van brienenoordbrug
Geldtekort

Rijkswaterstaat verdedigt uitgaven aan zichzelf: ‘Personeel was essentieel’

De Van Brienenoordbrug in 2015. Beeldarchief Rijkswaterstaat / Harry van Reeken

Uit een rapport van Kwink Groep blijkt dat Rijkswaterstaat in 2020 veel geld voor vaarwegen uitgaf aan personeel in plaats van onderhoud, maar dat is volgens de dienst gerechtvaardigd. “Het heeft er gelukkig voor gezorgd dat we capaciteitsproblemen konden oplossen in een periode van personeelstekort en ziekteverzuim gedurende de coronacrisis”, zegt Rijkswaterstaat in een reactie op het rapport.

Eind februari schreven we over het opvallende uitgavepatroon van Rijkswaterstaat in 2020. In dat jaar maakte het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 1043 miljoen euro beschikbaar voor het hoofdvaarwegennet, bijna 20 procent meer dan in 2015. Voor aannemers die al jaren staan te springen om achterstallig onderhoud te plegen klonk het als muziek in de oren. Maar het extra geld kwam bepaald niet een-op-een terecht bij verbetering van vaarwegen.

Rijkswaterstaat reageert

De uitgaven aan beheer, onderhoud en vervanging liepen terug van 401 miljoen euro in 2015 naar 391 miljoen euro in 2020. Waar het geld naartoe ging? De interne organisatie van Rijkswaterstaat was een grote slokop, blijkt uit een rapport dat onafhankelijk onderzoeksbureau Kwink Groep vorige maand publiceerde.

De dienst besteedde 357 miljoen euro aan interne apparaatskosten, waaronder personeel, gebouwen en leaseauto’s. Dat vergroot het geldtekort voor onderhoudstaken, suggereren de onderzoekers. Voor de weg-, water en railinfrastructuur is jaarlijks een miljard euro extra nodig. Voor de hoofdvaarwegen gaat het naar schatting om 250 miljoen per jaar.

Rijkswaterstaat heeft inmiddels op het rapport gereageerd. De dienst zegt dat het geld onder meer is ingezet om extra capaciteit te genereren voor het begeleiden van de scheepvaart en het bedienen van bruggen en sluizen. “Dit is, zeker gedurende de zomermaanden, zeer arbeidsintensief en het draagt direct bij aan de vlotte en veilige doorvaart die onze medewerkers nastreven voor alle gebruikers.”

Onderhoudsbudget

“We hebben natuurlijk ook gewoon onze begroting voor 2023 waarin het onderhoudsbudget voor de vaarwegen is terug te vinden”, vervolgt Rijkswaterstaat. “Dat is niet specifiek in het Kwink-rapport terug te lezen. In de verslagperiode waar het rapport op inzoomt is er veel gedaan op het gebied van vaarwegen. Zo is er intensief gewerkt aan de zeesluis in Terneuzen en vergeet ook het werk bij de sluis in IJmuiden niet.”

“Daarnaast is er eind 2019 een extra impuls van circa 100 miljoen vrijgemaakt om met prioriteit de grootste onderhoudsknelpunten op de vaarwegen aan te kunnen pakken”, aldus de dienst. Ook wijst Rijkswaterstaat op de uitbreiding van het vaarwegennetwerk met de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. “Deze was voorheen in beheer bij de noordelijke provincies van ons land. Met de uitbreiding is het personeel naar Rijkswaterstaat overgekomen. De brug- en sluiswachters nemen we dankbaar op in onze organisatie zodat we kunnen blijven bedienen.”

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Geert van der Klugt

Bron: Schuttevaer

Journalist en redacteur voor Infrasite.

Rijkswaterstaat verdedigt uitgaven aan zichzelf: ‘Personeel was essentieel’ | Infrasite
van brienenoordbrug
Geldtekort

Rijkswaterstaat verdedigt uitgaven aan zichzelf: ‘Personeel was essentieel’

De Van Brienenoordbrug in 2015. Beeldarchief Rijkswaterstaat / Harry van Reeken

Uit een rapport van Kwink Groep blijkt dat Rijkswaterstaat in 2020 veel geld voor vaarwegen uitgaf aan personeel in plaats van onderhoud, maar dat is volgens de dienst gerechtvaardigd. “Het heeft er gelukkig voor gezorgd dat we capaciteitsproblemen konden oplossen in een periode van personeelstekort en ziekteverzuim gedurende de coronacrisis”, zegt Rijkswaterstaat in een reactie op het rapport.

Eind februari schreven we over het opvallende uitgavepatroon van Rijkswaterstaat in 2020. In dat jaar maakte het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 1043 miljoen euro beschikbaar voor het hoofdvaarwegennet, bijna 20 procent meer dan in 2015. Voor aannemers die al jaren staan te springen om achterstallig onderhoud te plegen klonk het als muziek in de oren. Maar het extra geld kwam bepaald niet een-op-een terecht bij verbetering van vaarwegen.

Rijkswaterstaat reageert

De uitgaven aan beheer, onderhoud en vervanging liepen terug van 401 miljoen euro in 2015 naar 391 miljoen euro in 2020. Waar het geld naartoe ging? De interne organisatie van Rijkswaterstaat was een grote slokop, blijkt uit een rapport dat onafhankelijk onderzoeksbureau Kwink Groep vorige maand publiceerde.

De dienst besteedde 357 miljoen euro aan interne apparaatskosten, waaronder personeel, gebouwen en leaseauto’s. Dat vergroot het geldtekort voor onderhoudstaken, suggereren de onderzoekers. Voor de weg-, water en railinfrastructuur is jaarlijks een miljard euro extra nodig. Voor de hoofdvaarwegen gaat het naar schatting om 250 miljoen per jaar.

Rijkswaterstaat heeft inmiddels op het rapport gereageerd. De dienst zegt dat het geld onder meer is ingezet om extra capaciteit te genereren voor het begeleiden van de scheepvaart en het bedienen van bruggen en sluizen. “Dit is, zeker gedurende de zomermaanden, zeer arbeidsintensief en het draagt direct bij aan de vlotte en veilige doorvaart die onze medewerkers nastreven voor alle gebruikers.”

Onderhoudsbudget

“We hebben natuurlijk ook gewoon onze begroting voor 2023 waarin het onderhoudsbudget voor de vaarwegen is terug te vinden”, vervolgt Rijkswaterstaat. “Dat is niet specifiek in het Kwink-rapport terug te lezen. In de verslagperiode waar het rapport op inzoomt is er veel gedaan op het gebied van vaarwegen. Zo is er intensief gewerkt aan de zeesluis in Terneuzen en vergeet ook het werk bij de sluis in IJmuiden niet.”

“Daarnaast is er eind 2019 een extra impuls van circa 100 miljoen vrijgemaakt om met prioriteit de grootste onderhoudsknelpunten op de vaarwegen aan te kunnen pakken”, aldus de dienst. Ook wijst Rijkswaterstaat op de uitbreiding van het vaarwegennetwerk met de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. “Deze was voorheen in beheer bij de noordelijke provincies van ons land. Met de uitbreiding is het personeel naar Rijkswaterstaat overgekomen. De brug- en sluiswachters nemen we dankbaar op in onze organisatie zodat we kunnen blijven bedienen.”

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Geert van der Klugt

Bron: Schuttevaer

Journalist en redacteur voor Infrasite.