Infrabedrijf Van Doorn wedt niet op één paard
Van Doorn uit Geldermalsen is geen typisch infrabedrijf, en eigenlijk ook geen typisch familiebedrijf. De onderneming werkt in tal van disciplines in de sectoren infrastructuur, groenvoorziening, verkeersmaatregelen én laadoplossingen. “Eigenlijk zijn we actief in alles wat je ziet in de groene en grijze buitenruimte, omdat we altijd meebewegen met de markt”, vertelt commercieel directeur Robert van Doorn in gesprek met Infrasite.
De opa van Robert van Doorn richtte Van Doorn in 1963 samen met drie broers op in Geldermalsen. Zij begonnen als onderaannemer in het groenonderhoud, maar gingen al snel zelf werk aannemen en breidden ook uit naar de grijze infrastructuur.
“Zij verdeelden Nederland in vier werkgebieden en runden in zekere zin vier losse bedrijfjes”, legt Van Doorn uit. “Begin jaren ’80 had het bedrijf zo’n negentig man personeel en 5 á 6 miljoen gulden omzet. Intussen waren er echter ook zes zoons van de tweede generatie actief en zij zagen meer in een werkverdeling over verschillende disciplines, zoals riolering, bestrating, geleiderails, reiniging.”
Toen de tweede generatie in 1994 het roer overnam, lag de omzet die met 130 medewerkers werd gerealiseerd rond de 10 miljoen gulden. In de ongeveer vijftien jaar daarna groeide dat door naar 20 miljoen euro. En toen begon er in de markt iets te veranderen waar Van Doorn goed op in wist te spelen.
“Van 1963 tot ongeveer 2008 was het zo dat de opdrachtgever exact voorscheef wat er moest gebeuren. Rijkswaterstaat ging als eerste prestatie-eisen voorschrijven en de aannemers de verantwoordelijkheid geven om aan die eisen te voldoen. Daar zijn wij vol ingestapt en dat heeft het bedrijf een enorme impuls gegeven. Vorig jaar haalden we een omzet van 88 miljoen euro en we hebben zo’n 350 mensen in dienst, met naast het hoofdkantoor in Geldermalsen ook vestigingen in Middenmeer en Antwerpen en diverse projectlocaties.”
40 procent bedrijf verkocht aan Dura Vermeer
Met negentien Van Doorns in dienst – en daarnaast ook meerdere leden van veel andere families uit Geldermalsen – kan er nog steeds van een familiebedrijf worden gesproken. Tegelijk spreekt Robert van Doorn van een werkfamilie, waarbij het bedrijf in veel gevallen meer een verbindende factor is dan de familie zelf. “De familie Van Doorn is heel uitgebreid. Bij mijn meeste neven en achterneven kom ik niet thuis over de vloer, maar we werken wel samen. Dit bedrijf is onze gezamenlijke historie en wat ons bindt. Dat is wezenlijk anders dan bij veel andere familiebedrijven, waar de familie zelf juist het verbindende element is.”
Het artikel gaat verder onder de foto
Het bedrijf is nu van zo’n omvang, en de derde generatie is dermate divers, dat het eigenaarschap anders is geregeld dan het lange tijd was. De zes neven (en soms ook broers) van de tweede generatie hebben sinds 2019 nog 60 procent van het bedrijf in handen. De overige 40 procent werd toen aan Dura Vermeer verkocht.
“Met een eerste generatie van vier leden en een tweede generatie van zes kon het eigenaarschap nog goed worden gedeeld. Maar wij van de derde generatie zijn met zijn tienen, en bovendien zijn er grote onderlinge leeftijdsverschillen waardoor we niet echt één generatie zijn. Met die groep eigenaar van een bedrijf zijn, dat kan eigenlijk niet. Een minderheidsaandeelhouder bood voor alles wat daarmee samenhangt een goede oplossing: van opvolging en pensionering van eigenaren tot borging van onze professionaliteit en zelfstandigheid. Daarvoor kwamen we uit bij Dura Vermeer en het onderlinge vertrouwen zorgt ervoor dat die samenwerking heel goed bevalt. Het heeft ons verder helpen professionaliseren en het biedt ook mooie commerciële kansen.”
Veel disciplines zelf in huis
De grote integrale onderhoudscontracten voor Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten vormen een belangrijke pijler onder het bedrijf. Dat komt ook doordat de onderneming niet op één paard wedt, maar zich met zowel infrastructuur als groenvoorziening en verkeersmaatregelen bezighoudt.
“Veel disciplines die nodig zijn voor zo’n integraal prestatiecontract hebben we zelf in huis”, vertelt de commercieel directeur. “In al die contracten staan bijvoorbeeld afspraken over de calamiteitendienst waarvoor je 24 uur per dag beschikbaar moet zijn. Dat is voor veel bedrijven lastig te organiseren, maar wij bieden al sinds 1995 calamiteitendienstverlening aan.” Hij vervolgt: “Naast de prestatiecontracten doen we ook meer rechttoe rechtaan werk als bestrating, riolering, kolkenreiniging en zelfs tuinaanleg voor particulieren. Eigenlijk zijn we actief in alles wat je ziet in de groene en grijze buitenruimte, omdat we altijd meebewegen met de markt.”
Het artikel gaat verder onder de foto
Een goed voorbeeld daarvan zijn de laadoplossingen waarin het bedrijf ook actief is. “Een aantal jaren geleden werd duidelijk dat we steeds meer met elektrische voertuigen zouden gaan werken. Dat vraagt om laadinfrastructuur en dat heeft dus impact op de buitenruimte. De markt voor laadpalen was nog verre van georganiseerd, dus toen besloten we ze zelf te gaan maken en aanbieden. Net als in onze andere disciplines zijn hier breed actief in: van een individueel laadpunt voor een particulier tot volledige laadpleinen, inclusief parkeer- en groenvoorzieningen”, aldus Robert van Doorn.
Wat wil de klant bereiken?
Uitdagingen brengt dat brede palet aan werkzaamheden uiteraard ook met zich mee, erkent hij. “Een bestek voor kolkreiniging of een tuin aanleggen bij een particulier, daar is weinig capaciteit op kantoor voor nodig. Bij een integraal prestatiecontract is dat een heel ander verhaal. Daar moet je dus flexibel in zijn en dat is uitdagend, maar het lukt ons tot op heden goed.”
Een ander nadeel was dat er op enig moment wel erg veel activiteiten waren, met allemaal eigen labels en uitingsvormen. Van Doorn: “Voor mensen buiten het bedrijf was het niet meer te begrijpen hoe wij georganiseerd zijn. Met behulp van een reclamebureau zijn we anders gaan denken. Niet vanuit wat wij kunnen, maar vanuit wat de klant wil bereiken. Dat komt neer op de buitenruimte van morgen en wij als Van Doorn zorgen ervoor dat die gemaakt wordt en geschikt blijft. Toen dat eenmaal duidelijk was, kwamen we uit op ‘Van Doorn vormt de buitenruimte van morgen’ en de bijbehorende nieuwe huisstijl voor het hele bedrijf”, aldus Robert van Doorn.
Anders werven dan anderen
Het gevarieerde en vaak ook gespecialiseerde werk dat het bedrijf doet, maakt dat werving van personeel ook anders gaat dan bij veel andere firma’s. Voor veel van dat werk bestaan bijvoorbeeld geen opleidingen. De werknemers hebben ook in hun contracten staan dat ze indien nodig voor andere werkzaamheden ingezet kunnen worden dan waarvoor ze in eerste instantie zijn aangenomen.
“Daarom kijken we veel meer naar de persoon dan naar de papieren die hij of zij heeft”, legt Van Doorn uit. “Dat kan er dus toe leiden dat iemand die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd en in een museum werkte bij ons helemaal op zijn plek is als contractmanager. Veruit de meeste mensen komen via bestaande medewerkers bij ons binnen. We hebben heel weinig verloop en we zien ook geregeld dat mensen die vertrekken na een paar jaar weer terugkeren. Betekenisvolle werkgelegenheid is echt een speerpunt voor ons bedrijf en het mooie is dat we die werkgelegenheid als onderneming zelf creëren. Die aanpak zorgt voor betrokkenheid en onderling vertrouwen. En dat komt goed van pas in een bedrijf waar vrijwel iedereen op steeds wisselende locaties werkt.”
Infrasite gaat geregeld op bezoek bij infrabedrijven, zoals eerder Germieco in Wormer. Heeft u ook een interessant verhaal te vertellen over uw onderneming? Stuur dan een bericht aan redactie@infrasite.nl en wie weet komen we dan ook bij u op bezoek voor een interview.