Den Haag – Rijkswaterstaat en de politie zijn rond Amsterdam en Eindhoven gestart met een proef om kleine ongevallen op de snelweg sneller af te wikkelen. Bij verkeersongevallen met lichte schade beveiligen verkeersinspecteurs van Rijkswaterstaat, in afwachting van de politie, de ongevalplek. Zij regelen daarbij het verkeer en kunnen eventueel de rijbaan alvast vrijmaken. Doel van de proef is de veiligheid en de doorstroming op de snelweg te verbeteren.

Kleinere ongevallen met alleen blikschade veroorzaken steeds vaker files en gevaarlijke situaties op de snelwegen. De proef richt zich vooral op de eerste belangrijke minuten na zo’n ongeval. Indien nodig kan de verkeersinspecteur ook al de rijbaan vrijmaken door de auto’s naar een veilige plek te slepen zoals de vluchtstrook. Als de politie eenmaal is gearriveerd, wordt het ongeval door de agenten verder afgehandeld. Gezamenlijk wordt de doorstroming op de snelweg weer op gang gebracht. Verwacht wordt dat met deze aanpak zowel files als gevaarlijke situaties en vervolgongevallen worden beperkt.

De proef duurt zes maanden. Uit evaluatie moet blijken of deze aanpak een meer structureel karakter krijgt. Rijkswaterstaatmedewerkers hebben voor deze verkeersregelende werkzaamheden speciale training gehad van de politie. Om de Rijkswaterstaters duidelijk van politiemedewerkers te onderscheiden, zijn speciale geel-blauw-oranje jassen beschikbaar gesteld. Bij de proef zijn het Korps Landelijke Politiediensten en de regiopolitie Amsterdam-Amstelland betrokken. De nieuwe aanpak is afgestemd met Bureau Verkeershandhaving van het Openbaar Ministerie.