‘Nieuwe onderstations voor ProRail zijn prikkelend innovatief’
De overheid wil dat onze economie – bouw, bedrijven en organisaties – in 2030 voor vijftig procent circulair is. In 2050 moet dit honderd procent zijn. Deze ambities hebben een grote impact op ProRail en haar leveranciers zoals K_Dekker. Nieuwe technieken en aanpakken zorgen ervoor dat die transitie naar circulariteit slaagt. Dat is nog niet zo makkelijk in een van eisen en procedures omgeven werkveld. K_Dekker B&I B.V. uit Warmerhuizen ontwerpt inmiddels dit modulaire- en biologisch vriendelijk onderstation. Een interessant pilot project.
(door Nathalie Vrancken)
Een onderstation is een soort meterkast naast het spoor die de bovenleidingen voedt. Via een onderstation en kabels wordt de stroom geleverd waardoor treinen kunnen rijden. Zo’n onderstation kan qua afmetingen een balzaal zijn of een klein hokje. De grootte is afhankelijk van het aantal spoorbanen. Door de technologische ontwikkelingen is er minder ruimte nodig en kan het onderstation anders worden ingericht. De behuizing en het fundament van zo’n onderstation bestaat in de huidige setting uit beton, staal en stenen. Vooral grijs dus. Prorail wil de nieuwe onderstations circulair en modulair maken. Dit is prikkelend innovatief omdat de bouw hiervan veel regels kent.
Plug and play
Inmiddels loopt de pilot modulair onderstation al een tijdje. Prorail voert dit uit in gezamenlijkheid met K_Dekker. Ze zijn daar erg blij met deze innovatieve opdracht. Projectleider Frank Blom: ‘De onderstations staan vol elektrische voorzieningen (EV) en ICT, daar zou je ons als bouwkundig aannemer minder snel verwachten. Maar omdat het een circulair en modulair ontwerp betreft zijn we bij uitstek geschikt voor deze opdracht. De gedachte achter het modulaire onderstation is een soort ‘plug and play’.’
Modules
Je kunt het modulaire station – dat bestaat uit meerdere modules – samenstellen tot een functioneel onderstation en overal neerzetten. Ook bij calamiteiten kunnen de modules in zijn geheel snel uitgewisseld worden als dat nodig is. De basis van zo’n onderstation bestaat uit een fundatie van palen die boven het maaiveld uitsteekt. Daardoor ontstaat er een ruimte op het maaiveld waar de modules op staan. De modules zelf bestaan uit een houten vloer en wanden die zijn ingedeeld in compartimenten voor de transformatoren, kasten, ICT-toepassingen en dergelijke. Daaromheen wordt een architectonische buitenschil geplaatst bestaande uit bio-composiet panelen. Achter deze buitenschil bevindt zich een ruimte die wordt voorzien van nestkasten en bijenhotels. De buitenschil kan worden aangepast aan zijn omgeving.
Dit is een gastbijdrage van Nathalie Vrancken. Zij is werkzaam voor De Externe Voorzitter en is betrokken bij allerlei vormen van samenwerking, ook binnen de sector Bouw & Infra.
Remonteren
“De bouwstoffen worden niet gebracht naar een bouwstoffen mortuarium, maar ze worden ge-remonteerd”, citeert Blom de duurzame architect Thomas Rau. Het modulaire en circulaire aspect van deze wijze van bouwen maakt het mogelijk om (delen van) het onderstation einde levensduur losmaakbaar te maken. Door die losmaakbaarheid kunnen onderdelen straks weer terug naar een bouwstoffen depot. Daar worden de bouwstoffen weer gehergroepeerd tot nieuwe bouwstoffen. Dit is nog geen praktijk, wel de sterke wens.
Intensieve samenwerking
Om het modulaire onderstation te realiseren werkt ProRail en K_Dekker met een heel team van verschillende specialisten van o.a. Movares. Dit is belangrijk voor het slagen van dit eerste ontwerp. De ontwerpvoorschriften (OVS-en), eisen en de modulaire en circulaire ideeën worden in bouwteams met elkaar besproken en vervolgens virtueel in 3D uitgewerkt. Zo is goed vast te stellen waar eventuele raakvlakken en vraagstukken zitten. Dat moet goed beschouwd en besproken worden, want enkele OVS-en liggen niet in lijn met het modulair en circulair bouwen van het station.
Gepuzzeld
ProRail en K_Dekker betrekken zoveel mogelijk relevante partijen bij het ontwerp. Dit voortraject en het virtueel bouwen verhoogt de kwaliteit en de uiteindelijke haalbaarheid van het modulaire onderstation. Als het ontwerp eenmaal klaar is, worden de modules gebouwd, ingericht en getest voordat ze naar de bouwplaats gaan. Wanneer alle vinkjes op groen staan worden ze naar de bouwplaats gebracht en -’plug en play’- geïnstalleerd. Als de pilot slaagt kunnen straks eventueel meerdere modulair onderstations in Nederland worden geplaatst. Maar zover is het nog niet. Eerst moet er nog gezamenlijk innovatief gepuzzeld worden om te komen tot een definitief goedgekeurd ontwerp.
Nathalie Vrancken is publicist en onafhankelijke gespreksleider. Ze schrijft graag over innovaties die ze tegenkomt in haar werk.