vlas brug

‘Substantieel’ deel bouwmateriaal moet biobased zijn tegen 2030

De Smart Circular Bridge in Almere werd vorig jaar gebouwd en is voor een deel gemaakt van vlas. Dat is een van de biobased bouwmaterialen die de regering wil stimuleren. ANP / Hollandse Hoogte / Sander Koning

De regering trekt 200 miljoen euro uit om het gebruik van biobased materialen in de bouw en infra te vergroten. Het doel is dat een “substantieel” deel van alle materialen die in Nederland voor woningen en infrastructuur worden gebruikt, tegen 2030 gedeeltelijk biobased zijn. Als voorbeeld noemt de regering het asfalt in wegen, de materialen voor straat- en wegmeubilair en de onderdelen van fietsbruggen.

Minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt het plan op donderdag in een regeringsbrief bekend. In de zogeheten ‘Nationale Aanpak Biobased Bouwen’ valt te lezen dat de regering meer gaat inzetten op biobased bouwmaterialen. Niet alleen met subsidies voor opdrachtgevers en aannemers die de materialen gebruiken of ontwikkelen, schrijft De Jonge, maar ook met geld voor boeren en andere partijen die de benodigde grondstoffen willen produceren of leveren.

Denk bij die grondstoffen aan lignine, een stofje dat wordt aangemaakt door bomen en planten en bruikbaar is als alternatief voor de fossiele bitumen in asfalt. Een ander voorbeeld is biocomposiet, een mengsel van vezels en biohars waarmee stalen delen van fietsbruggen, voetgangersbruggen en wegmeubilair volgens de regering kunnen worden vervangen. Of gewoon hout, zegt de minister, waarmee bijvoorbeeld de hoofddraagconstructies, daken en gevels van gebouwen kunnen worden gebouwd.

De Jonge erkent dat sommige bedrijven al langer met biobased materialen werken. Toch is de markt volgens de minister nog niet ‘volwaardig’. “De ervaring leert dat dit niet vanzelf tot stand komt. Het aandeel biobased is nu nog erg klein. Voor marktpartijen is het niet gemakkelijk om dit aandeel zelfstandig te vergroten. Met deze investering willen we de markt het zetje geven dat nodig is om uit te groeien tot een volwaardige markt, van de boer die een gewas produceert tot de verwerker en de bouwer die het product uiteindelijk gebruikt.”

Financiering

De stap moet de CO2- en stikstofuitstoot van de bouw en infra als sector verminderen, valt te lezen in het plan. Om te helpen bij de productie en het gebruik van de materialen, stelt het kabinet voor nu 25 miljoen euro beschikbaar, aldus de Jonge. Het idee is dat daar later 175 miljoen euro bij komt, zegt de minister, die eraan toevoegt dat hier pas volgend jaar een besluit over wordt genomen “nadat de maatregelen verder zijn onderbouwd en uitgewerkt”.

Het geld moet op een aantal manieren in de markt komen. Bijvoorbeeld in de vorm van vergoedingen voor grond-, weg- en waterbouwprojecten waarbij biobased materialen worden toegepast, valt te lezen in de begroting van het plan. Andere voorbeelden zijn subsidies voor productielocaties van biobased materialen en de financiering van ‘uitvoeringsorganisaties’ die aanbieders en afnemers in contact gaan brengen.

‘Substantieel deel’

Met de inzet van het geld moet tegen 2030 een aantal doelen bereikt zijn. De regering wil bijvoorbeeld dat 15 procent van alle “nieuw toegevoegde bitumen” in asfalt minimaal 80 procent biobased is. Al het wegmeubilair moet minstens 10 procent biobased zijn en bij straatmeubilair gaat het om 15 procent.

In de waterbouw wil de regering dat 50 procent van al het gebruikte geotextiel biobased is. Wat oeverbeschoeiing betreft moet minstens 30 procent van biocomposiet zijn gemaakt. Dat materiaal wil de regering ook terugzien “in de brugdekken en/of leuningen van minstens 5.000 fiets- en voetgangersbruggen”. Het overzicht van alle doelstellingen is terug te lezen in het volledige plan, dat op donderdag op de website van het Rijk is gedeeld.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Geert van der Klugt

Journalist en redacteur voor Infrasite.

‘Substantieel’ deel bouwmateriaal moet biobased zijn tegen 2030 | Infrasite
vlas brug

‘Substantieel’ deel bouwmateriaal moet biobased zijn tegen 2030

De Smart Circular Bridge in Almere werd vorig jaar gebouwd en is voor een deel gemaakt van vlas. Dat is een van de biobased bouwmaterialen die de regering wil stimuleren. ANP / Hollandse Hoogte / Sander Koning

De regering trekt 200 miljoen euro uit om het gebruik van biobased materialen in de bouw en infra te vergroten. Het doel is dat een “substantieel” deel van alle materialen die in Nederland voor woningen en infrastructuur worden gebruikt, tegen 2030 gedeeltelijk biobased zijn. Als voorbeeld noemt de regering het asfalt in wegen, de materialen voor straat- en wegmeubilair en de onderdelen van fietsbruggen.

Minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt het plan op donderdag in een regeringsbrief bekend. In de zogeheten ‘Nationale Aanpak Biobased Bouwen’ valt te lezen dat de regering meer gaat inzetten op biobased bouwmaterialen. Niet alleen met subsidies voor opdrachtgevers en aannemers die de materialen gebruiken of ontwikkelen, schrijft De Jonge, maar ook met geld voor boeren en andere partijen die de benodigde grondstoffen willen produceren of leveren.

Denk bij die grondstoffen aan lignine, een stofje dat wordt aangemaakt door bomen en planten en bruikbaar is als alternatief voor de fossiele bitumen in asfalt. Een ander voorbeeld is biocomposiet, een mengsel van vezels en biohars waarmee stalen delen van fietsbruggen, voetgangersbruggen en wegmeubilair volgens de regering kunnen worden vervangen. Of gewoon hout, zegt de minister, waarmee bijvoorbeeld de hoofddraagconstructies, daken en gevels van gebouwen kunnen worden gebouwd.

De Jonge erkent dat sommige bedrijven al langer met biobased materialen werken. Toch is de markt volgens de minister nog niet ‘volwaardig’. “De ervaring leert dat dit niet vanzelf tot stand komt. Het aandeel biobased is nu nog erg klein. Voor marktpartijen is het niet gemakkelijk om dit aandeel zelfstandig te vergroten. Met deze investering willen we de markt het zetje geven dat nodig is om uit te groeien tot een volwaardige markt, van de boer die een gewas produceert tot de verwerker en de bouwer die het product uiteindelijk gebruikt.”

Financiering

De stap moet de CO2- en stikstofuitstoot van de bouw en infra als sector verminderen, valt te lezen in het plan. Om te helpen bij de productie en het gebruik van de materialen, stelt het kabinet voor nu 25 miljoen euro beschikbaar, aldus de Jonge. Het idee is dat daar later 175 miljoen euro bij komt, zegt de minister, die eraan toevoegt dat hier pas volgend jaar een besluit over wordt genomen “nadat de maatregelen verder zijn onderbouwd en uitgewerkt”.

Het geld moet op een aantal manieren in de markt komen. Bijvoorbeeld in de vorm van vergoedingen voor grond-, weg- en waterbouwprojecten waarbij biobased materialen worden toegepast, valt te lezen in de begroting van het plan. Andere voorbeelden zijn subsidies voor productielocaties van biobased materialen en de financiering van ‘uitvoeringsorganisaties’ die aanbieders en afnemers in contact gaan brengen.

‘Substantieel deel’

Met de inzet van het geld moet tegen 2030 een aantal doelen bereikt zijn. De regering wil bijvoorbeeld dat 15 procent van alle “nieuw toegevoegde bitumen” in asfalt minimaal 80 procent biobased is. Al het wegmeubilair moet minstens 10 procent biobased zijn en bij straatmeubilair gaat het om 15 procent.

In de waterbouw wil de regering dat 50 procent van al het gebruikte geotextiel biobased is. Wat oeverbeschoeiing betreft moet minstens 30 procent van biocomposiet zijn gemaakt. Dat materiaal wil de regering ook terugzien “in de brugdekken en/of leuningen van minstens 5.000 fiets- en voetgangersbruggen”. Het overzicht van alle doelstellingen is terug te lezen in het volledige plan, dat op donderdag op de website van het Rijk is gedeeld.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Geert van der Klugt

Journalist en redacteur voor Infrasite.