Startnotitie Schiphol-Almere ter inzage

Haarlem – Van 3 januari tot en met 30 januari 2005 ligt de startnotitie hoofdwegverbinding Schiphol-Almere ter inzage. Deze startnotitie is het begin van een trajectstudie en een milieueffectrapportage en een onderzoek naar de kosten en de baten van mogelijke oplossingsrichtingen die de bereikbaarheid van het traject Schiphol-Amsterdam-Almere verbeteren. Er zijn vier officiële hoorzittingen, voorafgegaan door informatiebijeenkomsten. Tot en met 30 januari 2005 kan een ieder zijn mening kenbaar maken over de inhoud van de startnotitie.

Het verkeer in het gebied tussen Schiphol, Amsterdam en Almere is de afgelopen15 jaar sterk gegroeid vooral als gevolg van het toenemende aantal bedrijven en inwoners. Het wegennet op dit traject kent vele capaciteitsknelpunten. In het kader van de Nota Ruimte heeft het Kabinet een besluit genomen dat Almere met circa 40.000 woningen in de periode van 2010-2030 mag groeien. Hiermee vergroot de capaciteitsvraag op het traject Almere-Schiphol. Zonder uitbreiding van de weginfrastructuur zal de bereikbaarheid in het gebied Almere – Amsterdam – Schiphol sterk afnemen.

Studie op lange termijn gericht
De planstudie Schiphol – Almere richt zich op de lange termijn oplossingen na 2010. Om de doorstroming snel te verbeteren worden vóór 2010 de benuttingmaatregelen op de A1/A6/A9 al uitgevoerd. Deze zijn onderdeel van de trajectstudie Corridor Regio’s Amsterdam, Almere en ‘t Gooi en betreffen het inrichten van de vluchtstroken als spitsstroken langs de A1 ’t Gooi, de A1/A6 Muiderberg-Almere en de A9, Holendrecht-Diemen, en het uitbreiden van de wisselstrook en van de bestaande Vechtburg in het deel van de A1 Diemen-Muiderberg.

Naast het Meest Milieuvriendelijke Alternatief worden in de planstudie twee oplossingsrichtingen uitgewerkt:
· Het stroomlijnalternatief: uitbreiden en stroomlijnen van de bestaande snelwegen A6, A1, A9 en A10
· Het A6/A9-alternatief: een nieuwe wegverbinding tussen de A6 en A9.
In de planstudie wordt als scenario een wegverbinding door het IJmeer van Almere naar Amsterdam meegenomen, alsmede wordt gekeken naar de situatie van de Hollandse Brug.

In 2006 neemt de minister van Verkeer en Waterstaat in samenspraak met de minister van VROM een besluit welk alternatief wordt gekozen. Dit besluit wordt afgestemd met het definitieve besluit door het Kabinet over de groei van Almere – meer of minder dan 40.000 woningen.

Ter inzage legging startnotitie
De startnotitie Hoofdwegverbinding Schiphol-Almere ligt van 3 januari tot en met 30 januari 2005 gedurende de reguliere openingstijden ter inzage bij:
· de gemeentehuizen van Abcoude, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Haarlemmermeer, Lelystad, Loenen, Muiden, Naarden, Ouder-Amstel, Weesp, Wijdemeren en Zeewolde;
· de stadsdeelkantoren van Amsterdam Oost/Watergraafsmeer en Amsterdam Zuid-Oost;
· de (hoofd)vestigingen van de openbare bibliotheken in Abcoude, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Amsterdam Oost/Watergraafsmeer, Amsterdam Amsterdam Zuidoost, Diemen, Hoofddorp, Lelystad, Loenen aan de Vecht, Loosdrecht, Muiden, Naarden, Ouderkerk aan de Amstel, Weesp en Zeewolde;
· de provinciehuizen van de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht;
· de vestigingen van Rijkswaterstaat Noord-Holland in Haarlem, Rijkswaterstaat IJsselmeergebied in Lelystad en Rijkswaterstaat district Amsterdam in Amsterdam;
· de bibliotheken van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en van VROM, beide in Den Haag.

Vervolg traject Inspraak
Het Inspraakpunt bundelt alle reacties en stuurt deze onder andere naar de ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM en naar de Commissie voor de milieueffectrapportage. Deze commissie adviseert de ministers over de richtlijnen voor de inhoud van het Milieueffectenrapport (MER). Mede op basis van dit advies en de inspraakreacties stellen de ministers vervolgens de richtlijnen vast. De richtlijnen vormen het vertrekpunt voor het opstellen van het MER en het opstellen van het kosten-baten onderzoek. Op de trajectnota/MER kan te zijner tijd weer worden ingesproken.

Communicatie
De startnotitie is vanaf 3 januari 2005 te downloaden via
www.inspraakvenw.nl en
www.schiphol-almere.nl. Ook kan de startnotitie opgevraagd worden bij Rijkswaterstaat Noord-Holland, telefoon 023 – 530 14 01.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht Rijkswaterstaat Noord-Holland

Startnotitie Schiphol-Almere ter inzage | Infrasite

Startnotitie Schiphol-Almere ter inzage

Haarlem – Van 3 januari tot en met 30 januari 2005 ligt de startnotitie hoofdwegverbinding Schiphol-Almere ter inzage. Deze startnotitie is het begin van een trajectstudie en een milieueffectrapportage en een onderzoek naar de kosten en de baten van mogelijke oplossingsrichtingen die de bereikbaarheid van het traject Schiphol-Amsterdam-Almere verbeteren. Er zijn vier officiële hoorzittingen, voorafgegaan door informatiebijeenkomsten. Tot en met 30 januari 2005 kan een ieder zijn mening kenbaar maken over de inhoud van de startnotitie.

Het verkeer in het gebied tussen Schiphol, Amsterdam en Almere is de afgelopen15 jaar sterk gegroeid vooral als gevolg van het toenemende aantal bedrijven en inwoners. Het wegennet op dit traject kent vele capaciteitsknelpunten. In het kader van de Nota Ruimte heeft het Kabinet een besluit genomen dat Almere met circa 40.000 woningen in de periode van 2010-2030 mag groeien. Hiermee vergroot de capaciteitsvraag op het traject Almere-Schiphol. Zonder uitbreiding van de weginfrastructuur zal de bereikbaarheid in het gebied Almere – Amsterdam – Schiphol sterk afnemen.

Studie op lange termijn gericht
De planstudie Schiphol – Almere richt zich op de lange termijn oplossingen na 2010. Om de doorstroming snel te verbeteren worden vóór 2010 de benuttingmaatregelen op de A1/A6/A9 al uitgevoerd. Deze zijn onderdeel van de trajectstudie Corridor Regio’s Amsterdam, Almere en ‘t Gooi en betreffen het inrichten van de vluchtstroken als spitsstroken langs de A1 ’t Gooi, de A1/A6 Muiderberg-Almere en de A9, Holendrecht-Diemen, en het uitbreiden van de wisselstrook en van de bestaande Vechtburg in het deel van de A1 Diemen-Muiderberg.

Naast het Meest Milieuvriendelijke Alternatief worden in de planstudie twee oplossingsrichtingen uitgewerkt:
· Het stroomlijnalternatief: uitbreiden en stroomlijnen van de bestaande snelwegen A6, A1, A9 en A10
· Het A6/A9-alternatief: een nieuwe wegverbinding tussen de A6 en A9.
In de planstudie wordt als scenario een wegverbinding door het IJmeer van Almere naar Amsterdam meegenomen, alsmede wordt gekeken naar de situatie van de Hollandse Brug.

In 2006 neemt de minister van Verkeer en Waterstaat in samenspraak met de minister van VROM een besluit welk alternatief wordt gekozen. Dit besluit wordt afgestemd met het definitieve besluit door het Kabinet over de groei van Almere – meer of minder dan 40.000 woningen.

Ter inzage legging startnotitie
De startnotitie Hoofdwegverbinding Schiphol-Almere ligt van 3 januari tot en met 30 januari 2005 gedurende de reguliere openingstijden ter inzage bij:
· de gemeentehuizen van Abcoude, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Haarlemmermeer, Lelystad, Loenen, Muiden, Naarden, Ouder-Amstel, Weesp, Wijdemeren en Zeewolde;
· de stadsdeelkantoren van Amsterdam Oost/Watergraafsmeer en Amsterdam Zuid-Oost;
· de (hoofd)vestigingen van de openbare bibliotheken in Abcoude, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Amsterdam Oost/Watergraafsmeer, Amsterdam Amsterdam Zuidoost, Diemen, Hoofddorp, Lelystad, Loenen aan de Vecht, Loosdrecht, Muiden, Naarden, Ouderkerk aan de Amstel, Weesp en Zeewolde;
· de provinciehuizen van de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht;
· de vestigingen van Rijkswaterstaat Noord-Holland in Haarlem, Rijkswaterstaat IJsselmeergebied in Lelystad en Rijkswaterstaat district Amsterdam in Amsterdam;
· de bibliotheken van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en van VROM, beide in Den Haag.

Vervolg traject Inspraak
Het Inspraakpunt bundelt alle reacties en stuurt deze onder andere naar de ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM en naar de Commissie voor de milieueffectrapportage. Deze commissie adviseert de ministers over de richtlijnen voor de inhoud van het Milieueffectenrapport (MER). Mede op basis van dit advies en de inspraakreacties stellen de ministers vervolgens de richtlijnen vast. De richtlijnen vormen het vertrekpunt voor het opstellen van het MER en het opstellen van het kosten-baten onderzoek. Op de trajectnota/MER kan te zijner tijd weer worden ingesproken.

Communicatie
De startnotitie is vanaf 3 januari 2005 te downloaden via
www.inspraakvenw.nl en
www.schiphol-almere.nl. Ook kan de startnotitie opgevraagd worden bij Rijkswaterstaat Noord-Holland, telefoon 023 – 530 14 01.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht Rijkswaterstaat Noord-Holland