Den Haag – Het kabinet heeft nog niet definitief gekozen voor noodoverloopgebieden, die bij extreem hoogwater de rivieren kunnen ontlasten. Staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat heeft afgelopen donderdag gezegd dat het kabinet serieus zal kijken naar alternatieve oplossingen en dat aanvullend onderzoek zal plaatsvinden. Een definitief besluit wordt in 2006 genomen.

In december 2003 heeft het kabinet drie gebieden gereserveerd als potentiële noodoverloopgebieden: Rijnstrangen (bij Arnhem), de Ooijpolder (bij Nijmegen) en een deel van de Beersche Overlaat (Noord-Brabant). Tot deze reservering is overgegaan omdat de noodoverloopgebieden een serieuze optie zijn en zonder ruimtelijke reservering deze mogelijkheid steeds moeilijker dan wel kostbaarder wordt.

Of de noodoverloopgebieden er ook komen, staat nog niet definitief vast. In de Tweede Kamer wijst een ruime meerderheid het plan af. De fracties van CDA en D66 zijn niet overtuigd van de noodzaak van de noodoverloopgebieden. Volgens Van Lith (CDA) geven wetenschappers aan dat ze geen garantie bieden om overstromingen te voorkomen. De provincie Gelderland en enkele Gelderse gemeenten steunen het plan evenmin en hebben alternatieve plannen voorgelegd.