Infra-Innovatie Netwerk wil het centrale gremium worden voor GWW-innovaties bij decentrale overheden

Reinier Trommel - Bron: CROW

Interview met Reinier Trommel over de start van het Infra-Innovatie Netwerk op 9 juni 2016.

Reinier Trommel is werkzaam bij CROW als projectmanager Infra-Innovatie Netwerk.

1. Het Infra-Innovatie Netwerk wil het daadwerkelijk toepassen van technische innovaties in de gww-sector bevorderen. Het richt zich daarbij op de dagelijkse praktijk van decentrale overheden. Waarom is dit netwerk nodig?

Beheerders van wegen, bruggen, kanalen, dijken en andere GWW-objecten staan de komende jaren voor grote uitdagingen. Belangrijke onderdelen van het weg- en waternet verouderen en voldoen nu of binnen een aantal jaren niet meer aan de gestelde eisen. De eisen die de samenleving stelt aan de infrastructuur worden steeds zwaarder. De infrastructuur moet bestand zijn tegen meer en zwaardere belastingen, beheer en onderhoud moet goedkoper en moet met minder verkeers- en omgevingshinder plaatsvinden, nieuwe functionaliteiten moeten worden toegevoegd.

Met het vervangen van deze infrastructuur zijn grote investeringen gemoeid. Tegelijkertijd krijgen steeds meer overheden te maken met teruglopende budgetten voor investeringen en voor het beheer en onderhoud van het wegennet. Aan de overheden de taak om de weggebruikers nu en in de komende jaren een veilig en beschikbaar wegennet aan te bieden. Deze uitdagingen moeten in een snel veranderende omgeving worden aangegaan. Organisaties krimpen, meer verantwoordelijkheden worden aan het bedrijfsleven overgelaten en technologische ontwikkelingen volgen elkaar in een steeds sneller tempo op.

De noodzaak om te innoveren en om innovaties toe te passen, wordt steeds breder gedeeld bij zowel overheden als bedrijfsleven. Er zijn echter nog de nodige belemmeringen te overwinnen. Aanbieders van innovaties klagen dat zij hun ideeën en producten lastig kunnen afzetten. En wegbeherende overheden vinden dat ze amper innovaties aangeboden krijgen, die aansluiten bij hun behoeften.

De grond-, weg- en watersector (GWW) staat over het algemeen bekend als traditioneel van aard. Standaardtechnieken en -materialen zijn gemeengoed. Wegbeherende overheden zijn bekend met deze technieken en materialen; de normen en richtlijnen zijn op deze technieken en materialen afgestemd en de contractuele verhoudingen met de opdrachtnemer zijn relatief eenvoudig. Bij innovatieve producten, technieken of processen geldt dit allemaal niet. Onbekendheid over het functioneren van de innovatie en mogelijke problemen bij het aanbesteden zijn factoren die de toepassing van innovaties in de weg staan. Het gevolg is dat het vaak lang duurt voordat innovaties breed worden toegepast. Vaak worden innovatieve oplossingen helemaal niet toegepast en verdwijnen ze weer in de ijskast.

De geconstateerde belemmeringen op het gebied van innovaties gelden zeker niet voor de gehele infrastructuur, de daarbij betrokken partijen en ook niet in gelijke mate. Innovaties vinden op een aantal plekken zeker hun weg. In het Corporate Innovatie Programma verenigen Rijkswaterstaat en de voor haar werkende partijen hun krachten rondom de problematiek op autosnelwegen. Het beperkt aantal stakeholders en de omvang van het netwerk maken het innovatieproces hier (relatief) eenvoudiger. Het soort innovatievraagstukken van het decentrale wegennet is afwijkend van die van het rijkswegennet. Tevens is de dynamiek rondom ‘niet-autosnelwegen’ ofwel de provinciale, gemeentelijke en waterschapswegen van een andere aard. Het aantal spelers is veel groter en het bundelen van het wegennet en het gezamenlijk innoveren is minder vanzelfsprekend. Daardoor komen innovaties binnen dit zogenoemde ‘decentrale wegennet’ moeilijker tot stand of worden ze slechts op beperkte locaties toegepast.

Bij provincies en gemeenten bestaat behoefte om de ontwikkeling en de toepassing van innovatieve (technische) oplossingen binnen de infrastructuur te bevorderen. Ze merken dat het beantwoorden van vragen op het gebied van innovaties binnen hun eigen organisatie of beheergebied lastig is. Het bundelen van expertise en marktpotentieel wordt noodzakelijk geacht om ten volle de kansen te kunnen benutten. Daarbij wordt de samenwerking en het onderling leren met en van partijen als Rijkswaterstaat zeker niet geschuwd, sterker nog, bewust opgezocht. Een eigen gremium, waar specifieke problemen van gemeenten, provincies en waterschappen voor hun infrastructuur opgepakt worden, wordt echter noodzakelijk geacht om aandacht en tempo te organiseren. Geconstateerd wordt dat de opgave voor decentrale overheden anders is dan die van Rijkswaterstaat en dat ook de organisatie van Rijkswaterstaat anders is dan van de provincies, gemeenten en waterschappen. Tegelijkertijd brengt diversiteit van de decentrale overheden mogelijkheden met zich mee en zijn ze wellicht laagdrempeliger te benaderen voor meer (innovatieve) marktpartijen.

Het netwerk wil hét centrale gremium worden waarlangs opdrachtgevers en opdrachtnemers, vragen en ideeën, obstakels en oplossingen, processen en technieken elkaar kunnen vinden. Het netwerk wil de krachten van alle decentrale overheden bundelen, maar ook aannemers en toeleveranciers betrekken. Zij hebben immers vaak ideeën, die ze nu onvoldoende kwijt kunnen. Opdrachtnemers willen graag innoveren. Daarmee kunnen zij zich namelijk onderscheiden van hun concurrenten. Dan moeten zij echter wel de kans krijgen om hun innovaties aan te bieden en in de praktijk uit te proberen. Tot slot moet er de mogelijkheid zijn om een dusdanige omvang van de markt voor innovaties te creëren, dat de ontwikkelkosten kunnen worden terugverdiend.

2. Op 1 oktober 2015 zijn tijdens de Landelijke WOW-dag de eerste plannen van het netwerk bekend gemaakt. Kunt u daarover meer vertellen?

Tijdens de landelijke WOW-dag was het netwerk nog in de opbouwfase en is het moment benut om de plannen van het netwerk kenbaar te maken. Dit gebeurde in één van de parallelsessies (passend bij het gegeven dat het netwerk op dat moment nog in een prille fase verkeerde en een al te grote exposure daarom niet logisch was). In die parallelsessie werden de plannen van het Netwerk uit de doeken gedaan (zie hieronder) en is de tijd vooral benut om ervaringen met innovaties uit te wisselen. Als voorproefje van de uitwisselingsbijeenkomsten die het Netwerk onder andere gaat organiseren. Al snel bleek dat de uitwisseling veel enthousiasme onder de deelnemers teweeg bracht. Er werden niet alleen nieuwe contacten gelegd en nieuwtjes uitgewisseld, maar het werd ook duidelijk dat meerdere organisaties met dezelfde typen innovaties bezig waren en tegen vergelijkbare problemen aan liepen. Daarmee werd meteen de meerwaarde van het netwerk bewezen.

De plannen van het netwerk in een notendop:

Mensen bij elkaar brengen en kennis en ervaring delen

  • Organiseren bijeenkomsten
  • Opzetten en onderhouden kennisportaal en community (met overzicht actuele infra-innovaties, innovatievragen en praktische informatie over hoe innovatiebelemmeringen weg te nemen)
  • Gezamenlijke innovatieagenda (met concrete innovatievragen)
  • Handreiking proeftuinen (hoe richt je deze in zodat resultaten vergelijkbaar en daarmee bruikbaar zijn)
  • Beoordelingsprotocollen innovaties (zodat er een onafhankelijk ‘oordeel’ komt over aangeboden innovaties)
  • Afstemming activiteiten netwerk met andere initiatieven (zoals Inkoop Innovatie Urgent, Wegbeheerders ontmoeten Wegbeheerders etc.)

Bijeenkomsten

  • Matching innovatievraag- en aanbod (o.a. innovatiecafés)
  • Specifieke themabijeenkomsten, zoals over:
    • Barrières en oplossingen
    • Contractuele afspraken
    • Wet- en regelgeving
    • Commitment bestuur en organisatie
    • Samen successen organiseren

Lancering netwerk op 9 juni 2016

Belangrijker dan de introductie tijdens de landelijke WoW dag op 1 oktober 2015 is overigens de lancering van het netwerk op 9 juni a.s. op het provinciehuis in Den Bosch (via deze link meer info). Dan staat het netwerk in de benen en kunnen we meters gaan maken. Dat moment markeren we met de lanceringsbijeenkomst. Het moment om het netwerk zo breed mogelijk bij de doelgroep onder de aandacht te brengen. De doelgroep bestaat uit functionarissen bij gemeenten, provincies, waterschappen en marktpartijen (aannemers, adviesbureaus, toeleveranciers) die met innovaties bezig zijn, innovaties aanbieden en willen toepassen

3. Kunt u voorbeelden noemen van onderwerpen waarbij het Infra-Innovatie Netwerk een rol kan spelen? Kunt u deze toelichten?

Het netwerk kan antwoorden bieden op de volgende praktijkvragen van zowel opdrachtgevers (decentrale overheden) en aanbieders van innovaties:

  • Hoe ga je om met aanbestedingswet- en regelgeving i.r.t. innovaties (vaak wordt de aanbestedingswet- en regelgeving als belemmerend ervaren om innovaties uit de markt te halen. Als er bijvoorbeeld met een marktpartij een innovatieve oplossing wordt besproken, wordt deze marktpartij bij een aanbestedingsprocedure van deelname uitgesloten vanwege een gecreëerde bevoordeelde positie t.o.v. andere marktpartijen).
  • Hoe zorg je ervoor dat innovaties die succesvol in een pilot zijn beproefd ook daadwerkelijk breed toegepast worden? Het valt op dat er diverse pilotprojecten worden uitgevoerd met innovaties, maar dat de innovaties ook na een succesvolle pilot niet breder worden toegepast.
  • Hoe zorg je voor een onafhankelijk oordeel over aangeboden innovaties (opdrachtgevers zijn risicomijdend en willen weten hoe zij een innovatieve oplossing moeten beoordelen).
  • Hoe krijg je zicht op actuele innovaties (vanuit opdrachtgevers) en hoe krijg je zicht op innovatievragen van decentrale overheden (perspectief opdrachtnemers/aanbieders van innovaties).

4. Levensduurverlenging van bijvoorbeeld bruggen, innovatief ontwerp van wegen, innovatieve asfaltproducten zijn belangrijke onderwerpen voor de markt. Hoe kan het Infra-Innovatie Netwerk deze ontwikkelingen helpen versnellen?

De innovaties zelf kan het netwerk niet versnellen, maar het netwerk kan er wel voor zorgen dat duidelijk is welke innovatieve oplossingen gewenst/nodig zijn en dat deze oplossingen worden toegepast. Daarnaast kan het netwerk door het bundelen van de vragen van decentrale overheden een grotere (innovatie)markt creëren, waardoor marktpartijen hun investeringen makkelijker kunnen terugverdienen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur

Infra-Innovatie Netwerk wil het centrale gremium worden voor GWW-innovaties bij decentrale overheden | Infrasite

Infra-Innovatie Netwerk wil het centrale gremium worden voor GWW-innovaties bij decentrale overheden

Reinier Trommel - Bron: CROW

Interview met Reinier Trommel over de start van het Infra-Innovatie Netwerk op 9 juni 2016.

Reinier Trommel is werkzaam bij CROW als projectmanager Infra-Innovatie Netwerk.

1. Het Infra-Innovatie Netwerk wil het daadwerkelijk toepassen van technische innovaties in de gww-sector bevorderen. Het richt zich daarbij op de dagelijkse praktijk van decentrale overheden. Waarom is dit netwerk nodig?

Beheerders van wegen, bruggen, kanalen, dijken en andere GWW-objecten staan de komende jaren voor grote uitdagingen. Belangrijke onderdelen van het weg- en waternet verouderen en voldoen nu of binnen een aantal jaren niet meer aan de gestelde eisen. De eisen die de samenleving stelt aan de infrastructuur worden steeds zwaarder. De infrastructuur moet bestand zijn tegen meer en zwaardere belastingen, beheer en onderhoud moet goedkoper en moet met minder verkeers- en omgevingshinder plaatsvinden, nieuwe functionaliteiten moeten worden toegevoegd.

Met het vervangen van deze infrastructuur zijn grote investeringen gemoeid. Tegelijkertijd krijgen steeds meer overheden te maken met teruglopende budgetten voor investeringen en voor het beheer en onderhoud van het wegennet. Aan de overheden de taak om de weggebruikers nu en in de komende jaren een veilig en beschikbaar wegennet aan te bieden. Deze uitdagingen moeten in een snel veranderende omgeving worden aangegaan. Organisaties krimpen, meer verantwoordelijkheden worden aan het bedrijfsleven overgelaten en technologische ontwikkelingen volgen elkaar in een steeds sneller tempo op.

De noodzaak om te innoveren en om innovaties toe te passen, wordt steeds breder gedeeld bij zowel overheden als bedrijfsleven. Er zijn echter nog de nodige belemmeringen te overwinnen. Aanbieders van innovaties klagen dat zij hun ideeën en producten lastig kunnen afzetten. En wegbeherende overheden vinden dat ze amper innovaties aangeboden krijgen, die aansluiten bij hun behoeften.

De grond-, weg- en watersector (GWW) staat over het algemeen bekend als traditioneel van aard. Standaardtechnieken en -materialen zijn gemeengoed. Wegbeherende overheden zijn bekend met deze technieken en materialen; de normen en richtlijnen zijn op deze technieken en materialen afgestemd en de contractuele verhoudingen met de opdrachtnemer zijn relatief eenvoudig. Bij innovatieve producten, technieken of processen geldt dit allemaal niet. Onbekendheid over het functioneren van de innovatie en mogelijke problemen bij het aanbesteden zijn factoren die de toepassing van innovaties in de weg staan. Het gevolg is dat het vaak lang duurt voordat innovaties breed worden toegepast. Vaak worden innovatieve oplossingen helemaal niet toegepast en verdwijnen ze weer in de ijskast.

De geconstateerde belemmeringen op het gebied van innovaties gelden zeker niet voor de gehele infrastructuur, de daarbij betrokken partijen en ook niet in gelijke mate. Innovaties vinden op een aantal plekken zeker hun weg. In het Corporate Innovatie Programma verenigen Rijkswaterstaat en de voor haar werkende partijen hun krachten rondom de problematiek op autosnelwegen. Het beperkt aantal stakeholders en de omvang van het netwerk maken het innovatieproces hier (relatief) eenvoudiger. Het soort innovatievraagstukken van het decentrale wegennet is afwijkend van die van het rijkswegennet. Tevens is de dynamiek rondom ‘niet-autosnelwegen’ ofwel de provinciale, gemeentelijke en waterschapswegen van een andere aard. Het aantal spelers is veel groter en het bundelen van het wegennet en het gezamenlijk innoveren is minder vanzelfsprekend. Daardoor komen innovaties binnen dit zogenoemde ‘decentrale wegennet’ moeilijker tot stand of worden ze slechts op beperkte locaties toegepast.

Bij provincies en gemeenten bestaat behoefte om de ontwikkeling en de toepassing van innovatieve (technische) oplossingen binnen de infrastructuur te bevorderen. Ze merken dat het beantwoorden van vragen op het gebied van innovaties binnen hun eigen organisatie of beheergebied lastig is. Het bundelen van expertise en marktpotentieel wordt noodzakelijk geacht om ten volle de kansen te kunnen benutten. Daarbij wordt de samenwerking en het onderling leren met en van partijen als Rijkswaterstaat zeker niet geschuwd, sterker nog, bewust opgezocht. Een eigen gremium, waar specifieke problemen van gemeenten, provincies en waterschappen voor hun infrastructuur opgepakt worden, wordt echter noodzakelijk geacht om aandacht en tempo te organiseren. Geconstateerd wordt dat de opgave voor decentrale overheden anders is dan die van Rijkswaterstaat en dat ook de organisatie van Rijkswaterstaat anders is dan van de provincies, gemeenten en waterschappen. Tegelijkertijd brengt diversiteit van de decentrale overheden mogelijkheden met zich mee en zijn ze wellicht laagdrempeliger te benaderen voor meer (innovatieve) marktpartijen.

Het netwerk wil hét centrale gremium worden waarlangs opdrachtgevers en opdrachtnemers, vragen en ideeën, obstakels en oplossingen, processen en technieken elkaar kunnen vinden. Het netwerk wil de krachten van alle decentrale overheden bundelen, maar ook aannemers en toeleveranciers betrekken. Zij hebben immers vaak ideeën, die ze nu onvoldoende kwijt kunnen. Opdrachtnemers willen graag innoveren. Daarmee kunnen zij zich namelijk onderscheiden van hun concurrenten. Dan moeten zij echter wel de kans krijgen om hun innovaties aan te bieden en in de praktijk uit te proberen. Tot slot moet er de mogelijkheid zijn om een dusdanige omvang van de markt voor innovaties te creëren, dat de ontwikkelkosten kunnen worden terugverdiend.

2. Op 1 oktober 2015 zijn tijdens de Landelijke WOW-dag de eerste plannen van het netwerk bekend gemaakt. Kunt u daarover meer vertellen?

Tijdens de landelijke WOW-dag was het netwerk nog in de opbouwfase en is het moment benut om de plannen van het netwerk kenbaar te maken. Dit gebeurde in één van de parallelsessies (passend bij het gegeven dat het netwerk op dat moment nog in een prille fase verkeerde en een al te grote exposure daarom niet logisch was). In die parallelsessie werden de plannen van het Netwerk uit de doeken gedaan (zie hieronder) en is de tijd vooral benut om ervaringen met innovaties uit te wisselen. Als voorproefje van de uitwisselingsbijeenkomsten die het Netwerk onder andere gaat organiseren. Al snel bleek dat de uitwisseling veel enthousiasme onder de deelnemers teweeg bracht. Er werden niet alleen nieuwe contacten gelegd en nieuwtjes uitgewisseld, maar het werd ook duidelijk dat meerdere organisaties met dezelfde typen innovaties bezig waren en tegen vergelijkbare problemen aan liepen. Daarmee werd meteen de meerwaarde van het netwerk bewezen.

De plannen van het netwerk in een notendop:

Mensen bij elkaar brengen en kennis en ervaring delen

  • Organiseren bijeenkomsten
  • Opzetten en onderhouden kennisportaal en community (met overzicht actuele infra-innovaties, innovatievragen en praktische informatie over hoe innovatiebelemmeringen weg te nemen)
  • Gezamenlijke innovatieagenda (met concrete innovatievragen)
  • Handreiking proeftuinen (hoe richt je deze in zodat resultaten vergelijkbaar en daarmee bruikbaar zijn)
  • Beoordelingsprotocollen innovaties (zodat er een onafhankelijk ‘oordeel’ komt over aangeboden innovaties)
  • Afstemming activiteiten netwerk met andere initiatieven (zoals Inkoop Innovatie Urgent, Wegbeheerders ontmoeten Wegbeheerders etc.)

Bijeenkomsten

  • Matching innovatievraag- en aanbod (o.a. innovatiecafés)
  • Specifieke themabijeenkomsten, zoals over:
    • Barrières en oplossingen
    • Contractuele afspraken
    • Wet- en regelgeving
    • Commitment bestuur en organisatie
    • Samen successen organiseren

Lancering netwerk op 9 juni 2016

Belangrijker dan de introductie tijdens de landelijke WoW dag op 1 oktober 2015 is overigens de lancering van het netwerk op 9 juni a.s. op het provinciehuis in Den Bosch (via deze link meer info). Dan staat het netwerk in de benen en kunnen we meters gaan maken. Dat moment markeren we met de lanceringsbijeenkomst. Het moment om het netwerk zo breed mogelijk bij de doelgroep onder de aandacht te brengen. De doelgroep bestaat uit functionarissen bij gemeenten, provincies, waterschappen en marktpartijen (aannemers, adviesbureaus, toeleveranciers) die met innovaties bezig zijn, innovaties aanbieden en willen toepassen

3. Kunt u voorbeelden noemen van onderwerpen waarbij het Infra-Innovatie Netwerk een rol kan spelen? Kunt u deze toelichten?

Het netwerk kan antwoorden bieden op de volgende praktijkvragen van zowel opdrachtgevers (decentrale overheden) en aanbieders van innovaties:

  • Hoe ga je om met aanbestedingswet- en regelgeving i.r.t. innovaties (vaak wordt de aanbestedingswet- en regelgeving als belemmerend ervaren om innovaties uit de markt te halen. Als er bijvoorbeeld met een marktpartij een innovatieve oplossing wordt besproken, wordt deze marktpartij bij een aanbestedingsprocedure van deelname uitgesloten vanwege een gecreëerde bevoordeelde positie t.o.v. andere marktpartijen).
  • Hoe zorg je ervoor dat innovaties die succesvol in een pilot zijn beproefd ook daadwerkelijk breed toegepast worden? Het valt op dat er diverse pilotprojecten worden uitgevoerd met innovaties, maar dat de innovaties ook na een succesvolle pilot niet breder worden toegepast.
  • Hoe zorg je voor een onafhankelijk oordeel over aangeboden innovaties (opdrachtgevers zijn risicomijdend en willen weten hoe zij een innovatieve oplossing moeten beoordelen).
  • Hoe krijg je zicht op actuele innovaties (vanuit opdrachtgevers) en hoe krijg je zicht op innovatievragen van decentrale overheden (perspectief opdrachtnemers/aanbieders van innovaties).

4. Levensduurverlenging van bijvoorbeeld bruggen, innovatief ontwerp van wegen, innovatieve asfaltproducten zijn belangrijke onderwerpen voor de markt. Hoe kan het Infra-Innovatie Netwerk deze ontwikkelingen helpen versnellen?

De innovaties zelf kan het netwerk niet versnellen, maar het netwerk kan er wel voor zorgen dat duidelijk is welke innovatieve oplossingen gewenst/nodig zijn en dat deze oplossingen worden toegepast. Daarnaast kan het netwerk door het bundelen van de vragen van decentrale overheden een grotere (innovatie)markt creëren, waardoor marktpartijen hun investeringen makkelijker kunnen terugverdienen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur