Geld. Foto: iStock / darkojow

Gaan die extra miljarden voor infrastructuur er ooit komen?

Geld. Foto: iStock / darkojow (onbeperkt gebruik)

ANALYSE – Het blijft onduidelijk of de al jaren durende roep om veel meer geld voor infrastructuur uiteindelijk iets oplevert. En dat terwijl de boodschap van branche- en belangenorganisaties heel duidelijk is: als dat geld er niet komt, worden de problemen met het onderhouden van al die wegen, bruggen, sluizen en andere objecten alleen maar groter.

De Mobiliteitsalliantie deed deze week nog maar eens een duit in het zakje. Er moet structureel meer geld komen voor infrastructuur, schrijft het samenwerkingsverband in een brandbrief aan de onderhandelaars voor een nieuw kabinet. Zij praten in samenhang over zaken als klimaat, stikstof, wonen en infrastructuur. Die integrale aanpak juicht de mobiliteitssector toe, want met eenmalige investeringen in infrastructuur gaat het niet goed komen. Die tendens is er echter wel. “Dat baart ons grote zorgen. De aard van de mobiliteitsopgave is namelijk ongekend.”

Er zijn nu al tekorten voor beheer, onderhoud, vervanging en renovatie van bestaande infrastructuur. Daarnaast komen er heel veel woningen bij die allemaal bereikt moeten worden. Verder spelen er uitdagingen op het gebied van verduurzaming en stikstof en zal de mobiliteit in Nederland de komende decennia met tientallen procenten toenemen. Dat vraagt allemaal niet alleen om nieuwe infrastructuur, maar zeker ook om onderhoud van wegen en objecten die in groten getale aan het einde van hun levensduur komen. Dat kost jaarlijks miljarden euro’s meer dan er nu beschikbaar zijn. De constatering dat er voor dat alles veel te weinig geld is, is bepaald niet nieuw.

Meer storingen en spoedreparaties

Zo kwam Rijkswaterstaat zelf onlangs met de mededeling dat er niet genoeg budget is om de Nederlandse infrastructuur in stand te houden. En als dat geld er niet komt, waarschuwt RWS, zal het aantal storingen en spoedreparaties snel toenemen. Soortgelijke geluiden klinken al maanden met enige regelmaat vanuit de infrasector. De suggestie van het Planbureau voor de Leefomgeving om van de voorgenomen investeringen in infrastructuur te herzien, riep veel weerstand op bij onder meer Bouwend Nederland, MKB Infra en de Mobiliteitsalliantie.

Diezelfde brancheorganisaties misten in de Rijksbegroting voor 2022 ook de nodige urgentie voor infrastructuur, net als overigens de ANWB. Eerder rekenden ze voor dat er jaarlijks zeker 4 miljard euro nodig is om al die wegen, bruggen, sluizen en meer in stand te houden. Het Manifest Infra, een samenwerkingsverband van 26 bouwbedrijven, overheden en kennisinstellingen, pleit niet in de eerste aanpak voor meer geld, maar voor een geheel andere aanpak van de enorme renovatie-opgave. De onderliggende boodschap van al die oproepen wordt in de brandbrief van de Mobiliteitsalliantie heel goed samengevat: “Dit kan zo niet langer.”

Achterover leunen is geen optie

De roep om meer geld klinkt al jaren. Sinds de Tweede Kamer-verkiezingen van afgelopen maart volgen de noodklokken, alarmbellen en brandbrieven richting politiek Den Haag elkaar helemaal in hoog tempo op. Dat is natuurlijk ook niet vreemd. We hebben te maken met een demissionair kabinet dat zich niet met nieuw beleid bezighoudt. En zo lang er wordt onderhandeld en geformeerd, staat de deur open om de betrokkenen bij een mogelijk nieuw kabinet van input te voorzien.

Omdat het politieke proces zo lang duurt, begint de boodschap over meer geld voor infrastructuur bijna eentonig te klinken. Toch zijn de uitdagingen en problemen zo groot, dat achterover leunen al helemaal geen optie is. De kracht van herhaling moet zijn werk doen en wat die langdurige lobby dan oplevert, zal hopelijk op korte termijn duidelijk worden in een nieuw regeerakkoord.

Onderwerpen: ,

Auteur: Vincent Krabbendam

Gaan die extra miljarden voor infrastructuur er ooit komen? | Infrasite
Geld. Foto: iStock / darkojow

Gaan die extra miljarden voor infrastructuur er ooit komen?

Geld. Foto: iStock / darkojow (onbeperkt gebruik)

ANALYSE – Het blijft onduidelijk of de al jaren durende roep om veel meer geld voor infrastructuur uiteindelijk iets oplevert. En dat terwijl de boodschap van branche- en belangenorganisaties heel duidelijk is: als dat geld er niet komt, worden de problemen met het onderhouden van al die wegen, bruggen, sluizen en andere objecten alleen maar groter.

De Mobiliteitsalliantie deed deze week nog maar eens een duit in het zakje. Er moet structureel meer geld komen voor infrastructuur, schrijft het samenwerkingsverband in een brandbrief aan de onderhandelaars voor een nieuw kabinet. Zij praten in samenhang over zaken als klimaat, stikstof, wonen en infrastructuur. Die integrale aanpak juicht de mobiliteitssector toe, want met eenmalige investeringen in infrastructuur gaat het niet goed komen. Die tendens is er echter wel. “Dat baart ons grote zorgen. De aard van de mobiliteitsopgave is namelijk ongekend.”

Er zijn nu al tekorten voor beheer, onderhoud, vervanging en renovatie van bestaande infrastructuur. Daarnaast komen er heel veel woningen bij die allemaal bereikt moeten worden. Verder spelen er uitdagingen op het gebied van verduurzaming en stikstof en zal de mobiliteit in Nederland de komende decennia met tientallen procenten toenemen. Dat vraagt allemaal niet alleen om nieuwe infrastructuur, maar zeker ook om onderhoud van wegen en objecten die in groten getale aan het einde van hun levensduur komen. Dat kost jaarlijks miljarden euro’s meer dan er nu beschikbaar zijn. De constatering dat er voor dat alles veel te weinig geld is, is bepaald niet nieuw.

Meer storingen en spoedreparaties

Zo kwam Rijkswaterstaat zelf onlangs met de mededeling dat er niet genoeg budget is om de Nederlandse infrastructuur in stand te houden. En als dat geld er niet komt, waarschuwt RWS, zal het aantal storingen en spoedreparaties snel toenemen. Soortgelijke geluiden klinken al maanden met enige regelmaat vanuit de infrasector. De suggestie van het Planbureau voor de Leefomgeving om van de voorgenomen investeringen in infrastructuur te herzien, riep veel weerstand op bij onder meer Bouwend Nederland, MKB Infra en de Mobiliteitsalliantie.

Diezelfde brancheorganisaties misten in de Rijksbegroting voor 2022 ook de nodige urgentie voor infrastructuur, net als overigens de ANWB. Eerder rekenden ze voor dat er jaarlijks zeker 4 miljard euro nodig is om al die wegen, bruggen, sluizen en meer in stand te houden. Het Manifest Infra, een samenwerkingsverband van 26 bouwbedrijven, overheden en kennisinstellingen, pleit niet in de eerste aanpak voor meer geld, maar voor een geheel andere aanpak van de enorme renovatie-opgave. De onderliggende boodschap van al die oproepen wordt in de brandbrief van de Mobiliteitsalliantie heel goed samengevat: “Dit kan zo niet langer.”

Achterover leunen is geen optie

De roep om meer geld klinkt al jaren. Sinds de Tweede Kamer-verkiezingen van afgelopen maart volgen de noodklokken, alarmbellen en brandbrieven richting politiek Den Haag elkaar helemaal in hoog tempo op. Dat is natuurlijk ook niet vreemd. We hebben te maken met een demissionair kabinet dat zich niet met nieuw beleid bezighoudt. En zo lang er wordt onderhandeld en geformeerd, staat de deur open om de betrokkenen bij een mogelijk nieuw kabinet van input te voorzien.

Omdat het politieke proces zo lang duurt, begint de boodschap over meer geld voor infrastructuur bijna eentonig te klinken. Toch zijn de uitdagingen en problemen zo groot, dat achterover leunen al helemaal geen optie is. De kracht van herhaling moet zijn werk doen en wat die langdurige lobby dan oplevert, zal hopelijk op korte termijn duidelijk worden in een nieuw regeerakkoord.

Onderwerpen: ,

Auteur: Vincent Krabbendam