brink Rioolbeheer

Pionierswerk

De politie is zeker geen vriend van de straatkinderen. De kinderen worden uit de riolering gejaagd, opgepakt en driehonderd kilometer verderop in de bossen weer vrij gelaten. Wat natuurlijk op geen enkele wijze bijdraagt aan het oplossen van de problematiek. De volgende dag ga ik met de bus richting Constanta, de havenplaats aan de Zwarte Zee. Mijn reisdoel komt in zicht: het opvanghuis Casa Sami van de Stichting S.O.S. Straatkinderen. Het pionierswerk van de heer Theo van Hoof heeft geleid tot een opvanghuis voor 0-18 jarigen. Straatkinderen, weeskinderen, kinderen uit de Roma-families of anderszins krijgen hier een ontbijt, schone kleding, kunnen douchen, spelen een spelletje en komen in contact met welzijnswerk.

Het huis is een rustpunt in hun hectische leven. En dat allemaal met financiele steun van particulieren en bedrijven, grotendeels uit Nederland, maar ook uit Duitsland en Zweden. Het opvanghuis wordt geleid door allemaal professionals uit Roemenië, dit in verband met de accreditatie. Kleinschalig, maar uiterst effectief, waar de hulp aan de kinderen die het echt nodig hebben voorop staat.

Niet te beschrijven

De volgende dag kan ik de omgeving verkennen. Het dagelijkse leven is hier niet gemakkelijk. Al snel loop ik door een tunneltje in aanleg en kom ongevraagd op een plek uit zonder verharding, met de uitstraling van een achterstandswijk in het kwadraat. Hier lopen de leidingen van de stadsverwarming grotendeels boven de grond maar de noodzakelijke isolatie rondom de leidingen is door de lokale bewoners eraf gehaald om zo de huisjes mee te isoleren.

Even verderop duikt de stadsverwarming met een bocht een tunnel onder het spoor door. Al snel begrijp ik dat dit het terrein is van de straatkinderen. Achtergebleven kleding, voedselresten, slaapspullen en een niet te beschrijven lucht van ontlasting. Ik dacht dat ik wat gewend was. Hoe zou het zijn om hier als achtjarige te moeten slapen, terwijl het volgende maand hier ’s nachts toch flink vriest?

In Casa Sami is kok Maria elke morgen al vroeg druk bezig. Brood maken voor de straatkinderen, die druppelsgewijs het opvanghuis bezoeken. En daarnaast zorgt Maria met beperkte middelen voor een warme maaltijd, vaak een soort groentesoep zodat de kinderen iets warms binnen krijgen. ’s Middags zit ik in de ‘huiskamer’, waar de allerkleinsten worden opgevangen. Samen liedjes zingen, een spelletje doen, de gewone dingen die voor mij zo gewoon zijn, maar voor een straatkind heel bijzonder…

Langzaamaan leer ik het hele team kennen. Stuk voor stuk gedreven jonge mensen, goed opgeleid en bereid om zich in te zetten om de straatkinderen stapje voor stapje vooruit te helpen. Verschillende geloofsovertuigingen werken succesvol samen in het belang van de straatkinderen.

Bron: Brink Rioolbeheer

‘Echt’ gezin

Iets ten noorden van Constanta ligt de plaats Corbu. Hier staat het gezinsvervangend huis van de Stichting. Een vrijstaand huis, in eigen beheer, met een stukje grond erom heen waar eigen groenten verbouwd worden. Hier worden kinderen opgevangen die aan hun lot zijn overgelaten. Vader en/of moeder zijn niet meer in beeld, werken in het buitenland of zijn overleden. De kinderen worden hier opgevangen, waarbij ze het gevoel krijgen in een ‘echt’ gezin op te groeien. Ze krijgen bed/bad/brood en daarnaast de mogelijkheid om naar school te gaan.Op deze manier worden maximaal acht kinderen opgevangen. Maar enige uitbreiding is gewenst. Het huis is door diverse bedrijven en donaties opgebouwd en verbouwd. De bemanning van de Nederlandse Marine heeft bijvoorbeeld tijdens hun verblijf in Constanta het hele huis voorzien van laminaat.

Maar Nederlandse en Roemeense wetgeving op het gebied van elektra komen niet overeen. Daar is nog veel te verbeteren, zeker omdat er kleine kinderen in huis zijn. Sowieso is onderhoud een heikel punt, als gevolg van de beperkte financiële middelen. Een keuken opknappen, stopcontacten veilig maken, het hok met de oliekachel isoleren et cetera vergen investeringen die alleen met giften te realiseren zijn.

Bron: Brink Rioolbeheer

Allerarmsten

Ik krijg de mogelijkheid om samen met Ellen, een Nederlandse vrijwilligster die al vele jaren in Roemenië woont en de taal spreekt, mee te gaan naar de ‘allerarmsten’. Hele kleine vochtige huisjes, zonder raam en een kapotte deur, een paar matrassen op de grond, een koelkast en een kastje voor de kleding. Meer is het niet. Stroom wordt illegaal afgetapt en water komt uit een verderop gelegen waterput. De houtkachel staat in de hoek. Een douche is niet aanwezig en het toilet is buiten. En ik denk bij mezelf: is dit Europa anno 2015? Ellen doet geweldig werk. Ze stimuleert de kinderen naar school te gaan, met financiële steun van de Stichting. Daarnaast worden de vader en/of moeder gestimuleerd in de zorg voor de kinderen en daar waar mogelijk ook met andere problemen, zoals het repareren van een kapot dak of het bijstaan van een aanvraag voor officiële documenten. Want zonder paspoort besta je feitelijk niet. Ik sluit de week af met een mooi afscheid van alle teamleden en betrokkenen. Een kijkje in de keuken opende wederom mijn ogen en ik zag het dankbare werk van de Stichting.

November 2015

Terwijl ik dit artikel schrijf, denk ik weer aan de rioolkinderen. Ik voel me meer en meer verbonden met deze kinderen. Kleine dingen maken het bijzonder, maken het verschil, een warme maaltijd, een spelletje spelen, droge schone kleding uitdelen of gewoon een kind dat op je schoot komt zitten en je een knuffel geeft. Kinderen in deze situatie hebben vaak geen eerlijke kans gekregen. Maar met uw hulp, van bijvoorbeeld het doneren van kleding en speelgoed, of door een financiële bijdrage, is het mogelijk om de straatkinderen een stapje verder te helpen en ze een goede toekomst te bieden. Het is niet gemakkelijk en zal zeker niet altijd lukken, maar het is nog makkelijker om niets te doen. En natuurlijk zijn er vele brandhaarden en problemen op dit moment in de wereld, maar ook deze kinderen verdienen een toekomst! Helpt u mee? Meer informatie over de Stichting is te vinden op http://www.sos-straatkinderen.nl, maar persoonlijk contact opnemen met mij kan natuurlijk ook: Peter Brink, tel. 06-15841977 of info@brink-rioolbeheer.nl.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Peter Brink, directeur Brink Rioolbeheer