Houtribdijk. Foto: HWBP

Verduurzamen waterbouwvloot vraagt om innovatieruimte en andere wetgeving

Houtribdijk. Foto: HWBP via Sylvia Lafourcade

Er is veel mogelijk in het verduurzamen van de Nederlandse vloot waterbouwvaartuigen, maar dan moeten de randvoorwaarden wel op orde zijn. Zo moet er investeringsperspectief zijn, alsmede ruimte om te innoveren, inclusief aangepaste wet- en regelgeving. Dat stelt de Vereniging van Waterbouwers op basis van onderzoek dat deze organisatie liet doen door TNO.

Net als alle andere sectoren staat de waterbouw voor de opgave om te vergroenen. Het onderzoek van TNO moest daarvoor de mogelijkheden in kaart brengen. Er is zowel naar de korte termijn als de langere gekeken, dus respectievelijk tot 2025 en tot 2030-2035.

In de waterbouw is sprake van een atypische vloot en dat maakt het niet goed mogelijk om de verduurzaming met één centrale aanpak voor elkaar te krijgen. TNO adviseert dan ook om “verschillende ingroeipaden” te bewandelen. Daarbij moet er tijd en ruimte zijn om bestaande motoren duurzamer te maken, nieuwe motoren in te bouwen en om volledig nieuwe schepen te bouwen. TNO stelt verder dat de keuze voor de juiste investering cruciaal is. De gekozen vormen van verduurzaming moeten op elkaar aansluiten en langere tijd meekunnen, zodat ze niet over een paar jaar alweer achterhaald zijn.

Investeringen terugverdienen

Het is mogelijk om de gestelde doelen (55 procent CO2-reductie en 60 procent stikstofreductie in 2030) te halen, maar volgens de Vereniging van Waterbouwers wel onder bepaalde voorwaarden. Zo moet er voor de bedrijven in de sector perspectief zijn op het terugverdienen van hun investeringen en moet dat terug te zien zijn in aanbestedingen. Er moet ruimte zijn voor innovaties die later kunnen worden opgeschaald en er is nieuwe wet- en regelgeving nodig om die nieuwe technieken toepasbaar te maken. En voldoende infrastructurele voorzieningen, zoals laad- en bunkercapaciteit en voldoende aanbod van biobrandstoffen, zijn eveneens van groot belang.

Samen grote stappen zetten

“De ontwikkelingen in de sector en de investeringen van onze leden geven de ambitie aan om bij te dragen aan de verduurzaming van de waterbouwsector en de wijze waarop gewerkt wordt. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op, maar vormen slechts één van de voorwaarden die zorgen voor vergroening. Samen met alle partners in de keten, van overheid tot leveranciers en opdrachtgevers, kunnen de komende jaren grote stappen gezet worden”, zegt directeur Andrea Vollebregt van de Vereniging van Waterbouwers. Die gaat het onderzoek gebruiken als basis voor gesprekken beleidsmakers, politici, opdrachtgevers en ketenpartners.

Lees ook onze andere artikelen over waterbouw, zoals:

Auteur: Vincent Krabbendam

Verduurzamen waterbouwvloot vraagt om innovatieruimte en andere wetgeving | Infrasite
Houtribdijk. Foto: HWBP

Verduurzamen waterbouwvloot vraagt om innovatieruimte en andere wetgeving

Houtribdijk. Foto: HWBP via Sylvia Lafourcade

Er is veel mogelijk in het verduurzamen van de Nederlandse vloot waterbouwvaartuigen, maar dan moeten de randvoorwaarden wel op orde zijn. Zo moet er investeringsperspectief zijn, alsmede ruimte om te innoveren, inclusief aangepaste wet- en regelgeving. Dat stelt de Vereniging van Waterbouwers op basis van onderzoek dat deze organisatie liet doen door TNO.

Net als alle andere sectoren staat de waterbouw voor de opgave om te vergroenen. Het onderzoek van TNO moest daarvoor de mogelijkheden in kaart brengen. Er is zowel naar de korte termijn als de langere gekeken, dus respectievelijk tot 2025 en tot 2030-2035.

In de waterbouw is sprake van een atypische vloot en dat maakt het niet goed mogelijk om de verduurzaming met één centrale aanpak voor elkaar te krijgen. TNO adviseert dan ook om “verschillende ingroeipaden” te bewandelen. Daarbij moet er tijd en ruimte zijn om bestaande motoren duurzamer te maken, nieuwe motoren in te bouwen en om volledig nieuwe schepen te bouwen. TNO stelt verder dat de keuze voor de juiste investering cruciaal is. De gekozen vormen van verduurzaming moeten op elkaar aansluiten en langere tijd meekunnen, zodat ze niet over een paar jaar alweer achterhaald zijn.

Investeringen terugverdienen

Het is mogelijk om de gestelde doelen (55 procent CO2-reductie en 60 procent stikstofreductie in 2030) te halen, maar volgens de Vereniging van Waterbouwers wel onder bepaalde voorwaarden. Zo moet er voor de bedrijven in de sector perspectief zijn op het terugverdienen van hun investeringen en moet dat terug te zien zijn in aanbestedingen. Er moet ruimte zijn voor innovaties die later kunnen worden opgeschaald en er is nieuwe wet- en regelgeving nodig om die nieuwe technieken toepasbaar te maken. En voldoende infrastructurele voorzieningen, zoals laad- en bunkercapaciteit en voldoende aanbod van biobrandstoffen, zijn eveneens van groot belang.

Samen grote stappen zetten

“De ontwikkelingen in de sector en de investeringen van onze leden geven de ambitie aan om bij te dragen aan de verduurzaming van de waterbouwsector en de wijze waarop gewerkt wordt. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op, maar vormen slechts één van de voorwaarden die zorgen voor vergroening. Samen met alle partners in de keten, van overheid tot leveranciers en opdrachtgevers, kunnen de komende jaren grote stappen gezet worden”, zegt directeur Andrea Vollebregt van de Vereniging van Waterbouwers. Die gaat het onderzoek gebruiken als basis voor gesprekken beleidsmakers, politici, opdrachtgevers en ketenpartners.

Lees ook onze andere artikelen over waterbouw, zoals:

Auteur: Vincent Krabbendam