Acheologisch onderzoek Hanzelijn

Utrecht – Uit archeologisch onderzoek dat ProRail uitvoert in de omgeving van Hattemerbroek, blijkt dat dit gebied al in de vroege steentijd, ca. 10.000 jaar voor Christus, bewoond werd. Tot dusver werd aangenomen dat het gebied pas rond 2000 jaar voor Christus haar eerste bewoners kende. Dit blijkt uit gevonden resten van vuursteenbewerking die uit deze periode stammen. Dergelijke vindplaatsen zijn in Nederland nog niet vaak aangetroffen. Archeologen spreken daarom van zeer bijzondere vondsten.

ProRail doet momenteel archeologisch vooronderzoek langs het toekomstig tracé van de Hanzelijn, die in 2013 Lelystad en Zwolle met elkaar zal verbinden. Archeologische monumentenzorg is één van de aspecten waaraan bij de aanleg van de Hanzelijn aandacht wordt besteed. Het doel hiervan is zorgvuldig omgaan met de archeologische en cultuurhistorische elementen die aanwezig zijn in het toekomstige tracé. Door archeologische vindplaatsen tijdig op te sporen en vervolgens zoveel mogelijk te ontzien, wordt aantasting van het “bodemarchief” tot een minimum beperkt. De resultaten van dit onderzoek worden in de komende maanden uitgewerkt. Daarna zal worden bepaald of de vondsten in de grond zullen blijven liggen of moeten worden opgegraven.

Vooronderzoek
Naar aanleiding van een uitgebreid bureauonderzoek zijn in 2002-2004 langs nagenoeg het gehele tracé booronderzoeken uitgevoerd om de opbouw van de bodem in kaart te brengen. Hierbij werden al diverse archeologische vondsten aangetroffen, zoals kleine fragmenten vuursteen, aardewerk, verbrand bot en houtskool. Daarom is besloten op een drietal locaties in het Oude Land een aanvullend inventariserend onderzoek uit te voeren. Hierbij zijn langere proefsleuven gegraven, om meer informatie te verkrijgen over wat daadwerkelijk aan archeologische vondsten en sporen in de grond aanwezig is.

Huidig onderzoek
De meest belangwekkende ontdekkingen zijn gedaan in het gebied nabij Hattemerbroek. Daar werden bij het booronderzoek over een afstand van ongeveer 1700 meter diverse archeologische indicatoren aangetroffen. In dit gebied zijn in totaal 25 proefsleuven gegraven van 4 meter breed en in lengte variërend tussen de 40 en 145 meter. Het niveau waarop de archeologische vondsten en sporen zijn aangetroffen, wisselt binnen het gebied. Op sommige locaties ligt er slechts een laag klei van enkele tientallen centimeters op, op andere plekken is de archeologie afgedekt met een bijna twee meter dik pakket van veen en klei. Door deze afdekkende lagen is de archeologie eeuwenlang beschermd en daarmee aan ons oog onttrokken geweest.

Begraven landschap
In de omgeving van Hattemerbroek blijkt sprake van een “begraven landschap”. De ondergrond is veel reliëfrijker dan tot nu toe werd gedacht. De zanderige ondergrond heeft tot ongeveer duizend tot tweeduizend jaar voor het begin van onze jaartelling aan de oppervlakte gelegen. Daarna is het afgedekt geraakt met veen en klei van de IJssel.
Een groot deel van de archeologische sporen en vondsten dateert uit de late jonge steentijd (de periode van 3000 tot 2000 jaar voor Christus). Er zijn grondsporen van vele hekwerken en kuilen aangetroffen, diverse fragmenten aardewerk en ook veel stukjes vuursteen, destijds het meest gebruikelijke materiaal om scherpe voorwerpen van te maken. Naast deze min of meer verwachte vindplaats zijn er ook onverwachte vondsten gedaan zoals haardkuilen en eveneens vuurstenen werktuigen uit de midden-steentijd (mesolithicum – circa 6000 voor Christus). Er zijn zelfs concentraties van dergelijke kuilen aangetroffen. Archeologen weten nog niet goed waartoe deze kuilen daadwerkelijk hebben gediend. Markant zijn de resten van vuursteenbewerking uit de eindperiode van de vroege steentijd (circa 10.000 voor Christus). De vondsten zijn opmerkelijk aangezien dergelijke vindplaatsen niet vaak in Nederland worden aangetroffen. Het vuursteen laat duidelijk de sporen van menselijk handelen zien. Was in eerste instantie nog de gedacht dat dit gebied sinds 2000 voor Christus bewoond is geweest, nu blijkt dus dat er al duizenden jaren eerder gewoond werd.

Het archeologisch onderzoek wordt in opdracht van ProRail uitgevoerd. De uitvoering vindt plaats door Archol bv onder directievoering van Vestigia bv Archeologie & cultuurhistorie.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht ProRail

Acheologisch onderzoek Hanzelijn | Infrasite

Acheologisch onderzoek Hanzelijn

Utrecht – Uit archeologisch onderzoek dat ProRail uitvoert in de omgeving van Hattemerbroek, blijkt dat dit gebied al in de vroege steentijd, ca. 10.000 jaar voor Christus, bewoond werd. Tot dusver werd aangenomen dat het gebied pas rond 2000 jaar voor Christus haar eerste bewoners kende. Dit blijkt uit gevonden resten van vuursteenbewerking die uit deze periode stammen. Dergelijke vindplaatsen zijn in Nederland nog niet vaak aangetroffen. Archeologen spreken daarom van zeer bijzondere vondsten.

ProRail doet momenteel archeologisch vooronderzoek langs het toekomstig tracé van de Hanzelijn, die in 2013 Lelystad en Zwolle met elkaar zal verbinden. Archeologische monumentenzorg is één van de aspecten waaraan bij de aanleg van de Hanzelijn aandacht wordt besteed. Het doel hiervan is zorgvuldig omgaan met de archeologische en cultuurhistorische elementen die aanwezig zijn in het toekomstige tracé. Door archeologische vindplaatsen tijdig op te sporen en vervolgens zoveel mogelijk te ontzien, wordt aantasting van het “bodemarchief” tot een minimum beperkt. De resultaten van dit onderzoek worden in de komende maanden uitgewerkt. Daarna zal worden bepaald of de vondsten in de grond zullen blijven liggen of moeten worden opgegraven.

Vooronderzoek
Naar aanleiding van een uitgebreid bureauonderzoek zijn in 2002-2004 langs nagenoeg het gehele tracé booronderzoeken uitgevoerd om de opbouw van de bodem in kaart te brengen. Hierbij werden al diverse archeologische vondsten aangetroffen, zoals kleine fragmenten vuursteen, aardewerk, verbrand bot en houtskool. Daarom is besloten op een drietal locaties in het Oude Land een aanvullend inventariserend onderzoek uit te voeren. Hierbij zijn langere proefsleuven gegraven, om meer informatie te verkrijgen over wat daadwerkelijk aan archeologische vondsten en sporen in de grond aanwezig is.

Huidig onderzoek
De meest belangwekkende ontdekkingen zijn gedaan in het gebied nabij Hattemerbroek. Daar werden bij het booronderzoek over een afstand van ongeveer 1700 meter diverse archeologische indicatoren aangetroffen. In dit gebied zijn in totaal 25 proefsleuven gegraven van 4 meter breed en in lengte variërend tussen de 40 en 145 meter. Het niveau waarop de archeologische vondsten en sporen zijn aangetroffen, wisselt binnen het gebied. Op sommige locaties ligt er slechts een laag klei van enkele tientallen centimeters op, op andere plekken is de archeologie afgedekt met een bijna twee meter dik pakket van veen en klei. Door deze afdekkende lagen is de archeologie eeuwenlang beschermd en daarmee aan ons oog onttrokken geweest.

Begraven landschap
In de omgeving van Hattemerbroek blijkt sprake van een “begraven landschap”. De ondergrond is veel reliëfrijker dan tot nu toe werd gedacht. De zanderige ondergrond heeft tot ongeveer duizend tot tweeduizend jaar voor het begin van onze jaartelling aan de oppervlakte gelegen. Daarna is het afgedekt geraakt met veen en klei van de IJssel.
Een groot deel van de archeologische sporen en vondsten dateert uit de late jonge steentijd (de periode van 3000 tot 2000 jaar voor Christus). Er zijn grondsporen van vele hekwerken en kuilen aangetroffen, diverse fragmenten aardewerk en ook veel stukjes vuursteen, destijds het meest gebruikelijke materiaal om scherpe voorwerpen van te maken. Naast deze min of meer verwachte vindplaats zijn er ook onverwachte vondsten gedaan zoals haardkuilen en eveneens vuurstenen werktuigen uit de midden-steentijd (mesolithicum – circa 6000 voor Christus). Er zijn zelfs concentraties van dergelijke kuilen aangetroffen. Archeologen weten nog niet goed waartoe deze kuilen daadwerkelijk hebben gediend. Markant zijn de resten van vuursteenbewerking uit de eindperiode van de vroege steentijd (circa 10.000 voor Christus). De vondsten zijn opmerkelijk aangezien dergelijke vindplaatsen niet vaak in Nederland worden aangetroffen. Het vuursteen laat duidelijk de sporen van menselijk handelen zien. Was in eerste instantie nog de gedacht dat dit gebied sinds 2000 voor Christus bewoond is geweest, nu blijkt dus dat er al duizenden jaren eerder gewoond werd.

Het archeologisch onderzoek wordt in opdracht van ProRail uitgevoerd. De uitvoering vindt plaats door Archol bv onder directievoering van Vestigia bv Archeologie & cultuurhistorie.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht ProRail