Houten steiger. Foto: Van den Berg Hardhout

‘Hout kan groene transformatie in GWW versnellen’

Foto: Van den Berg Hardhout

Een van de snelste routes naar CO2-reductie is bouwen met hernieuwbare materialen zoals hout, blijkt uit veel onderzoeken. Daarom is het tijd voor een groene transformatie in bouw en GWW met hout in de hoofdrol. Dat betogen Arie Rijneveld en Andries van Eckeveld van Innovita advies & projectbegeleiding in hun blog voor Infrasite. Publieke opdrachtgevers spelen in die overgang volgens hen een sleutelrol.

Gelukkig wordt er bij het ontwerpen en bouwen in de GWW niet alleen naar de prijs gekeken. Duurzaamheid en de milieu-impact zijn factoren die steeds meer meewegen. Het is immers nog een flinke uitdaging om in 2050 klimaatneutraal te produceren. Met veelal het beste milieuprofiel draagt hout substantieel bij aan het behalen van de klimaatdoelen. Daarom is het essentieel dat Nederland nadrukkelijk inzet op hernieuwbare grondstoffen.

Systematisch onderzoek is belangrijk om de milieu-meerwaarde van het gebruik van bepaalde materialen te kunnen meten. Een belangrijk meetinstrument is de Life Cycle Assessment (LCA). Met dit instrument kan op een gestandaardiseerde manier de totale milieubelasting bepaald worden. Een uitvloeisel van een LCA is de Milieukostenindicator (MKI). Die voegt alle relevante milieueffecten samen in één score voor milieubelasting (schaduwkosten).

Die MKI pakt voor houtproducten goed uit. Zo is er een LCA-studie naar de milieuprestaties van verschillende fietsbruggen verschenen, waaruit de houten fietsbrug met afstand als beste uit de bus kwam. Soortgelijke resultaten werden ook bereikt voor bijvoorbeeld houten damwanden, beschoeiingen, vangrails en nog veel meer. Omdat bouwwerken blijven bestaan zolang er mensen zijn, kan een houten bouwwerk als één grote opslagplaats voor CO2 worden beschouwd. Dat gegeven biedt publieke opdrachtgevers prachtkansen om via hun beleid bouwwerken substantieel en langdurig bij te laten dragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Het juiste hout op de juiste plaats

De hernieuwde belangstelling voor hout heeft de afgelopen jaren al tot allerlei innovatieve toepassingen geleid. Als voorbeeld kan de langste Europese houten fietsbrug van 800 meter in Groningen (‘de blauwe loper’) genoemd worden. Maar er zijn nog veel meer toepassingen. Denk aan de al langer toegepaste combidamwanden en -palen, waarbij damwandelementen bestaan uit aan elkaar gevingerlast naaldhout en tropisch hardhout. Het tropisch hout komt op de lucht-waterlijn, terwijl het naaldhout onder water vrij blijft van schimmelaantasting. Het juiste hout op de juiste plaats. Strategisch kiezen voor hout door publieke opdrachtgevers stimuleert daarmee ook de innovaties in de GWW, bouw- en houtsector.

Het artikel gaat verder onder de foto

Combi Damwand. Foto: Innovita
Damwandelementen van zowel hardhout als naaldhout. Foto: Innovita

Het toepassen van (tropisch) hout in bouwwerken als bijdrage aan klimaatdoelstellingen is gebaseerd op een belangrijke aanname: hout moet op een verantwoorde en duurzame wijze geoogst kunnen worden. Gelukkig kan dit met het FSC-systeem onafhankelijk worden geborgd. Wat weinig mensen weten is dat al meer dan 25 jaar (FSC) duurzaam bosbeheer in Zuid-Amerika wordt toegepast. De betreffende bossen bestaan nog steeds, inclusief de kenmerkende rijke biodiversiteit. Dit vormt het beste bewijs dat FSC-bosbeheer werkt in kwetsbare én waardevolle bossen.

Belangrijke aspecten van duurzaam bosbeheer zijn gericht op de sociale impact van de bos- en zagerijactiviteiten. Wat betreft de houtoogst worden er na zorgvuldige selectie slechts enkele bomen per hectare gekapt en dat eens in de ongeveer 25 jaar. In de rustperiode groeit het bos door, waarbij uiteraard weer veel atmosferisch CO2 door de bomen wordt opgenomen. Terwijl sommige bomen verdwijnen, blijft het bos. Het zagen van stammen en bewerken van hout levert de lokale bevolking werk en inkomen op, terwijl er verantwoord aanbod komt in de internationale markt voor tropisch hout.

Het artikel gaat verder onder de foto

Angelim pedra-stam in tropisch bos. Foto: Innovita advies & projectbegeleiding
Angelim pedra-stam in tropisch bos. Foto: Innovita

Duurzaam bosbeheer is ontzettend belangrijk in de strijd tegen ontbossing. De grond onder het bos is namelijk veel waard, waardoor de verleiding groot is om het landgebruik te veranderen. Duurzaam bosbeheer geeft een langdurige economische waarde, zodat er een concurrerend alternatief ontstaat. Een Nederlandse en Europese focus op verantwoord tropisch hardhout stimuleert en onderhoudt de impact van het toepassen van tropisch hout.

Sleutelrol voor publieke opdrachtgevers

Ondanks de aantoonbaar grote milieu-impact van hout in bouw en GWW zien we dat bij de transitie naar een circulaire economie steeds meer gerecyclede plastic-achtige producten toegepast worden op plaatsen waar hout en houtachtige materialen al jarenlang succesvol worden gebruikt. Hoewel momenteel een groot deel van de plastics niet gerecycled kan worden, zal de mogelijkheid van recycling de primaire productie van plastics niet afremmen, maar wellicht zelfs bevorderen.

Dat is niet wat we moeten willen. Juist aan de voorkant moeten we zorgen voor een vermindering van de afvalberg. Deze vorm van vervanging zet het klimaatbeleid namelijk met twee stappen terug: minder toepassingen van hernieuwbare materialen en een potentiële stimulans voor primaire plastic productie.

Het artikel gaat verder onder de foto

Houten steiger. Foto: Van den Berg Hardhout
Houten steiger. Foto: Van den Berg Hardhout

Een belangrijke tool om bij te dragen aan ons klimaatbeleid is dus de inzet van hernieuwbare, biobased materialen. Dit gaat niet vanzelf: allerlei sectoren spannen zich in om traditionele grondstoffen zoveel mogelijk toe te blijven passen. Doelgericht overheidsbeleid op nationaal en lokaal niveau kan hier echter doorslaggevend zijn. Opdrachtgevers kunnen bijvoorbeeld in objectieve termen een ambitieuze MKI-eis neerleggen voor nieuwe bouwwerken (voorbeeld: de aanbesteding van ‘de blauwe loper’ in Groningen). Een andere optie is een percentage hernieuwbare grondstoffen te verlangen voor nieuwe bouwwerken. Zoals in Frankrijk, waar overheidsgebouwen aantoonbaar 50 procent biobased materialen moeten bevatten vanaf 2024. Innovita staat klaar om samen met de houtsector en publieke overheden bij te dragen aan deze groene transformatie.

Auteurs: Arie Rijneveld en Andries van Eckeveld, Innovita.

Dit blog is bedoeld om een discussie op gang te brengen over materiaalgebruik in de GWW. Ook een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht aan redactie@infrasite.nl.

Auteur: Redactie Infrasite

‘Hout kan groene transformatie in GWW versnellen’ | Infrasite
Houten steiger. Foto: Van den Berg Hardhout

‘Hout kan groene transformatie in GWW versnellen’

Foto: Van den Berg Hardhout

Een van de snelste routes naar CO2-reductie is bouwen met hernieuwbare materialen zoals hout, blijkt uit veel onderzoeken. Daarom is het tijd voor een groene transformatie in bouw en GWW met hout in de hoofdrol. Dat betogen Arie Rijneveld en Andries van Eckeveld van Innovita advies & projectbegeleiding in hun blog voor Infrasite. Publieke opdrachtgevers spelen in die overgang volgens hen een sleutelrol.

Gelukkig wordt er bij het ontwerpen en bouwen in de GWW niet alleen naar de prijs gekeken. Duurzaamheid en de milieu-impact zijn factoren die steeds meer meewegen. Het is immers nog een flinke uitdaging om in 2050 klimaatneutraal te produceren. Met veelal het beste milieuprofiel draagt hout substantieel bij aan het behalen van de klimaatdoelen. Daarom is het essentieel dat Nederland nadrukkelijk inzet op hernieuwbare grondstoffen.

Systematisch onderzoek is belangrijk om de milieu-meerwaarde van het gebruik van bepaalde materialen te kunnen meten. Een belangrijk meetinstrument is de Life Cycle Assessment (LCA). Met dit instrument kan op een gestandaardiseerde manier de totale milieubelasting bepaald worden. Een uitvloeisel van een LCA is de Milieukostenindicator (MKI). Die voegt alle relevante milieueffecten samen in één score voor milieubelasting (schaduwkosten).

Die MKI pakt voor houtproducten goed uit. Zo is er een LCA-studie naar de milieuprestaties van verschillende fietsbruggen verschenen, waaruit de houten fietsbrug met afstand als beste uit de bus kwam. Soortgelijke resultaten werden ook bereikt voor bijvoorbeeld houten damwanden, beschoeiingen, vangrails en nog veel meer. Omdat bouwwerken blijven bestaan zolang er mensen zijn, kan een houten bouwwerk als één grote opslagplaats voor CO2 worden beschouwd. Dat gegeven biedt publieke opdrachtgevers prachtkansen om via hun beleid bouwwerken substantieel en langdurig bij te laten dragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Het juiste hout op de juiste plaats

De hernieuwde belangstelling voor hout heeft de afgelopen jaren al tot allerlei innovatieve toepassingen geleid. Als voorbeeld kan de langste Europese houten fietsbrug van 800 meter in Groningen (‘de blauwe loper’) genoemd worden. Maar er zijn nog veel meer toepassingen. Denk aan de al langer toegepaste combidamwanden en -palen, waarbij damwandelementen bestaan uit aan elkaar gevingerlast naaldhout en tropisch hardhout. Het tropisch hout komt op de lucht-waterlijn, terwijl het naaldhout onder water vrij blijft van schimmelaantasting. Het juiste hout op de juiste plaats. Strategisch kiezen voor hout door publieke opdrachtgevers stimuleert daarmee ook de innovaties in de GWW, bouw- en houtsector.

Het artikel gaat verder onder de foto

Combi Damwand. Foto: Innovita
Damwandelementen van zowel hardhout als naaldhout. Foto: Innovita

Het toepassen van (tropisch) hout in bouwwerken als bijdrage aan klimaatdoelstellingen is gebaseerd op een belangrijke aanname: hout moet op een verantwoorde en duurzame wijze geoogst kunnen worden. Gelukkig kan dit met het FSC-systeem onafhankelijk worden geborgd. Wat weinig mensen weten is dat al meer dan 25 jaar (FSC) duurzaam bosbeheer in Zuid-Amerika wordt toegepast. De betreffende bossen bestaan nog steeds, inclusief de kenmerkende rijke biodiversiteit. Dit vormt het beste bewijs dat FSC-bosbeheer werkt in kwetsbare én waardevolle bossen.

Belangrijke aspecten van duurzaam bosbeheer zijn gericht op de sociale impact van de bos- en zagerijactiviteiten. Wat betreft de houtoogst worden er na zorgvuldige selectie slechts enkele bomen per hectare gekapt en dat eens in de ongeveer 25 jaar. In de rustperiode groeit het bos door, waarbij uiteraard weer veel atmosferisch CO2 door de bomen wordt opgenomen. Terwijl sommige bomen verdwijnen, blijft het bos. Het zagen van stammen en bewerken van hout levert de lokale bevolking werk en inkomen op, terwijl er verantwoord aanbod komt in de internationale markt voor tropisch hout.

Het artikel gaat verder onder de foto

Angelim pedra-stam in tropisch bos. Foto: Innovita advies & projectbegeleiding
Angelim pedra-stam in tropisch bos. Foto: Innovita

Duurzaam bosbeheer is ontzettend belangrijk in de strijd tegen ontbossing. De grond onder het bos is namelijk veel waard, waardoor de verleiding groot is om het landgebruik te veranderen. Duurzaam bosbeheer geeft een langdurige economische waarde, zodat er een concurrerend alternatief ontstaat. Een Nederlandse en Europese focus op verantwoord tropisch hardhout stimuleert en onderhoudt de impact van het toepassen van tropisch hout.

Sleutelrol voor publieke opdrachtgevers

Ondanks de aantoonbaar grote milieu-impact van hout in bouw en GWW zien we dat bij de transitie naar een circulaire economie steeds meer gerecyclede plastic-achtige producten toegepast worden op plaatsen waar hout en houtachtige materialen al jarenlang succesvol worden gebruikt. Hoewel momenteel een groot deel van de plastics niet gerecycled kan worden, zal de mogelijkheid van recycling de primaire productie van plastics niet afremmen, maar wellicht zelfs bevorderen.

Dat is niet wat we moeten willen. Juist aan de voorkant moeten we zorgen voor een vermindering van de afvalberg. Deze vorm van vervanging zet het klimaatbeleid namelijk met twee stappen terug: minder toepassingen van hernieuwbare materialen en een potentiële stimulans voor primaire plastic productie.

Het artikel gaat verder onder de foto

Houten steiger. Foto: Van den Berg Hardhout
Houten steiger. Foto: Van den Berg Hardhout

Een belangrijke tool om bij te dragen aan ons klimaatbeleid is dus de inzet van hernieuwbare, biobased materialen. Dit gaat niet vanzelf: allerlei sectoren spannen zich in om traditionele grondstoffen zoveel mogelijk toe te blijven passen. Doelgericht overheidsbeleid op nationaal en lokaal niveau kan hier echter doorslaggevend zijn. Opdrachtgevers kunnen bijvoorbeeld in objectieve termen een ambitieuze MKI-eis neerleggen voor nieuwe bouwwerken (voorbeeld: de aanbesteding van ‘de blauwe loper’ in Groningen). Een andere optie is een percentage hernieuwbare grondstoffen te verlangen voor nieuwe bouwwerken. Zoals in Frankrijk, waar overheidsgebouwen aantoonbaar 50 procent biobased materialen moeten bevatten vanaf 2024. Innovita staat klaar om samen met de houtsector en publieke overheden bij te dragen aan deze groene transformatie.

Auteurs: Arie Rijneveld en Andries van Eckeveld, Innovita.

Dit blog is bedoeld om een discussie op gang te brengen over materiaalgebruik in de GWW. Ook een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht aan redactie@infrasite.nl.

Auteur: Redactie Infrasite