Bos, bomen. Foto: iStock / Sander Meertins

‘Belangrijke rol voor infrabeheerders in realiseren agrobosbouw’

Bos, bomen. Foto: iStock / Sander Meertins (onbeperkt gebruik)

Bossen op landbouwgrond langs wegen bestaan bijna niet meer, maar ze bieden wel allerlei voordelen waardoor deze agroforestry weer in opmars raakt. De beheerders van infrastructuur kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren, vindt René van Druenen van Stichting Agrobosbouw NL.

Bossen en struiken op landbouwgrond waren lange tijd een heel normaal verschijnsel in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de houtachtige gewassen echter grotendeels uit dat deel van het landschap verdwenen. Terwijl er flink wat voordelen aan deze agroforesty zijn, legt René van Druenen van Stichting Agrobosbouw NL uit. En om die te benutten, is volgens hem ook een belangrijke rol voor infrabeheerders weggelegd. Want vrijwel al die landbouwgrond bevindt zich immers langs wegen en bij infrastructurele objecten.

“Zo leggen bomen en struiken CO2 vast en beschermen ze de dieren op de grond. Ook helpen ze water naar de oppervlakte halen en zorgen ze dat de gewassen veel gelijkmatiger te maken krijgen met het klimaat, dus droogte en nattigheid.” Een bijkomend voordeel is dat het landschap langs de wegen, sporen en kunstwerken waar veel landbouwgrond zich bevindt er gevarieerder van wordt en de biodiversiteit dus ook toeneemt.

Beheerders van wegen, objecten en spoorlijnen

Agroforestry heeft de wind aardig in de zeilen. In het Nederlandse Klimaatakkoord uit 2019 staat de afspraak om 25.000 hectare aan agroforestry te realiseren in de periode tot 2030. Van Druenen noemt nog twee zaken die het concept vooruit helpen. “De Bossenstrategie van eind 2020 bevestigt niet alleen die 25.000 hectare, maar maakt ook meer duidelijk over wat waar en in welke vorm moet komen. Verder spraken het Rijk en de twaalf provincies af dat er tot 2050, dus op de wat langere termijn, 50.000 hectare aan nieuwe landschapselementen moet komen.”

Vrijwel alle landbouwgrond waar agroforestry kan worden gerealiseerd, bevindt zich aan of langs infrastructuur. Voor de beheerders van die wegen, objecten, spoorlijnen en aanpalende percelen is er dus ook een rol weggelegd in dit verhaal. In reactie op het Actieplan Bos en Hout uit 2016 liet Rijkswaterstaat een onderzoek uitvoeren door CE Delft. Dat leidde in 2017 tot een rapport over de aanleg van bossen langs onder meer wegen en verzorgingsplaatsen. En er komt van Rijkswaterstaat binnenkort nog een nota over bossen uit.

Voor iedereen toegevoegde waarde

“Bij agroforestry gaat het op dit moment over het hoe en het wat, iets waar je door middel van pilots achter kunt komen”, legt René van Druenen uit. “Het is verder nodig om de kosten en baten nader te onderzoeken. Het automatisme is een stuk grond kopen en het anders inrichten. Maar waarom zou je voor agroforestry niet de samenwerking met boeren zoeken? Dat heeft mogelijk voor alle partijen toegevoegde waarde, maar dat moet wel eerst goed worden onderzocht.”

“Daarnaast is de huidige wet- en regelgeving nog een belemmering voor een betere verbinding tussen landbouw en natuur”, vervolgt Van Druenen. “Sterker nog: de bestaande wetten en regels staan eigenlijk haaks op die ambitie. Gelukkig wordt er hard aan gewerkt om die tegenstelling steeds meer weg te nemen, zodat projecten ook echt van de grond kunnen komen.”

Nog te weinig gezamenlijk

Wat volgens Van Druenen verder belangrijk is: dat alle betrokkenen ook hun deel doen als het om realisatie van meer agrobosbouw gaat. Dat geldt dus ook voor de beheerders van infrastructuur. “In het Klimaatakkoord 2019 staat onder meer het volgende: “Partijen (Rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen, infrabeheerders, landbouwers, grondeigenaren) benutten gezamenlijk kansen om het areaal bos en natuur en aantallen bomen daarbuiten te vergroten.” Er staat in die afspraak nadrukkelijk ‘gezamenlijk’ en dat gebeurt nog veel te weinig. Dus zoek je buren meer op en benut de meerwaarde die dat kan opleveren”, adviseert Van Druenen.

Lees ook: Green Deal Duurzaam GWW krijgt vervolg én andere aanpak

Onderwerpen:

Auteur: Vincent Krabbendam

‘Belangrijke rol voor infrabeheerders in realiseren agrobosbouw’ | Infrasite
Bos, bomen. Foto: iStock / Sander Meertins

‘Belangrijke rol voor infrabeheerders in realiseren agrobosbouw’

Bos, bomen. Foto: iStock / Sander Meertins (onbeperkt gebruik)

Bossen op landbouwgrond langs wegen bestaan bijna niet meer, maar ze bieden wel allerlei voordelen waardoor deze agroforestry weer in opmars raakt. De beheerders van infrastructuur kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren, vindt René van Druenen van Stichting Agrobosbouw NL.

Bossen en struiken op landbouwgrond waren lange tijd een heel normaal verschijnsel in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de houtachtige gewassen echter grotendeels uit dat deel van het landschap verdwenen. Terwijl er flink wat voordelen aan deze agroforesty zijn, legt René van Druenen van Stichting Agrobosbouw NL uit. En om die te benutten, is volgens hem ook een belangrijke rol voor infrabeheerders weggelegd. Want vrijwel al die landbouwgrond bevindt zich immers langs wegen en bij infrastructurele objecten.

“Zo leggen bomen en struiken CO2 vast en beschermen ze de dieren op de grond. Ook helpen ze water naar de oppervlakte halen en zorgen ze dat de gewassen veel gelijkmatiger te maken krijgen met het klimaat, dus droogte en nattigheid.” Een bijkomend voordeel is dat het landschap langs de wegen, sporen en kunstwerken waar veel landbouwgrond zich bevindt er gevarieerder van wordt en de biodiversiteit dus ook toeneemt.

Beheerders van wegen, objecten en spoorlijnen

Agroforestry heeft de wind aardig in de zeilen. In het Nederlandse Klimaatakkoord uit 2019 staat de afspraak om 25.000 hectare aan agroforestry te realiseren in de periode tot 2030. Van Druenen noemt nog twee zaken die het concept vooruit helpen. “De Bossenstrategie van eind 2020 bevestigt niet alleen die 25.000 hectare, maar maakt ook meer duidelijk over wat waar en in welke vorm moet komen. Verder spraken het Rijk en de twaalf provincies af dat er tot 2050, dus op de wat langere termijn, 50.000 hectare aan nieuwe landschapselementen moet komen.”

Vrijwel alle landbouwgrond waar agroforestry kan worden gerealiseerd, bevindt zich aan of langs infrastructuur. Voor de beheerders van die wegen, objecten, spoorlijnen en aanpalende percelen is er dus ook een rol weggelegd in dit verhaal. In reactie op het Actieplan Bos en Hout uit 2016 liet Rijkswaterstaat een onderzoek uitvoeren door CE Delft. Dat leidde in 2017 tot een rapport over de aanleg van bossen langs onder meer wegen en verzorgingsplaatsen. En er komt van Rijkswaterstaat binnenkort nog een nota over bossen uit.

Voor iedereen toegevoegde waarde

“Bij agroforestry gaat het op dit moment over het hoe en het wat, iets waar je door middel van pilots achter kunt komen”, legt René van Druenen uit. “Het is verder nodig om de kosten en baten nader te onderzoeken. Het automatisme is een stuk grond kopen en het anders inrichten. Maar waarom zou je voor agroforestry niet de samenwerking met boeren zoeken? Dat heeft mogelijk voor alle partijen toegevoegde waarde, maar dat moet wel eerst goed worden onderzocht.”

“Daarnaast is de huidige wet- en regelgeving nog een belemmering voor een betere verbinding tussen landbouw en natuur”, vervolgt Van Druenen. “Sterker nog: de bestaande wetten en regels staan eigenlijk haaks op die ambitie. Gelukkig wordt er hard aan gewerkt om die tegenstelling steeds meer weg te nemen, zodat projecten ook echt van de grond kunnen komen.”

Nog te weinig gezamenlijk

Wat volgens Van Druenen verder belangrijk is: dat alle betrokkenen ook hun deel doen als het om realisatie van meer agrobosbouw gaat. Dat geldt dus ook voor de beheerders van infrastructuur. “In het Klimaatakkoord 2019 staat onder meer het volgende: “Partijen (Rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen, infrabeheerders, landbouwers, grondeigenaren) benutten gezamenlijk kansen om het areaal bos en natuur en aantallen bomen daarbuiten te vergroten.” Er staat in die afspraak nadrukkelijk ‘gezamenlijk’ en dat gebeurt nog veel te weinig. Dus zoek je buren meer op en benut de meerwaarde die dat kan opleveren”, adviseert Van Druenen.

Lees ook: Green Deal Duurzaam GWW krijgt vervolg én andere aanpak

Onderwerpen:

Auteur: Vincent Krabbendam