‘Bij het plannen van steden wordt binnen gemeenten te weinig gepraat’

autovrij
Foto ter illustratie. Een autovrije zone in Utrecht. ANP / Hollandse Hoogte / Venema Media (2023)

We zijn de link tussen stadsplanning en transport compleet verloren. Dat stelt Mark Nieuwenhuijsen, professor van het Institute for Global Health in Barcelona, in een ingezonden artikel aan Infrasite. Volgens hem bewegen de stedenbouwkundigen en vervoersplanners van gemeenten langs elkaar heen op het moment dat nieuwe steden of wijken worden uitgedacht, met meer verkeersdichtheid, luchtvervuiling en hogere sterftecijfers tot gevolg. “Ze opereren als twee gescheiden gemeenschappen en zijn onvoldoende met elkaar in contact.”

“We kunnen onze steden alleen duurzamer, leefbaarder en gezonder maken, wanneer we allemaal dezelfde kant opkijken en samenwerken”, zegt Nieuwenhuijsen. Hij doet al 15 jaar onderzoek naar de leefbaarheid in steden en hoe steden kunnen worden gebouwd met een lage ecologische voetafdruk en CO2-uitstoot. Het belang van duurzaam transport, met meer actieve en publieke opties zoals fietsen, lopen en openbaar vervoer, staat in zijn visie centraal.

Het valt Nieuwenhuijsen op dat er sprake is van silo’s. “Wat ik vaak bij gemeenten zie, zijn afdelingen voor stedenbouw, mobiliteit/transport, milieu, groenbeheer, klimaatcrisis, onderwijs en volksgezondheid, die allemaal zeer gespecialiseerde mensen hebben en vechten voor hun jaarlijkse budget. Ze zijn echter niet met elkaar praten. Steden zijn complex en wat we nodig hebben is een meer holistische en systemische aanpak waarbij alle afdelingen samenwerken. Maar het vergt politieke leiderschap en visie om dit te realiseren, zoals we hebben gezien in Barcelona.”

Compacte steden en minder verkeersdichtheid

Nieuwenhuijsen noemt de Catalaanse hoofdstad als een voorbeeld van een compacte stad. Mensen wonen daar dicht bij elkaar, de reisafstanden zijn kort en bewoners nemen relatief weinig ruimte in beslag, wat minder schade aan de natuur veroorzaakt. Heel anders dan bijvoorbeeld een stad als Atlanta in de Verenigde Staten. Een stad met een vergelijkbare bevolkingsomvang, maar een veel groter landoppervlak en een hogere CO2-uitstoot per persoon.

Compacte steden hebben dus voordelen, zo ziet Nieuwenhuijsen, maar met alleen de ruimtelijke indeling ben je er nog niet. In compacte steden in Europa zijn nog steeds relatief hoge niveaus te zien van luchtvervuiling, stedelijke hitte-eilanden en een gebrek aan groene ruimte vanwege de verkeersdichtheid, wat leidt tot hogere sterftecijfers, zegt hij.

“Dit is waar urban planning en transport wat mij betreft bij elkaar komen. We moeten de verkeersdichtheid in compacte steden verminderen en de vrijgekomen ruimte gebruiken om de groene ruimte te vergroten, om de luchtvervuilingsniveaus en sterftecijfers te verlagen. Vooruitstrevende stedelijke modellen, zoals de Barcelona Superblocks en de autovrije wijken in Vauban, Freiburg, zijn mooie succesvoorbeelden. In Nederland zie ik veel vooruitgang in steden zoals Utrecht. Het was vroeger behoorlijk autodominant, maar nu heersen de fietsers.”

Volgens Nieuwenhuijsen is er nog voldoende werk aan de winkel. “We kunnen en moeten onze steden duurzamer, leefbaarder en gezonder maken, maar kunnen dat alleen doen wanneer we samenwerken. Alleen zo doorbreken we de silo’s die ons weerhouden van het maken van de juiste keuzes. Daarom is het zo belangrijk dat 2.000 gasten vanuit de hele wereld deze week afreizen naar Rotterdam voor Urban Future 2024.” Hier delen 250 deskundigen hun ervaring om steden leefbaar te maken en houden, waaronder Nieuwenhuijsen.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie

‘Bij het plannen van steden wordt binnen gemeenten te weinig gepraat’ | Infrasite

‘Bij het plannen van steden wordt binnen gemeenten te weinig gepraat’

autovrij
Foto ter illustratie. Een autovrije zone in Utrecht. ANP / Hollandse Hoogte / Venema Media (2023)

We zijn de link tussen stadsplanning en transport compleet verloren. Dat stelt Mark Nieuwenhuijsen, professor van het Institute for Global Health in Barcelona, in een ingezonden artikel aan Infrasite. Volgens hem bewegen de stedenbouwkundigen en vervoersplanners van gemeenten langs elkaar heen op het moment dat nieuwe steden of wijken worden uitgedacht, met meer verkeersdichtheid, luchtvervuiling en hogere sterftecijfers tot gevolg. “Ze opereren als twee gescheiden gemeenschappen en zijn onvoldoende met elkaar in contact.”

U las zojuist de inleiding van het artikel. Wilt u verder lezen?

Bent u al abonnee?

Inloggen

Auteur: Redactie