Bord werkzaamheden

GWW-productie groeit, spanning op arbeidsmarkt neemt toe

Foto: Vincent Krabbendam / ProMedia

De productie van de Nederlandse GWW-sector zal in 2022 en 2023 met respectievelijk 3 en 4 procent groeien. Dat voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouw. De groei van de productie zal ook zorgen voor meer spanningen op het gebied van personeel.

Afgelopen jaar nam de gehele bouwproductie in Nederland al met twee procent toe. Voor de komende jaren is het beeld dus dat de groei nog minstens tweemaal zo groot zal zijn als in 2021. De 2 procent van vorig jaar is ook het voorspelde gemiddelde op de middellange termijn. Dat betekent dat de arbeidsmarkt, waar de tekorten in personeel oplopen, het dit en volgend jaar zwaar te verduren heeft. In de jaren daarna tot 2026 neemt die druk dan weer af. Desondanks kan de werkgelegenheid in de bouw in dat jaar zijn toegenomen tot een half miljoen voltijdsbanen. Dat is het hoogste aantal in 45 jaar tijd.

GWW blijft niet ver achter bij woningbouw

In de verschillende bouwsectoren was in 2021 een divers beeld te zien. De burgerlijke en utiliteitsbouw keerde na een terugval in 2020 terug op het productieniveau van 2019 en daarvoor. Maar de grond-, weg- en waterbouw kende in 2020 juist een bescheiden groei, terwijl de productie vorig jaar weer afnam. Ook voor de komende jaren zal de nieuwbouw van woningen de grootste aanjager van de productiegroei zijn.

Maar de GWW-sector blijft niet ver achter: daar worden voor 2022 en 2023 groeicijfers van 3 en 4 procent voorspeld door het EIB. Of, zoals het instituut het formuleert: “De GWW wint na lange tijd weer aan dynamiek.” De groei zit volgens de prognose vooral bij de decentrale overheden en in de energiesector, waar de energietransitie immers steeds meer handen en voeten krijgt.

Personeelstekort en lockdowns

In het kielzog van al die groeicijfers ontstaat er de komende jaren ook meer werkgelegenheid in de Nederlandse bouw. Maar het knelt al aardig omdat het aantal vakmensen niet overhoudt. In 2022 en 2023 respectievelijk 2 en 1,5 procent meer werkgelegenheid zorgt dan voor extra uitdagingen.

De oplossing wordt deels gevonden in de instroom van buitenlandse werknemers. Maar die ontwikkeling werd de laatste jaren wel beperkt door de coronapandemie en de bijbehorende beperkende maatregelen. Het EIB geeft aan dat eventuele nieuwe lockdowns en inreisbeperkingen de instroom van buitenlandse werknemers zullen beperken, met nog meer spanningen op de arbeidsmarkt tot gevolg.

Lees ook onze recente specials:

Onderwerpen: , ,

Auteur: Vincent Krabbendam

GWW-productie groeit, spanning op arbeidsmarkt neemt toe | Infrasite
Bord werkzaamheden

GWW-productie groeit, spanning op arbeidsmarkt neemt toe

Foto: Vincent Krabbendam / ProMedia

De productie van de Nederlandse GWW-sector zal in 2022 en 2023 met respectievelijk 3 en 4 procent groeien. Dat voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouw. De groei van de productie zal ook zorgen voor meer spanningen op het gebied van personeel.

Afgelopen jaar nam de gehele bouwproductie in Nederland al met twee procent toe. Voor de komende jaren is het beeld dus dat de groei nog minstens tweemaal zo groot zal zijn als in 2021. De 2 procent van vorig jaar is ook het voorspelde gemiddelde op de middellange termijn. Dat betekent dat de arbeidsmarkt, waar de tekorten in personeel oplopen, het dit en volgend jaar zwaar te verduren heeft. In de jaren daarna tot 2026 neemt die druk dan weer af. Desondanks kan de werkgelegenheid in de bouw in dat jaar zijn toegenomen tot een half miljoen voltijdsbanen. Dat is het hoogste aantal in 45 jaar tijd.

GWW blijft niet ver achter bij woningbouw

In de verschillende bouwsectoren was in 2021 een divers beeld te zien. De burgerlijke en utiliteitsbouw keerde na een terugval in 2020 terug op het productieniveau van 2019 en daarvoor. Maar de grond-, weg- en waterbouw kende in 2020 juist een bescheiden groei, terwijl de productie vorig jaar weer afnam. Ook voor de komende jaren zal de nieuwbouw van woningen de grootste aanjager van de productiegroei zijn.

Maar de GWW-sector blijft niet ver achter: daar worden voor 2022 en 2023 groeicijfers van 3 en 4 procent voorspeld door het EIB. Of, zoals het instituut het formuleert: “De GWW wint na lange tijd weer aan dynamiek.” De groei zit volgens de prognose vooral bij de decentrale overheden en in de energiesector, waar de energietransitie immers steeds meer handen en voeten krijgt.

Personeelstekort en lockdowns

In het kielzog van al die groeicijfers ontstaat er de komende jaren ook meer werkgelegenheid in de Nederlandse bouw. Maar het knelt al aardig omdat het aantal vakmensen niet overhoudt. In 2022 en 2023 respectievelijk 2 en 1,5 procent meer werkgelegenheid zorgt dan voor extra uitdagingen.

De oplossing wordt deels gevonden in de instroom van buitenlandse werknemers. Maar die ontwikkeling werd de laatste jaren wel beperkt door de coronapandemie en de bijbehorende beperkende maatregelen. Het EIB geeft aan dat eventuele nieuwe lockdowns en inreisbeperkingen de instroom van buitenlandse werknemers zullen beperken, met nog meer spanningen op de arbeidsmarkt tot gevolg.

Lees ook onze recente specials:

Onderwerpen: , ,

Auteur: Vincent Krabbendam