Onafhankelijk onderzoek

Rijkswaterstaat geeft extra geld voor vaarwegen vooral aan zichzelf uit

kantoor EY Rijkswaterstaat Maas Rotterdam
Het kantoor van EY en Rijkswaterstaat aan de Maas in Rotterdam. ANP / Hollandse Hoogte / Harold Versteeg

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft tussen 2015 en 2020 fors meer uitgegeven aan het hoofdvaarwegennet. De totale uitgaven groeide in die periode met 19,6 procent. Maar de extra middelen werden niet besteed aan onderhoud. Het geld kwam vooral ten goede aan nieuwe projecten en interne kosten van Rijkswaterstaat.

Dat blijkt uit onderzoek van het onafhankelijke onderzoeksbureau Kwink Groep, meldt Schuttevaer. De Kwink Groep onderzocht in opdracht van het ministerie de uitgaven op de Rijksbegroting voor het hoofdstuk Scheepvaart en Havens. Het gaat om een wettelijk verplicht onderzoek dat periodiek moet worden herhaald. De overheid laat hiermee narekenen hoe groot de uitgaven waren en waaraan het geld werd besteed.

Vervanging

Uit de rapportage over 2015-2020, die minister Harbers deze week (maandag 20 februari) naar de Tweede Kamer stuurde, blijkt dat de uitgaven voor het hoofdvaarwegennet zijn gestegen. Het bedrag dat beschikbaar werd gesteld groeide van 872 miljoen euro in 2015 naar 1043 miljoen euro in 2020 (+19,6 procent). Voor schippers die al jaren klagen over achterstallig onderhoud moet dat als muziek in de oren klinken. Maar het extra geld kwam bepaald niet een-op-een terecht bij verbetering van vaarwegen. Het bedrag dat rechtstreeks werd uitgegeven aan beheer, onderhoud en vervanging liep zelfs terug. Namelijk van 401 miljoen euro in 2015 en naar 391 miljoen euro in 2020 (-2,5 procent).

Slokop

Waar ging het geld dan naartoe? Volgens de Kwink Groep was Rijkswaterstaat zelf een grote slokop. In 2020 ging 357 miljoen euro op aan apparaatskosten van Rijkswaterstaat zelf. Deze ‘netwerkgebonden kosten’, zoals ze in het rapport ook worden genoemd, groeiden flink in de onderzochte periode. Namelijk van 252 miljoen euro in 2015 naar de genoemde 357 miljoen euro in 2020, ofwel +42 procent.

Leaseauto’s

Van het totale bedrag dat in 2020 op de  begroting stond voor de hoofdvaarwegen ging 34 procent naar Rijkswaterstaat zelf, voor zaken als personeelskosten, gebouwen en leaseauto’s. Dat aandeel groeide, want in 2015 was het nog 29 procent. Het ministerie gaf ook nog geld uit aan nieuwbouwprojecten op de vaarwegen. Dat bedrag groeide met 7,6 procent (van 211 naar 227 miljoen). Dus ook bepaald niet in lijn met de groei van het totale budget van 19,6 procent. 

Verkeersveiligheid

Het onderzoeksbureau heeft niet alleen de uitgaven op een rij gezet. Ook de doelmatigheid van het beleid werd tegen het licht gehouden. Het ministerie van IenW heeft voor de hoofdvaarwegen twee doelen centraal gesteld: bereikbaarheid (inclusief tevredenheid van gebruikers daarover) en verkeersveiligheid. Maar juist het aantal stremmingen lijkt toe te nemen, signaleren de onderzoekers voorzichtig. “Prognoses van Rijkswaterstaat laten zien dat de prestaties op beide indicatoren naar verwachting de komende jaren niet aan de norm zullen voldoen. Naast veel gepland onderhoud, neemt de kans op ongeplande stremmingen toe als gevolg van uitgesteld onderhoud en veroudering van objecten en installaties.”

U las zojuist de inleiding van het artikel. Wilt u verder lezen?

Bent u al abonnee?

Inloggen

Auteur: Bart Oosterveld

Bron: Schuttevaer