Slag om Brabants Openbaar Vervoer begonnen

‘s-Hertogebosch – Noord-Brabant is de eerste provincie die het busvervoer in haar provincie in één slag opnieuw aanbesteedt. De provincie is sinds 2004 verantwoordelijk voor al het stads- en streekvervoer in Noord-Brabant van zowel bus als buurtbus, met uitzondering van het SRE-gebied (de regio rond Eindhoven en Helmond). Met ingang van 2006 is al het busvervoer in Noord-Brabant Europees aanbesteed. Alleen in de stad Tilburg wordt dit met ingang van juli 2007 effectief in verband met de looptijd van de huidige concessie. Opvallend is dat Brabant stuurt op toegankelijkheid, milieunormen en basiskwaliteit van het openbaar vervoer.

Ook wordt in de nieuwe concessies gesproken over de mogelijkheden van tariefdifferientatie, aansluiting bij het OV Netwerk BrabantStad en grotere zichtbaarheid van de provincie op de bussen. Doordat alle vervoer in één keer wordt aanbesteed kan de provincie stads- en streekvervoer in één klap integreren. De concessieperiodes worden langer dan de vorige, vijf jaar voor de kavels Oost en Meijerij en zes jaar voor de kavels West, Midden en interliner. Ook wordt ingezet op invoering van de OV chipcard met ingang van 2007.

Vijf kavels in één aanbesteding
Brabant wordt in één aanbesteding op de markt gezet, waarbij vervoerders kunnen inschrijven op vijf verschillende kavels. Er kunnen combinaties gemaakt worden. Door Noord-Brabant op te splitsen in vijf kavels gaan Gedeputeerde Staten ervan uit dat ook minder traditionele vervoerders zich aangesproken voelen om in te schrijven. Bovendien wordt zo ook meer recht gedaan aan de verschillende behoeftes in de verschillende regio’s van Noord-Brabant. Momenteel is Brabant nog verdeeld in vier stadsconcessies (Tilburg, Breda, ’s-Hertogenbosch en Oss) en twee streekconcessies (west en oost). De vijf nieuwe kavels zijn: Oost (het gebied Noordoost- Brabant dat zich laat kenmerken als landelijk gebied), de Meijerij (de regio rond ’s-Hertogenbosch dat meer stedelijk is), Midden (de regio Midden-Brabant met als centrumstad Tilburg), West (de regio West-Brabant met als grootste stad Breda) en als laatste kavel de sneldienstcombinatie tussen Breda-Oosterhout-Utrecht.

Scherpe milieueisen
In de nieuwe concessies wordt scherp gelet op schonere bussen in verband met de luchtkwaliteit in Brabant. De milieueisen worden benaderd vanuit vier invalshoeken:
1. Basiseisen: Met ingang van 2006 moet 40% van de streeklijnen voldoen aan de euro-3 norm voor uitlaatgassen. Bussen die in het stedelijk gebied rijden moeten met ingang van 2006 voldoen aan de euro-3 norm inclusief een roetfilter. Daarnaast moeten er per jaar 8,5% nieuwe bussen instromen die voldoen aan de euro-4 norm. Zo wordt gefaseerd het wagenpark in Brabant steeds schoner.
2. Vervoerders die bereid zijn om meer te doen aan milieueisen dan Brabant eist kunnen hiervoor bonuspunten krijgen in de aanbesteding en maken dan meer kans om de aanbesteding te “winnen”.
3. De concessie is flexibel ingericht waardoor de provincie tussentijds kan bijsturen op hogere milieueisen wanneer maatschappelijke op politieke ontwikkelingen daar aanleiding toe geven.
4. Aardgasbussen in Tilburg. Met ingang van 1 juli 2007 is het de bedoeling dat in de stad Tilburg alle bussen rijden op aardgas of qua milieunorm vergelijkbare brandstof (de EVV-norm).

Beter lijnennet
Gedeputeerde Staten gaan meer sturen op de kwaliteit van het lijnennet. Hiertoe heeft een gespecialiseerd bureau, anders dan de vervoerder, de opdracht gekregen het lijnennet per concessiegebied/perceel te analyseren op vervoersvraag, overstapmogelijkheden en wachttijden. Hierin wordt ook rekening gehouden met het aanbod van trein en regiotaxi. Op basis van de uitkomsten wordt dan het lijnennet herijkt, zoals nieuwe overstappunten, minder wachttijden en andere routes. Dit om reistijdwinst te boeken. Het project wordt ‘de vervoersarchitect’ genoemd en draait proef in de kavel oost. Hiermee hebben Gedeputeerde Staten een deel van de ontwikkelfunctie van het openbaar vervoer losgekoppeld van de vervoerder. Deze benadering komt in plaats van het formuleren van een basisvoorzieningenniveau, dat nu immers wordt doorgerekend met behulp van de vervoersarchitect en actief inspeelt op de feitelijke vraag naar openbaar vervoer in een regio. Vooral bij de invoering van de chipcard kan op dit onderdeel een grote kwaliteitsslag gemaakt worden.

Daarnaast worden alle bussen die voldoen aan de kwaliteitseisen uitgevoerd in één uniforme provinciale huisstijl. Doordat de mogelijkheid bestaat dat er meerdere vervoerders in Babant gaan rijden, wordt zo ondervangen dat overal in Brabant het openbaar busvervoer als zodanig herkend wordt. Ook illustreert de provincie hiermee dat zij vanaf 1 januari 2006 zichtbaar verantwoordelijk is voor het openbaar vervoer per bus of buurtbus.

Buurtbus in Brabant
De buurtbussen in Brabant staan voor 20% van het openbaar vervoer. Ruim 1600 vrijwilligers dragen zorg voor deze vorm van openbaar vervoer. Om hun positie in het openbaar vervoer te garanderen, wordt iedere vervoerder verantwoordelijk gemaakt voor een goede aansturing. Om de buurtbusverenigingen in Brabant verenigd te houden richt de provincie één provinciale vereniging of stichting op die professioneel ondersteund wordt en de belangen van de buurtbus moet behartigen. Daarnaast zal de provincie zich sterk maken om het dagelijks beheer bij één vervoerder onder te brengen.

Europese aanbesteding
Busvervoerders uit heel Europa kunnen hun bod uitbrengen om het vervoer te mogen verzorgen in één of meer regio’s. Met voldoende concurrentie zal de marktwerking een gunstige prijs tot gevolg hebben. De aanbesteding zal volgens vastgestelde regels verlopen. Die regels zijn vastgelegd in het Aanbestedingsreglement en vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Het Programma van Eisen en het Bestek is gepubliceerd in het Europese blad voor aanbestedingen op 14 april 2005. In juli maakt de provincie bekend aan welke vervoerders zij de concessie verleent.

De selectie van nieuwe vervoerders wordt niet alleen gebaseerd op prijs, ook hogere inzet op gestelde eisen ten aanzien van milieu, toegankelijkheid en andere kwaliteitsaspecten worden meegewogen.

Voor de aanbesteding van het busvervoer in Noord-Brabant is een Programma van Eisen opgesteld. Aan dat programma hebben, behalve de provincie zelf, ook de gemeenten in Brabant en het reizigersoverleg Brabant meegewerkt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Noord-Brabant

Slag om Brabants Openbaar Vervoer begonnen | Infrasite

Slag om Brabants Openbaar Vervoer begonnen

‘s-Hertogebosch – Noord-Brabant is de eerste provincie die het busvervoer in haar provincie in één slag opnieuw aanbesteedt. De provincie is sinds 2004 verantwoordelijk voor al het stads- en streekvervoer in Noord-Brabant van zowel bus als buurtbus, met uitzondering van het SRE-gebied (de regio rond Eindhoven en Helmond). Met ingang van 2006 is al het busvervoer in Noord-Brabant Europees aanbesteed. Alleen in de stad Tilburg wordt dit met ingang van juli 2007 effectief in verband met de looptijd van de huidige concessie. Opvallend is dat Brabant stuurt op toegankelijkheid, milieunormen en basiskwaliteit van het openbaar vervoer.

Ook wordt in de nieuwe concessies gesproken over de mogelijkheden van tariefdifferientatie, aansluiting bij het OV Netwerk BrabantStad en grotere zichtbaarheid van de provincie op de bussen. Doordat alle vervoer in één keer wordt aanbesteed kan de provincie stads- en streekvervoer in één klap integreren. De concessieperiodes worden langer dan de vorige, vijf jaar voor de kavels Oost en Meijerij en zes jaar voor de kavels West, Midden en interliner. Ook wordt ingezet op invoering van de OV chipcard met ingang van 2007.

Vijf kavels in één aanbesteding
Brabant wordt in één aanbesteding op de markt gezet, waarbij vervoerders kunnen inschrijven op vijf verschillende kavels. Er kunnen combinaties gemaakt worden. Door Noord-Brabant op te splitsen in vijf kavels gaan Gedeputeerde Staten ervan uit dat ook minder traditionele vervoerders zich aangesproken voelen om in te schrijven. Bovendien wordt zo ook meer recht gedaan aan de verschillende behoeftes in de verschillende regio’s van Noord-Brabant. Momenteel is Brabant nog verdeeld in vier stadsconcessies (Tilburg, Breda, ’s-Hertogenbosch en Oss) en twee streekconcessies (west en oost). De vijf nieuwe kavels zijn: Oost (het gebied Noordoost- Brabant dat zich laat kenmerken als landelijk gebied), de Meijerij (de regio rond ’s-Hertogenbosch dat meer stedelijk is), Midden (de regio Midden-Brabant met als centrumstad Tilburg), West (de regio West-Brabant met als grootste stad Breda) en als laatste kavel de sneldienstcombinatie tussen Breda-Oosterhout-Utrecht.

Scherpe milieueisen
In de nieuwe concessies wordt scherp gelet op schonere bussen in verband met de luchtkwaliteit in Brabant. De milieueisen worden benaderd vanuit vier invalshoeken:
1. Basiseisen: Met ingang van 2006 moet 40% van de streeklijnen voldoen aan de euro-3 norm voor uitlaatgassen. Bussen die in het stedelijk gebied rijden moeten met ingang van 2006 voldoen aan de euro-3 norm inclusief een roetfilter. Daarnaast moeten er per jaar 8,5% nieuwe bussen instromen die voldoen aan de euro-4 norm. Zo wordt gefaseerd het wagenpark in Brabant steeds schoner.
2. Vervoerders die bereid zijn om meer te doen aan milieueisen dan Brabant eist kunnen hiervoor bonuspunten krijgen in de aanbesteding en maken dan meer kans om de aanbesteding te “winnen”.
3. De concessie is flexibel ingericht waardoor de provincie tussentijds kan bijsturen op hogere milieueisen wanneer maatschappelijke op politieke ontwikkelingen daar aanleiding toe geven.
4. Aardgasbussen in Tilburg. Met ingang van 1 juli 2007 is het de bedoeling dat in de stad Tilburg alle bussen rijden op aardgas of qua milieunorm vergelijkbare brandstof (de EVV-norm).

Beter lijnennet
Gedeputeerde Staten gaan meer sturen op de kwaliteit van het lijnennet. Hiertoe heeft een gespecialiseerd bureau, anders dan de vervoerder, de opdracht gekregen het lijnennet per concessiegebied/perceel te analyseren op vervoersvraag, overstapmogelijkheden en wachttijden. Hierin wordt ook rekening gehouden met het aanbod van trein en regiotaxi. Op basis van de uitkomsten wordt dan het lijnennet herijkt, zoals nieuwe overstappunten, minder wachttijden en andere routes. Dit om reistijdwinst te boeken. Het project wordt ‘de vervoersarchitect’ genoemd en draait proef in de kavel oost. Hiermee hebben Gedeputeerde Staten een deel van de ontwikkelfunctie van het openbaar vervoer losgekoppeld van de vervoerder. Deze benadering komt in plaats van het formuleren van een basisvoorzieningenniveau, dat nu immers wordt doorgerekend met behulp van de vervoersarchitect en actief inspeelt op de feitelijke vraag naar openbaar vervoer in een regio. Vooral bij de invoering van de chipcard kan op dit onderdeel een grote kwaliteitsslag gemaakt worden.

Daarnaast worden alle bussen die voldoen aan de kwaliteitseisen uitgevoerd in één uniforme provinciale huisstijl. Doordat de mogelijkheid bestaat dat er meerdere vervoerders in Babant gaan rijden, wordt zo ondervangen dat overal in Brabant het openbaar busvervoer als zodanig herkend wordt. Ook illustreert de provincie hiermee dat zij vanaf 1 januari 2006 zichtbaar verantwoordelijk is voor het openbaar vervoer per bus of buurtbus.

Buurtbus in Brabant
De buurtbussen in Brabant staan voor 20% van het openbaar vervoer. Ruim 1600 vrijwilligers dragen zorg voor deze vorm van openbaar vervoer. Om hun positie in het openbaar vervoer te garanderen, wordt iedere vervoerder verantwoordelijk gemaakt voor een goede aansturing. Om de buurtbusverenigingen in Brabant verenigd te houden richt de provincie één provinciale vereniging of stichting op die professioneel ondersteund wordt en de belangen van de buurtbus moet behartigen. Daarnaast zal de provincie zich sterk maken om het dagelijks beheer bij één vervoerder onder te brengen.

Europese aanbesteding
Busvervoerders uit heel Europa kunnen hun bod uitbrengen om het vervoer te mogen verzorgen in één of meer regio’s. Met voldoende concurrentie zal de marktwerking een gunstige prijs tot gevolg hebben. De aanbesteding zal volgens vastgestelde regels verlopen. Die regels zijn vastgelegd in het Aanbestedingsreglement en vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Het Programma van Eisen en het Bestek is gepubliceerd in het Europese blad voor aanbestedingen op 14 april 2005. In juli maakt de provincie bekend aan welke vervoerders zij de concessie verleent.

De selectie van nieuwe vervoerders wordt niet alleen gebaseerd op prijs, ook hogere inzet op gestelde eisen ten aanzien van milieu, toegankelijkheid en andere kwaliteitsaspecten worden meegewogen.

Voor de aanbesteding van het busvervoer in Noord-Brabant is een Programma van Eisen opgesteld. Aan dat programma hebben, behalve de provincie zelf, ook de gemeenten in Brabant en het reizigersoverleg Brabant meegewerkt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Noord-Brabant