Martens en van Oord gaat voor Rijkswaterstaat baggeren op de Maas en ongeveer twintig andere locaties in Limburg en Noord-Brabant. De gunning van de onderhoudsopdracht werd vandaag bekendgemaakt op TenderNed. Het project brengt bijna dertien miljoen euro aan omzet in het laatje van de aannemer. 

Martens en van Oord werkt al jaren in het gebied. Ook in 2020 won de aannemer een gunning voor het onderhoud van Zuid-Nederlandse vaarwegen. De nieuwe opdracht draait om het verwijderen van slib op meerdere locaties in Limburg en Brabant, waaronder een deel van de Maas en de waterwegen bij de sluizen Roermond, Lith en Grave.

Eén locatie, het Lateraalkanaal Linne-Buggenum, steekt af van de rest. Hier wordt de kanaalbodem aangedikt in plaats van leeggezogen. “Deze kanaalbodem is in de jaren tachtig gebruikt als speciedepot. De afdeklaag van zand is inmiddels gedeeltelijk weg. Voor deze locatie wordt een nieuwe afdeklaag van breuksteen voorgeschreven”, zegt Rijkswaterstaat.

Explosies voorkomen

Een van de criteria voor de opdracht was ervaring met het ontruimen van ontplofbare oorlogsresten. Op de bodems van Nederlandse vaarwegen worden nog wel eens kogels, granaten en grotere explosieven gevonden. Martens en van Oord investeert in maatregelen om schade aan de omgeving, dieren en mensen te voorkomen.

Lees ook:

• Boskalis spuit drie miljoen kuub zand op Ameland
• Waterbouwers overwegen aanleg nieuwe kustlijn Nederland