VERSNELLEN

Tien voorstellen om vertraging van transitieprojecten door stikstof te voorkomen

Uitstoot foto Maxim Tolchinskiy/Unsplash

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) heeft met een brede coalitie van partijen een tiental voorstellen gedaan om te voorkomen dat energietransitie-projecten vertraging oplopen door de stikstofproblematiek. Grote namen als Shell en de Port of Rotterdam behoren tot de ondertekenaars.

Uit de toelichting: ‘Om klimaatverandering tegen te gaan is snel meer CO2-uitstoot verminderen cruciaal. Energietransitie-projecten leiden bovendien veelal tot lagere structurele stikstofemissies. Het kabinet moet het probleem in de bouwfase van deze projecten daarom snel aanpakken. Dat helpt het stikstofprobleem op te lossen en voorkomt onzekerheid en vertraging in de energietransitie’, aldus NVDE-voorzitter Olof van der Gaag.

De NVDE heeft een tienpuntenplan opgesteld om er voor te zorgen dat stikstofperikelen de bestrijding van de klimaatverandering niet in de weg zit. Ondertekenaars zijn onder ander Shell, de Port of Rotterdam en Vattenfall.

De doorlooptijden van energietransitie-projecten moeten korter, zegt de NVDE. ‘De vereniging ziet kansen om duurzame energie juist een bijdrage te laten leveren aan het oplossen van het stikstofprobleem en het herstellen van de natuur, bijvoorbeeld via meervoudig landgebruik of intern / extern via zon- en windprojecten. Zowel opties voor intern salderen (de bespaarde emissies tijdens de bedrijfsfase gebruiken om tijdelijke emissies tijdens aanlegfase te salderen) als extern salderen (denk extra aanleg van zon -of windparken om de aanleg van woonwijken weer mogelijk te maken) zouden verder kunnen worden uitgewerkt. Ook salderen binnen de sector is een mogelijkheid en heeft onze voorkeur, denk aan het gebruik van de vermeden uitstoot door de aanleg van zonnepanelen voor saldering bij een bio-warmte-installatie. Door het ontbreken van een geborgd nationaal pakket van maatregelen rondom stikstof en natuurherstel is bovendien de onzekerheid omtrent de vergunningverlening voor deze projecten vergroot.’

Daarom roept de NVDE samen met een brede coalitie van bedrijven op tot het volgende maatregelenpakket om vertraging voor de energietransitie te voorkomen:

  1. Start direct met maatregelen om de meest omvangrijke stikstofemissies te reduceren in de omgeving rondom Natura2000-gebieden en zo op korte termijn stikstofruimte te creëren voor het afgeven van (bouw)vergunningen. Koppel – om tempo te maken – deze korte termijn maatregelen, om snel stikstofruimte te creëren, los van een definitieve integrale aanpak in de landbouw.
  2. Ga zo snel mogelijk aan de slag met de gebiedsgerichte aanpak vanuit het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de verdere uitwerking en uitvoering van de adviezen die Remkes hiervoor heeft gegeven. Een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en natuurherstel is van belang om zo te gaan voldoen aan de Europese verplichtingen.
  3. Zorg zo snel mogelijk voor een juridisch houdbaar alternatief gebaseerd op geborgde stikstofreductie in plaats van de bouwvrijstelling en geef energietransitie-projecten hierbij de hoogste prioriteit, vanwege de bijdrage die zij kunnen leveren aan CO2-reductie, stikstofreductie én natuurherstel. Denk hierbij aan een generieke toestemming/regeling voor duurzame energie en de daarbij behorende infrastructuur of het creëren van een aparte uitzonderingscategorie in de wet voor dit type projecten.
  4. Behandel energietransitie-projecten als ‘projecten met dwingende reden van groot openbaar belang’. De categorie ‘projecten met dwingende reden van groot openbaar belang’ kan via het stikstofregistratiesysteem (SSRS) ontwikkelruimte krijgen. Juridisch kan dit geregeld worden door de bestaande Regeling natuurbescherming op dit punt te wijzigen.
  5. Behandel maatregelen in het kader van de energietransitie als maatregelen die de natuur dienen. De vergunningplicht op het gebied van stikstof geldt voor een project of plan dat ‘niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied’. Wij stellen dat energietransitie-projecten een dusdanig effect kunnen hebben op klimaatverandering, dat deze nodig kunnen zijn voor het beheer van Natura 2000-gebieden. Simpel gezegd, als bijvoorbeeld bepaalde maatregelen niet worden genomen stijgt de zeespiegel deze eeuw dusdanig dat delen van Nederland onder water komen te staan, ook bestaande natuurgebieden.
  6. Wijs de gebieden waar energietransitie-projecten ontwikkeld worden ook aan als ‘renewable go-to-areas’3, om goed aan te sluiten bij Europese wetgeving (RepowerEU) en het dwingende openbare belang van energietransitie-projecten verder juridisch te borgen. Denk hierbij aan de aan de NOVEX-gebieden die gericht zijn op de transitie van haven- en industriegebieden en de RES-gebieden die gericht zijn op grootschalige opwek van duurzame energie. Zorg dat er voor deze gebieden een beoordeling wordt gemaakt van milieueffecten (waaronder natuur). Het is vervolgens binnen deze gebieden niet meer nodig om passende beoordelingen te maken, vergunningsprocedures kunnen hierdoor een stuk sneller.
  7. Zorg dat er naast het Transitiefonds Landelijk Gebied een innovatiefonds voor het toepassen van de ‘Best Beschikbare Technieken’ op het gebied van stikstofreductie komt. Dit fonds wordt ingezet om nieuwe technologieën te financieren, aan te jagen en op te schalen. Richt dit fonds dusdanig in dat deze cross sectoraal functioneert, zodat innovaties uit de industrie, mobiliteit en landbouwsectoren onderling uitgewisseld worden.
  8. Creëer een landelijke pool van stikstofdeskundigen en ecologen die overheden en initiatiefnemers kunnen bijstaan bij:
  • Het in kaart brengen gevolgen van een project voor de natuur (d.m.v. een Aerius- berekening);
  • Het uitvoeren van een voortoets om te bepalen of significante effecten kunnen worden uitgesloten;
  • Het uitvoeren van een passende beoordeling
  • Het adviseren over ADC-maatregelen (geen Alternatieven, Dwingende reden van
  • openbaar belang en Compensatie).
    Maak hierbij op een slimme manier gebruik van de recent ingestelde ecologische autoriteit.
  1. Maak standaardteksten voor de onderbouwing van ‘alternatieven’ en ‘dwingende redenen’ vanuit de ADC-toets en een lijst van standaard maatregelen voor natuurcompensatie. Het voordeel hiervan is dat dit duidelijkheid schept bij initiatiefnemers. Denk hierbij aan maatregelen als landschappelijke / ecologische ruimtelijke inpassing in de omgeving van een project of aankoop van grond om nieuwe natuur te creëren. Onderzoek daarnaast ook of energietransitie-projecten vanwege hun potentiële bijdrage aan stikstofreductie, CO2- reductie en natuurherstel kunnen worden uitgezonderd voor het nemen van compenserende maatregelen.
  2. Zorg voor het versneld uitvoeren van de Routekaart Schoon & Emissieloos Bouwen 2030 om stikstofemissievrij bouwmaterieel zo snel mogelijk op te schalen. Alle energietransitie- projecten waarbij inzet van bouwmaterieel nodig is, hebben te maken met deposities in de aanlegfase. Emissieneutraal bouwen vergt een gezamenlijke inspanning van overheden en bedrijfsleven. Projectontwikkelaars en bouwers zijn hier al volop mee bezig, maar lopen aan tegen enerzijds beschikbaarheid en anderzijds geschiktheid: er is nog relatief weinig uitstootvrij bouwmaterieel en voor sommige activiteiten zijn de benodigde machines nog in ontwikkeling. Verdere stimulans voor opschaling en innovatie is nodig. De duurzame energiesector denkt graag mee over een plan voor verdere elektrificatie van de bouw. Het landelijk financieren en inkopen van emissievrij bouwmaterieel zien wij als kansrijk hiervoor. (tekst: het tienpuntenplan van de NVDE)

Lees ook:

Bouwvrijstelling stikstof van tafel, maar geen algehele bouwstop

Hoogheemraadschap bestrijdt stikstof met BioCurlz

Onderwerpen: , , ,

Auteur: Redactie

Tien voorstellen om vertraging van transitieprojecten door stikstof te voorkomen | Infrasite
VERSNELLEN

Tien voorstellen om vertraging van transitieprojecten door stikstof te voorkomen

Uitstoot foto Maxim Tolchinskiy/Unsplash

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) heeft met een brede coalitie van partijen een tiental voorstellen gedaan om te voorkomen dat energietransitie-projecten vertraging oplopen door de stikstofproblematiek. Grote namen als Shell en de Port of Rotterdam behoren tot de ondertekenaars.

Uit de toelichting: ‘Om klimaatverandering tegen te gaan is snel meer CO2-uitstoot verminderen cruciaal. Energietransitie-projecten leiden bovendien veelal tot lagere structurele stikstofemissies. Het kabinet moet het probleem in de bouwfase van deze projecten daarom snel aanpakken. Dat helpt het stikstofprobleem op te lossen en voorkomt onzekerheid en vertraging in de energietransitie’, aldus NVDE-voorzitter Olof van der Gaag.

De NVDE heeft een tienpuntenplan opgesteld om er voor te zorgen dat stikstofperikelen de bestrijding van de klimaatverandering niet in de weg zit. Ondertekenaars zijn onder ander Shell, de Port of Rotterdam en Vattenfall.

De doorlooptijden van energietransitie-projecten moeten korter, zegt de NVDE. ‘De vereniging ziet kansen om duurzame energie juist een bijdrage te laten leveren aan het oplossen van het stikstofprobleem en het herstellen van de natuur, bijvoorbeeld via meervoudig landgebruik of intern / extern via zon- en windprojecten. Zowel opties voor intern salderen (de bespaarde emissies tijdens de bedrijfsfase gebruiken om tijdelijke emissies tijdens aanlegfase te salderen) als extern salderen (denk extra aanleg van zon -of windparken om de aanleg van woonwijken weer mogelijk te maken) zouden verder kunnen worden uitgewerkt. Ook salderen binnen de sector is een mogelijkheid en heeft onze voorkeur, denk aan het gebruik van de vermeden uitstoot door de aanleg van zonnepanelen voor saldering bij een bio-warmte-installatie. Door het ontbreken van een geborgd nationaal pakket van maatregelen rondom stikstof en natuurherstel is bovendien de onzekerheid omtrent de vergunningverlening voor deze projecten vergroot.’

Daarom roept de NVDE samen met een brede coalitie van bedrijven op tot het volgende maatregelenpakket om vertraging voor de energietransitie te voorkomen:

  1. Start direct met maatregelen om de meest omvangrijke stikstofemissies te reduceren in de omgeving rondom Natura2000-gebieden en zo op korte termijn stikstofruimte te creëren voor het afgeven van (bouw)vergunningen. Koppel – om tempo te maken – deze korte termijn maatregelen, om snel stikstofruimte te creëren, los van een definitieve integrale aanpak in de landbouw.
  2. Ga zo snel mogelijk aan de slag met de gebiedsgerichte aanpak vanuit het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de verdere uitwerking en uitvoering van de adviezen die Remkes hiervoor heeft gegeven. Een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en natuurherstel is van belang om zo te gaan voldoen aan de Europese verplichtingen.
  3. Zorg zo snel mogelijk voor een juridisch houdbaar alternatief gebaseerd op geborgde stikstofreductie in plaats van de bouwvrijstelling en geef energietransitie-projecten hierbij de hoogste prioriteit, vanwege de bijdrage die zij kunnen leveren aan CO2-reductie, stikstofreductie én natuurherstel. Denk hierbij aan een generieke toestemming/regeling voor duurzame energie en de daarbij behorende infrastructuur of het creëren van een aparte uitzonderingscategorie in de wet voor dit type projecten.
  4. Behandel energietransitie-projecten als ‘projecten met dwingende reden van groot openbaar belang’. De categorie ‘projecten met dwingende reden van groot openbaar belang’ kan via het stikstofregistratiesysteem (SSRS) ontwikkelruimte krijgen. Juridisch kan dit geregeld worden door de bestaande Regeling natuurbescherming op dit punt te wijzigen.
  5. Behandel maatregelen in het kader van de energietransitie als maatregelen die de natuur dienen. De vergunningplicht op het gebied van stikstof geldt voor een project of plan dat ‘niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied’. Wij stellen dat energietransitie-projecten een dusdanig effect kunnen hebben op klimaatverandering, dat deze nodig kunnen zijn voor het beheer van Natura 2000-gebieden. Simpel gezegd, als bijvoorbeeld bepaalde maatregelen niet worden genomen stijgt de zeespiegel deze eeuw dusdanig dat delen van Nederland onder water komen te staan, ook bestaande natuurgebieden.
  6. Wijs de gebieden waar energietransitie-projecten ontwikkeld worden ook aan als ‘renewable go-to-areas’3, om goed aan te sluiten bij Europese wetgeving (RepowerEU) en het dwingende openbare belang van energietransitie-projecten verder juridisch te borgen. Denk hierbij aan de aan de NOVEX-gebieden die gericht zijn op de transitie van haven- en industriegebieden en de RES-gebieden die gericht zijn op grootschalige opwek van duurzame energie. Zorg dat er voor deze gebieden een beoordeling wordt gemaakt van milieueffecten (waaronder natuur). Het is vervolgens binnen deze gebieden niet meer nodig om passende beoordelingen te maken, vergunningsprocedures kunnen hierdoor een stuk sneller.
  7. Zorg dat er naast het Transitiefonds Landelijk Gebied een innovatiefonds voor het toepassen van de ‘Best Beschikbare Technieken’ op het gebied van stikstofreductie komt. Dit fonds wordt ingezet om nieuwe technologieën te financieren, aan te jagen en op te schalen. Richt dit fonds dusdanig in dat deze cross sectoraal functioneert, zodat innovaties uit de industrie, mobiliteit en landbouwsectoren onderling uitgewisseld worden.
  8. Creëer een landelijke pool van stikstofdeskundigen en ecologen die overheden en initiatiefnemers kunnen bijstaan bij:
  • Het in kaart brengen gevolgen van een project voor de natuur (d.m.v. een Aerius- berekening);
  • Het uitvoeren van een voortoets om te bepalen of significante effecten kunnen worden uitgesloten;
  • Het uitvoeren van een passende beoordeling
  • Het adviseren over ADC-maatregelen (geen Alternatieven, Dwingende reden van
  • openbaar belang en Compensatie).
    Maak hierbij op een slimme manier gebruik van de recent ingestelde ecologische autoriteit.
  1. Maak standaardteksten voor de onderbouwing van ‘alternatieven’ en ‘dwingende redenen’ vanuit de ADC-toets en een lijst van standaard maatregelen voor natuurcompensatie. Het voordeel hiervan is dat dit duidelijkheid schept bij initiatiefnemers. Denk hierbij aan maatregelen als landschappelijke / ecologische ruimtelijke inpassing in de omgeving van een project of aankoop van grond om nieuwe natuur te creëren. Onderzoek daarnaast ook of energietransitie-projecten vanwege hun potentiële bijdrage aan stikstofreductie, CO2- reductie en natuurherstel kunnen worden uitgezonderd voor het nemen van compenserende maatregelen.
  2. Zorg voor het versneld uitvoeren van de Routekaart Schoon & Emissieloos Bouwen 2030 om stikstofemissievrij bouwmaterieel zo snel mogelijk op te schalen. Alle energietransitie- projecten waarbij inzet van bouwmaterieel nodig is, hebben te maken met deposities in de aanlegfase. Emissieneutraal bouwen vergt een gezamenlijke inspanning van overheden en bedrijfsleven. Projectontwikkelaars en bouwers zijn hier al volop mee bezig, maar lopen aan tegen enerzijds beschikbaarheid en anderzijds geschiktheid: er is nog relatief weinig uitstootvrij bouwmaterieel en voor sommige activiteiten zijn de benodigde machines nog in ontwikkeling. Verdere stimulans voor opschaling en innovatie is nodig. De duurzame energiesector denkt graag mee over een plan voor verdere elektrificatie van de bouw. Het landelijk financieren en inkopen van emissievrij bouwmaterieel zien wij als kansrijk hiervoor. (tekst: het tienpuntenplan van de NVDE)

Lees ook:

Bouwvrijstelling stikstof van tafel, maar geen algehele bouwstop

Hoogheemraadschap bestrijdt stikstof met BioCurlz

Onderwerpen: , , ,

Auteur: Redactie