Vraagteken AVBB uitvoeringsgerichtheid Nota Mobiliteit

Gouda – Het AVBB steunt de sturingsfilosofie van de Nota Mobiliteit, maar zet vraagtekens bij de uitvoeringsgerichtheid van de hoofdlijnennotitie die het Kabinet afgelopen vrijdag aan de Tweede Kamer heeft gezonden.

De sturingsfilosofie van de hoofdlijnennotitie is gelijk aan die van de Nota Ruimte: “decentraal wat kan, centraal wat moet”, een intensievere betrokkenheid van private partijen bij ontwikkeling van gebieden en infrastructurele verbindingen en een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden.
Publieke en private partijen krijgen op papier een grotere verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Om vrijblijvendheid te voorkomen, zijn waarborgen nodig. Het AVBB vindt de hoofdlijnennotitie hierover niet concreet genoeg. Om te waarborgen dat de ambities en plannen van de Nota Mobiliteit ook daadwerkelijk worden gerealiseerd, stelt het AVBB voor om in aansluiting op bestuurlijke afspraken die het Rijk met decentrale overheden maakt, ook concrete afspraken te maken met het (bouw)bedrijfsleven.

Onderwerpen waarover afspraken gemaakt moeten worden, zijn:
– integrale aanpak van ruimtelijke ordeningsvraagstukken;
– een consistent en slagvaardig mobiliteitsbeleid;
– netwerkbenadering en doorstroomroutes;
– het verbeteren van het besluitvormingsproces;
– het versnellen van procedures;
– een hogere financiële prioriteit voor mobiliteit en bereikbaarheid;
– een betere benutting van creativiteit van private partijen.

Het AVBB heeft zijn suggesties ten aanzien van deze onderwerpen reeds verder uitgewerkt en aan het ministerie van Verkeer & Waterstaat ter beschikking gesteld. De Nota Mobiliteit wordt half oktober verwacht.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht AVBB

Vraagteken AVBB uitvoeringsgerichtheid Nota Mobiliteit | Infrasite

Vraagteken AVBB uitvoeringsgerichtheid Nota Mobiliteit

Gouda – Het AVBB steunt de sturingsfilosofie van de Nota Mobiliteit, maar zet vraagtekens bij de uitvoeringsgerichtheid van de hoofdlijnennotitie die het Kabinet afgelopen vrijdag aan de Tweede Kamer heeft gezonden.

De sturingsfilosofie van de hoofdlijnennotitie is gelijk aan die van de Nota Ruimte: “decentraal wat kan, centraal wat moet”, een intensievere betrokkenheid van private partijen bij ontwikkeling van gebieden en infrastructurele verbindingen en een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden.
Publieke en private partijen krijgen op papier een grotere verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Om vrijblijvendheid te voorkomen, zijn waarborgen nodig. Het AVBB vindt de hoofdlijnennotitie hierover niet concreet genoeg. Om te waarborgen dat de ambities en plannen van de Nota Mobiliteit ook daadwerkelijk worden gerealiseerd, stelt het AVBB voor om in aansluiting op bestuurlijke afspraken die het Rijk met decentrale overheden maakt, ook concrete afspraken te maken met het (bouw)bedrijfsleven.

Onderwerpen waarover afspraken gemaakt moeten worden, zijn:
– integrale aanpak van ruimtelijke ordeningsvraagstukken;
– een consistent en slagvaardig mobiliteitsbeleid;
– netwerkbenadering en doorstroomroutes;
– het verbeteren van het besluitvormingsproces;
– het versnellen van procedures;
– een hogere financiële prioriteit voor mobiliteit en bereikbaarheid;
– een betere benutting van creativiteit van private partijen.

Het AVBB heeft zijn suggesties ten aanzien van deze onderwerpen reeds verder uitgewerkt en aan het ministerie van Verkeer & Waterstaat ter beschikking gesteld. De Nota Mobiliteit wordt half oktober verwacht.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht AVBB