EVO wil open grenzen voor transportbedrijven

Zoetermeer – EVO vindt dat Nederlandse bedrijven vervoerdiensten moeten kunnen aanbieden in alle lidstaten van de Europese Unie. Andersom moeten bedrijven uit alle EU-lidstaten in Nederland hun vervoerdiensten onbeperkt kunnen aanbieden. Nu zijn bedrijven nog gebonden aan allerlei beperkingen, beter bekend als cabotage. Dit heeft EVO laten weten aan de Europese Commissie, die het bedrijfsleven om advies heeft gevraagd over dit onderwerp.

Open grenzen voor transportdiensten versterken de concurrentiekracht van Europa en verhogen de efficiency van het vervoer. Dit biedt milieuvoordelen en bevordert de doorstroming.

Eenzelfde pleidooi brengt EVO in een brief onder de aandacht van de minister van V&W en de staatssecretarissen van SZW en EZ. EVO vraagt hen om zich binnen Europa sterk te maken voor het vrijgeven van cabotage en de vergunningsplicht beroepsvervoer over de weg af te schaffen, omdat dit laatste leidt tot ongewenste administratieve lasten.

Ook Nederlandse werknemers hebben baat bij onbelemmerde cabotage. De verbeterde concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven zorgen ervoor dat de bedrijven in Nederland gevestigd blijven en dit vergroot de arbeidsmarkt. Helaas is op dit moment in Europa een negatieve trend merkbaar waarin lidstaten er in toenemende mate toe overgaan om de cabotagemogelijkheden te beperken. Dit is een geheel tegengestelde trend van de gewenste ontwikkeling om te streven naar één Europese markt en om van Europa de meest concurrerende markt te maken (Lissabon-agenda).

De Europese Commissie vraagt zich net als EVO af of de vergunningsplicht voor het beroepsvervoer over de weg nog moet blijven bestaan. Dit vormt een belemmering ondernemers die willen toetreden tot de markt. De toegevoegde waarde van de vergunning is niet aantoonbaar en leidt tot (onnodige) administratieve lasten. Afschaffen van de vergunningsplicht heeft daarentegen positieve gevolgen voor de efficiency van het vervoer. Het mes snijdt aan twee kanten. Allereerst is het gemakkelijker om een transportbedrijf te beginnen. Dit vergroot de diversiteit vergroot en het aanbod. Daarnaast speelt mee dat bedrijven die “eigen vervoer” doen, nu geen goederen van derden mogen vervoeren. Dat leidt ertoe dat er meer met (half-)lege vrachtauto’s wordt gereden dan nodig is. En gelet op de recente discussies over luchtkwaliteit is dat onnodig en onwenselijk.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: EVO

EVO wil open grenzen voor transportbedrijven | Infrasite

EVO wil open grenzen voor transportbedrijven

Zoetermeer – EVO vindt dat Nederlandse bedrijven vervoerdiensten moeten kunnen aanbieden in alle lidstaten van de Europese Unie. Andersom moeten bedrijven uit alle EU-lidstaten in Nederland hun vervoerdiensten onbeperkt kunnen aanbieden. Nu zijn bedrijven nog gebonden aan allerlei beperkingen, beter bekend als cabotage. Dit heeft EVO laten weten aan de Europese Commissie, die het bedrijfsleven om advies heeft gevraagd over dit onderwerp.

Open grenzen voor transportdiensten versterken de concurrentiekracht van Europa en verhogen de efficiency van het vervoer. Dit biedt milieuvoordelen en bevordert de doorstroming.

Eenzelfde pleidooi brengt EVO in een brief onder de aandacht van de minister van V&W en de staatssecretarissen van SZW en EZ. EVO vraagt hen om zich binnen Europa sterk te maken voor het vrijgeven van cabotage en de vergunningsplicht beroepsvervoer over de weg af te schaffen, omdat dit laatste leidt tot ongewenste administratieve lasten.

Ook Nederlandse werknemers hebben baat bij onbelemmerde cabotage. De verbeterde concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven zorgen ervoor dat de bedrijven in Nederland gevestigd blijven en dit vergroot de arbeidsmarkt. Helaas is op dit moment in Europa een negatieve trend merkbaar waarin lidstaten er in toenemende mate toe overgaan om de cabotagemogelijkheden te beperken. Dit is een geheel tegengestelde trend van de gewenste ontwikkeling om te streven naar één Europese markt en om van Europa de meest concurrerende markt te maken (Lissabon-agenda).

De Europese Commissie vraagt zich net als EVO af of de vergunningsplicht voor het beroepsvervoer over de weg nog moet blijven bestaan. Dit vormt een belemmering ondernemers die willen toetreden tot de markt. De toegevoegde waarde van de vergunning is niet aantoonbaar en leidt tot (onnodige) administratieve lasten. Afschaffen van de vergunningsplicht heeft daarentegen positieve gevolgen voor de efficiency van het vervoer. Het mes snijdt aan twee kanten. Allereerst is het gemakkelijker om een transportbedrijf te beginnen. Dit vergroot de diversiteit vergroot en het aanbod. Daarnaast speelt mee dat bedrijven die “eigen vervoer” doen, nu geen goederen van derden mogen vervoeren. Dat leidt ertoe dat er meer met (half-)lege vrachtauto’s wordt gereden dan nodig is. En gelet op de recente discussies over luchtkwaliteit is dat onnodig en onwenselijk.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: EVO