‘Verscherpt toezicht op bouwmachines op diesel is onwerkbaar’
Verbijstering en irritiatie. Dat roept het nieuwe beleid van de Arbeidsinspectie op bij de branchevereniging Cumela. Onlangs maakte de inspectie nieuwe eisen aan bouwmachines op diesel bekend die bedrijven verplicht moeten doorvoeren voor de gezondheid van medewerkers. Gezondheid is belangrijk, vindt ook Cumela-directeur Hans Verkerk, maar volgens hem maken de eisen het onmogelijk voor bedrijven om te werken.
Eind vorig jaar bleek uit een werkinstructie dat de Arbeidsinspectie scherper handhaaft op de uitstoot van kleine bouwmachines. De toezichthouder wil dat materieel van minder dan 56 kW waar mogelijk een elektrische motor heeft. Als dat niet technisch haalbaar is, dan moet een machine volgens de inspectie op een Stage V-motor draaien. Tot slot is een roetfilter met een effectiviteit van minstens 95 procent in sommige gevallen verplicht, valt te lezen in de werkinstructie.
Het idee is dat inspecteurs hierop kunnen controleren en handhaven. Volgens de inspectie zijn de kosten van de benodigde aanpassingen aan machines geen excuus voor bedrijven om niet aan de eisen te voldoen. Het doel van het beleid is om medewerkers te beschermen tegen de ongezonde uitstoot van machines. Dat doel is belangrijk, erkent directeur Hans Verkerk van de branchevereniging Cumela, maar volgens hem gaat de aanpak “ver voorbij aan de praktijk”.
Irritaties
“Het maakt werken onmogelijk”, zegt hij op de website van de vereniging. “Opeens komt de Arbeidsinspectie met een nieuw handhavingsbeleid en wordt er met onmiddellijke ingang geëist dat machines aan de hoogste normen voldoen of zelfs achteraf moeten worden uitgerust met een roetfilter — ook de kleinste dieselaangedreven trilplaat of stamper.”
Het beleid wrijft volgens de directeur met Europese eisen aan uitstoot. “Daarin wordt juist rekening gehouden met het feit dat het heel moeilijk is om kleine motoren met roetfilters uit te rusten. Bovendien mag je niet zomaar op elke uitlaat een roetfilter plaatsen omdat daardoor de druk in het hele motorsysteem verandert en de CE vervalt.”
Verder vindt Verkerk de eisen te algemeen. Veel van de regels in de werkinstructie gelden voor machines in binnenruimtes en machines in de buitenlucht. Maar volgens de directeur is er een groot verschil tussen de twee. “Buiten treedt in bijna alle gevallen onmiddellijk een sterke verdunning op. Daarbij zijn uitlaten niet voor niets naar achteren gericht. Dit is juist om de machinist te beschermen.”
Tot slot twijfelt de branchevereniging aan de normen waarop het beleid van de Arbeidsinspectie mede is gebaseerd. “De inspectie zelf spreekt van een norm van maximaal 10 microgram dieselmotoremissies per kubieke meter lucht. Voordat we nieuwe eisen aan machines gaan stellen zouden we eerst graag weten waarom ze denken dat die norm voor een machinist in de cabine niet al wordt gehaald.”
Betaalbaarheid en beschikbaarheid
Ook de branchevereniging Bouwend Nederland deelde onlangs zorgen over het beleid van de toezichthouder. De vereniging twijfelt vooral aan de technische en financiële haalbaarheid van de eisen. De vraag is volgens Bouwend Nederland of er wel genoeg ‘schone’ machines beschikbaar zijn als alternatief voor dieselmaterieel. De tweede vraag is of bedrijven de benodigde aanpassingen wel kunnen betalen. “We willen op korte termijn in gesprek met de Arbeidsinspectie om onze zorgen te delen.”
In de oproep vroeg de branchevereniging bedrijven om een melding te maken als er bij hen een inspecteur langskomt. Zo wil Bouwend Nederland te weten komen in hoeverre het nieuwe beleid daadwerkelijk wordt uitgevoerd. “Verder vragen we je ook om problemen te delen met de beschikbaarheid van elektrische alternatieven of de technische haalbaarheid van de maatregelen die je denkt te moeten treffen. Deze informatie is van groot belang om een realistisch beeld te krijgen van de situatie op de werkvloer.”
Lees ook:
