CO2

Dienstverleners gevraagd werkgevers te helpen bij aanleveren mobiliteitsgegevens

Werkgevers met meer dan honderd werknemers zijn vanaf volgend jaar verplicht jaarlijks gegevens aan te leveren over de zakelijke en woon-werkmobiliteit. Doel is de CO₂-uitstoot te reduceren. Woensdag 11 mei organiseert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een eerste werksessie voor dienstverleners in de mobiliteit. Het kabinet vindt het belangrijk dat het aanleveren van de jaarlijkse gegevens zo min mogelijk extra werk oplevert. De expertise van dienstverleners kan hierbij behulpzaam zijn.

Het ‘Besluit CO₂-reductie werkgebonden personenmobiliteit’ is bedoeld om te bereiken dat de groep werkgevers met meer dan honderd werknemers vanaf 2030 samen één megaton CO₂ bespaart door bewust te kiezen voor duurzame mobiliteit. Minder broeikasgassen uitstoten in het verkeer door slimmer en zuiniger te reizen draagt bij aan het halen van de klimaatdoelen. “Uiteindelijk is deze opgave vrij fors. In de voorbereiding van het besluit is geconcludeerd dat werkgevers van grote organisaties als bedrijven, maar ook overheden, het niet gaan redden op basis van vrijwilligheid. Daarom is een verplichting ingebouwd en een normstelling indien nodig, waar niet iedereen blij mee is, maar er wel de noodzaak van inziet”, zegt Marco Martens, senior beleidsadviseur van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

8.000 organisaties
“In totaal draait het om 8.000 organisaties met meer dan honderd werknemers. Dat is minder dan een procent van alle werkgevers, maar zij vertegenwoordigen wel zestig procent van de werknemers. Hun impact op de uitstootreductie is dus relatief groot. We hopen wel dat andere organisaties, met minder werknemers, vrijwillig meedoen. Er komt een digitaal platform om de jaarlijkse gegevens zakelijke en woon-werkmobiliteit te kunnen aanleveren. Dat staat ook open voor werkgevers met minder werknemers en eenpitters.” Het ‘Besluit CO₂-reductie werkgebonden personenmobiliteit’ is inmiddels gepresenteerd aan de Eerste en Tweede Kamer. “De Tweede Kamer heeft nog geen debat aangevraagd of vragen gesteld. Wanneer dat zo blijft gaat het voorstel naar de Raad van State en kan het besluit op de geplande datum ingaan.”

Twee fasen
Tot en met 2030 valt het besluit uiteen in twee fasen. In de eerste fase die 1 januari 2023 ingaat als dan ook de Omgevingswet van kracht wordt, geldt alleen de verplichting van het jaarlijks aanleveren van gegevens. Dan is er nog geen verplichting tot uitstootreductie. “Wanneer dat goed gaat en de CO₂-uitstoot al hard daalt, wat iedereen verwacht en hoopt, blijft het ook in de tweede fase vanaf 2026 waarschijnlijk bij een jaarlijkse aanleverplicht. Mocht dit niet lukken komt er een normering voor individuele werkgevers, die achterblijvers – dus organisaties die onvoldoende doen om de uitstoot als gevolg van de zakelijke mobiliteit maximaal te beperken – dwingt alsnog maatregelen te nemen. Koplopers die het dan al wel goed doen worden met een norm ontzien. Bovendien gaat het erom dat het resultaat telt en niet hoe werkgevers dat bereiken. Daarin zijn zij vrij. Werkgevers en -nemers moeten daar samen uitkomen en bijvoorbeeld bekijken of zij de reductienorm per kilometer kunnen halen door meer met het openbaar vervoer of de fiets te reizen of vaker thuis te werken. Maar die verplichting nu al te verduurzamen is er nog niet, eerst gaat het aanleveren van de jaarlijkse gegevens inzicht geven en bewustwording creëren”, aldus Martens.

Eerst praten met dienstverleners
Op dit moment, aan de vooravond van de implementatie van het besluit, gaat alle aandacht uit naar het helpen van de werkgevers, zodat zij de jaarlijkse gegevens aan kunnen leveren. “Met hen gaan we aan tafel zitten in zogenoemde werkateliers en bespreken waar zij tegenaan kunnen lopen. Later dit jaar volgt een publicatie waarin staat hoe werkgevers de data kunnen genereren. Het gaat daarbij om jaarkilometers per vervoermiddel zodat de CO₂-uitstoot in het digitale platform kan worden berekend. Centrale vraag is nu eerst of en hoe dienstverleners het werkgevers zo makkelijk mogelijk kunnen maken bij het vergaren en invullen van deze jaarkilometers. Daarin past ook de sessie van woensdag 11 mei waarin we dienstverleners in de mobiliteit bij elkaar willen brengen en vragen of het hen gaat lukken werkgevers van de data te voorzien die zij nodig hebben. Leasebedrijven kunnen bijvoorbeeld data over gereden kilometers aanleveren.

Aanmelden kan nog
Het is nog mogelijk deel te nemen aan de werksessie. Deze vindt plaats op woensdag 11 mei 2022 van 14.00 tot 16.00 uur in Vergadercentrum Vredenburg, Vredenburg 19, 3511 BB Utrecht. Wie zich aanmeldt, krijgt een bevestigingsmail.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Jacques Geluk

Dienstverleners gevraagd werkgevers te helpen bij aanleveren mobiliteitsgegevens | Infrasite
CO2

Dienstverleners gevraagd werkgevers te helpen bij aanleveren mobiliteitsgegevens

Werkgevers met meer dan honderd werknemers zijn vanaf volgend jaar verplicht jaarlijks gegevens aan te leveren over de zakelijke en woon-werkmobiliteit. Doel is de CO₂-uitstoot te reduceren. Woensdag 11 mei organiseert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een eerste werksessie voor dienstverleners in de mobiliteit. Het kabinet vindt het belangrijk dat het aanleveren van de jaarlijkse gegevens zo min mogelijk extra werk oplevert. De expertise van dienstverleners kan hierbij behulpzaam zijn.

Het ‘Besluit CO₂-reductie werkgebonden personenmobiliteit’ is bedoeld om te bereiken dat de groep werkgevers met meer dan honderd werknemers vanaf 2030 samen één megaton CO₂ bespaart door bewust te kiezen voor duurzame mobiliteit. Minder broeikasgassen uitstoten in het verkeer door slimmer en zuiniger te reizen draagt bij aan het halen van de klimaatdoelen. “Uiteindelijk is deze opgave vrij fors. In de voorbereiding van het besluit is geconcludeerd dat werkgevers van grote organisaties als bedrijven, maar ook overheden, het niet gaan redden op basis van vrijwilligheid. Daarom is een verplichting ingebouwd en een normstelling indien nodig, waar niet iedereen blij mee is, maar er wel de noodzaak van inziet”, zegt Marco Martens, senior beleidsadviseur van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

8.000 organisaties
“In totaal draait het om 8.000 organisaties met meer dan honderd werknemers. Dat is minder dan een procent van alle werkgevers, maar zij vertegenwoordigen wel zestig procent van de werknemers. Hun impact op de uitstootreductie is dus relatief groot. We hopen wel dat andere organisaties, met minder werknemers, vrijwillig meedoen. Er komt een digitaal platform om de jaarlijkse gegevens zakelijke en woon-werkmobiliteit te kunnen aanleveren. Dat staat ook open voor werkgevers met minder werknemers en eenpitters.” Het ‘Besluit CO₂-reductie werkgebonden personenmobiliteit’ is inmiddels gepresenteerd aan de Eerste en Tweede Kamer. “De Tweede Kamer heeft nog geen debat aangevraagd of vragen gesteld. Wanneer dat zo blijft gaat het voorstel naar de Raad van State en kan het besluit op de geplande datum ingaan.”

Twee fasen
Tot en met 2030 valt het besluit uiteen in twee fasen. In de eerste fase die 1 januari 2023 ingaat als dan ook de Omgevingswet van kracht wordt, geldt alleen de verplichting van het jaarlijks aanleveren van gegevens. Dan is er nog geen verplichting tot uitstootreductie. “Wanneer dat goed gaat en de CO₂-uitstoot al hard daalt, wat iedereen verwacht en hoopt, blijft het ook in de tweede fase vanaf 2026 waarschijnlijk bij een jaarlijkse aanleverplicht. Mocht dit niet lukken komt er een normering voor individuele werkgevers, die achterblijvers – dus organisaties die onvoldoende doen om de uitstoot als gevolg van de zakelijke mobiliteit maximaal te beperken – dwingt alsnog maatregelen te nemen. Koplopers die het dan al wel goed doen worden met een norm ontzien. Bovendien gaat het erom dat het resultaat telt en niet hoe werkgevers dat bereiken. Daarin zijn zij vrij. Werkgevers en -nemers moeten daar samen uitkomen en bijvoorbeeld bekijken of zij de reductienorm per kilometer kunnen halen door meer met het openbaar vervoer of de fiets te reizen of vaker thuis te werken. Maar die verplichting nu al te verduurzamen is er nog niet, eerst gaat het aanleveren van de jaarlijkse gegevens inzicht geven en bewustwording creëren”, aldus Martens.

Eerst praten met dienstverleners
Op dit moment, aan de vooravond van de implementatie van het besluit, gaat alle aandacht uit naar het helpen van de werkgevers, zodat zij de jaarlijkse gegevens aan kunnen leveren. “Met hen gaan we aan tafel zitten in zogenoemde werkateliers en bespreken waar zij tegenaan kunnen lopen. Later dit jaar volgt een publicatie waarin staat hoe werkgevers de data kunnen genereren. Het gaat daarbij om jaarkilometers per vervoermiddel zodat de CO₂-uitstoot in het digitale platform kan worden berekend. Centrale vraag is nu eerst of en hoe dienstverleners het werkgevers zo makkelijk mogelijk kunnen maken bij het vergaren en invullen van deze jaarkilometers. Daarin past ook de sessie van woensdag 11 mei waarin we dienstverleners in de mobiliteit bij elkaar willen brengen en vragen of het hen gaat lukken werkgevers van de data te voorzien die zij nodig hebben. Leasebedrijven kunnen bijvoorbeeld data over gereden kilometers aanleveren.

Aanmelden kan nog
Het is nog mogelijk deel te nemen aan de werksessie. Deze vindt plaats op woensdag 11 mei 2022 van 14.00 tot 16.00 uur in Vergadercentrum Vredenburg, Vredenburg 19, 3511 BB Utrecht. Wie zich aanmeldt, krijgt een bevestigingsmail.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Jacques Geluk