
Extra sensoren voor Westerscheldetunnel na vondst scheur in plafond
De beheerder van de Westerscheldetunnel heeft extra sensoren geplaatst om de scheur en breuk in het plafond in de gaten te houden. Er is nog steeds geen vrees voor instortingsgevaar, maar de “zorgelijke” situatie wordt continu gemonitord door een team van externe experts, vertelt een woordvoerder tegenover Infrasite.
Afgelopen week maakte de beheerder bekend dat er een dertig meter lange scheur en kleinere breuk in het betonnen plafond van de tunnel zijn gevonden. “De kans op acuut gevaar is heel klein, maar voor het geval dat de situatie verslechtert, vinden we het gepast om de omgeving te informeren”, zei een woordvoerder destijds.
De oorzaak van de scheur kan de beheerder nog niet uitsluiten. Daarom werden er deze week extra sensoren geplaatst. “De monitoringsapparatuur helpt om inzichten te krijgen in mogelijke oorzaken. Die inzichten zijn nodig om een oplossing te vinden”, zegt de beheerder in een online update.
Infrarood
De apparatuur bestaat uit een Robotic Total Station (RTS). “Dat is een systeem dat met behulp van een infrarood signaal voortdurend de positie van meetpunten op en rond de scheur en breuk in kaart brengt. Hierdoor ontstaat een beter beeld van de mogelijke vervorming van de tunnelringen.”
“Vervorming, oftewel ovalisatie, is een bekend en normaal verschijnsel bij geboorde tunnels, waarbij de tunnelring iets minder rond wordt als gevolg van de druk op de tunnelringen.”
Medewerkers onderzoeken betonschade in de tunnel. Het artikel gaat verder onder de foto. © NV Westerscheldetunnel
N62 blijft open
Eind september verwacht de beheerder de eerste resultaten van het onderzoek binnen te hebben. Daarna wordt er gewerkt aan een plan voor de reparatie. De N62 in de tunnel blijft vooralsnog open voor wegverkeer.
De pijl wijst naar de plek van de scheur aan het uiteinde van de Oostbuis. © NV Westerscheldetunnel
Lees ook: