GASTBIJDRAGE

Jeroen Borst: ‘Stedelijke verdichting vraagt om andere mobiliteitsaanpak’

Future housing Steven Wei/Unsplash

De druk op de stedelijke vierkante meters was nooit eerder zo hoog. Door de forse woningbouwopgave, stevige klimaatambities en toenemende vergrijzing en urbanisatie staat de mobiliteit sterk onder druk.  Hoe zorgen we met al deze uitdagingen en ambities vandaag én in de toekomst voor een bereikbare, inclusieve en leefbare stad?

(door Jeroen Borst)

Bouwcontainers, boodschappenbezorgers, koeriersbusjes, laadpalen, deelscooters. Het zal niemand ontgaan dat onze steden de laatste jaren steeds drukker zijn geworden, en dat de stedelijke mobiliteit volop in ontwikkeling is. Door de bevolkingsgroei, verstedelijking en welvaartstijging neemt de vraag naar mobiliteit toe. Met alle risico’s voor de bereikbaarheid en leefbaarheid in Nederlandse steden. Een aanzienlijk deel van de schaarse openbare ruimte is ingericht voor autoverkeer, terwijl auto’s 95% van de tijd stilstaan.

‘Als gemeenten het op z’n beloop laat, dan slibt de stad dicht. Met alle sociaaleconomische gevolgen van dien’, stelt Jeroen Borst, clustermanager Societal Impact for Accessibility and Liveability bij TNO. De grote uitdagingen waar steden voor staan vragen volgens Borst om ingrijpende maatregelen, politieke durf en visie. ‘Een forse reductie van de CO2-uitstoot, groenere binnensteden en elektrisch vervoer met bijbehorende laadinfrastructuur is een vereiste in de klimaatcrisis. De overspannen woningmarkt vraag om de bouw van tienduizenden huizen. Steden zijn daarnaast nog lang niet altijd ingericht op de razendsnelle opkomst van de platformeconomie. Dit alles kan leiden tot een mobiliteitsinfarct.’ Jeroen Borst geeft vijf tips om dit te voorkomen.

  1. Plan steden op nabijheid

Onze steden worden steeds complexer en de snelle, soms onvoorspelbare veranderingen maken het uitdagend om tijdig te reageren en effectief beleid te maken. Daarom pleit Jeroen Borst voor een nieuwe manier van ruimtelijke planning. ‘De huidige aanpak, waarbij je een wijk ontwerpt op basis van vaste planologische waarden, werkt niet meer. Je kunt niet meer zomaar aannemen: zoveel woningen, dus zoveel parkeerplekken, wegen, fietspaden, et cetera. Alleen al omdat auto’s ruimtelijk gezien bijzonder inefficiënt zijn, zowel stilstaand als rijdend. In de gesprekken die we bij TNO met beleidsmakers over de woningbouwopgave voeren, hanteren we bijvoorbeeld steeds vaker een begrip als ‘nabijheid’. Hoe richten we wijken zo in dat bewoners alle belangrijke voorzieningen dichtbij hebben?’

  1. Maak je stad adaptief

Een van de conclusies van het World Cities Report van de VN luidt: hoe beter je aanpassingsvermogen, des te beter je op grote verschuivingen zoals klimaatverandering of een pandemie kunt reageren. Jeroen Borst: ‘Adaptiviteit wordt zeker een belangrijke vereiste voor de stad van de toekomst. Dat doe je door in je beleid niet alles van te voren dicht te timmeren, maar ruimte te laten om op een agile manier op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. De uitdaging wordt natuurlijk om een fysieke omgeving adaptief te maken. Toch hebben we tijdens de pandemie gemerkt dat het kan, toen autowegen werden gebruikt als fietspad en voetpaden werden verbreed.’

Jeroen Borst © foto TNO

  1. Stel heldere doelen

Door de complexiteit van opgaven wordt het volgens Jeroen Borst steeds belangrijker dat steden een duidelijke visie hebben waarmee ze aan een toekomstbestendige stad bouwen. ‘Het is essentieel dat de publieke partij weet wat ze wil, welke rol ze wil spelen, en welke doelen ze wil nastreven. Private partijen zullen ook duidelijkheid willen voordat ze tot investeren overgaan in bijvoorbeeld deelmobiliteit of een laadinfrastructuur. Met goede modellen kun je de afhankelijkheden binnen een stad weergeven en impact van beleidskeuzes inzichtelijk maken. Zo zet je een strategische visie om in concreet beleid.’

  1. Experimenteer om te versnellen

Starre meerjarenplannen staan haaks op de dynamiek van deze tijd. ‘Om echt snel stappen te kunnen zetten, moeten beleidsmakers niet bang zijn om te experimenteren’, stelt Jeroen Borst. ‘Kijk welke maatregelen zouden passen binnen een gebied, zoals een deelauto project om de parkeerdruk te verminderen. Vervolgens kun je als gemeente een pilot opzetten, waarbij je ook de bewoners betrekt. Daar leer je van, waardoor je de oplossing verder kunt aanscherpen tot het gewenste resultaat is bereikt. Bovendien kun je heel veel opsteken van ervaringen in andere steden, zodat je nog meer kunt versnellen.’

  1. Kijk naar het mobiliteitssysteem als middel

Last but not least raadt Jeroen Borst beleidsmakers aan om nooit het grotere mobiliteitsplaatje uit het oog te verliezen. ‘Vooropgesteld dat een verfijnd OV-netwerk een goede basis is voor iedere stad, zul je ook goed naar de alternatieven moeten kijken. Werken die voor alle doelgroepen goed? Wat heb je lagere inkomensgroepen te bieden die afhankelijk zijn van hun auto? Hoeveel kostbare ruimte offer je op aan mobiliteit? Bij wie komen de baten en bij wie de lasten? Hoeveel filedruk kun je wegnemen met hybride werken? Allemaal kwesties die je vandaag moet meewegen als je de stad van morgen bereikbaar, inclusief en leefbaar wilt houden.’

Jeroen Borst is clustermanager Sustainable Urban Mobility and Safety bij TNO

Lees ook:

Kabinet investeert miljarden in weg, spoor en fietsverbindingen

Flyover (bron: Unsplash/FLYD)

Bouwend Nederland verwacht de komende jaren veel werk

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Jeroen Borst: ‘Stedelijke verdichting vraagt om andere mobiliteitsaanpak’ | Infrasite
GASTBIJDRAGE

Jeroen Borst: ‘Stedelijke verdichting vraagt om andere mobiliteitsaanpak’

Future housing Steven Wei/Unsplash

De druk op de stedelijke vierkante meters was nooit eerder zo hoog. Door de forse woningbouwopgave, stevige klimaatambities en toenemende vergrijzing en urbanisatie staat de mobiliteit sterk onder druk.  Hoe zorgen we met al deze uitdagingen en ambities vandaag én in de toekomst voor een bereikbare, inclusieve en leefbare stad?

(door Jeroen Borst)

Bouwcontainers, boodschappenbezorgers, koeriersbusjes, laadpalen, deelscooters. Het zal niemand ontgaan dat onze steden de laatste jaren steeds drukker zijn geworden, en dat de stedelijke mobiliteit volop in ontwikkeling is. Door de bevolkingsgroei, verstedelijking en welvaartstijging neemt de vraag naar mobiliteit toe. Met alle risico’s voor de bereikbaarheid en leefbaarheid in Nederlandse steden. Een aanzienlijk deel van de schaarse openbare ruimte is ingericht voor autoverkeer, terwijl auto’s 95% van de tijd stilstaan.

‘Als gemeenten het op z’n beloop laat, dan slibt de stad dicht. Met alle sociaaleconomische gevolgen van dien’, stelt Jeroen Borst, clustermanager Societal Impact for Accessibility and Liveability bij TNO. De grote uitdagingen waar steden voor staan vragen volgens Borst om ingrijpende maatregelen, politieke durf en visie. ‘Een forse reductie van de CO2-uitstoot, groenere binnensteden en elektrisch vervoer met bijbehorende laadinfrastructuur is een vereiste in de klimaatcrisis. De overspannen woningmarkt vraag om de bouw van tienduizenden huizen. Steden zijn daarnaast nog lang niet altijd ingericht op de razendsnelle opkomst van de platformeconomie. Dit alles kan leiden tot een mobiliteitsinfarct.’ Jeroen Borst geeft vijf tips om dit te voorkomen.

  1. Plan steden op nabijheid

Onze steden worden steeds complexer en de snelle, soms onvoorspelbare veranderingen maken het uitdagend om tijdig te reageren en effectief beleid te maken. Daarom pleit Jeroen Borst voor een nieuwe manier van ruimtelijke planning. ‘De huidige aanpak, waarbij je een wijk ontwerpt op basis van vaste planologische waarden, werkt niet meer. Je kunt niet meer zomaar aannemen: zoveel woningen, dus zoveel parkeerplekken, wegen, fietspaden, et cetera. Alleen al omdat auto’s ruimtelijk gezien bijzonder inefficiënt zijn, zowel stilstaand als rijdend. In de gesprekken die we bij TNO met beleidsmakers over de woningbouwopgave voeren, hanteren we bijvoorbeeld steeds vaker een begrip als ‘nabijheid’. Hoe richten we wijken zo in dat bewoners alle belangrijke voorzieningen dichtbij hebben?’

  1. Maak je stad adaptief

Een van de conclusies van het World Cities Report van de VN luidt: hoe beter je aanpassingsvermogen, des te beter je op grote verschuivingen zoals klimaatverandering of een pandemie kunt reageren. Jeroen Borst: ‘Adaptiviteit wordt zeker een belangrijke vereiste voor de stad van de toekomst. Dat doe je door in je beleid niet alles van te voren dicht te timmeren, maar ruimte te laten om op een agile manier op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. De uitdaging wordt natuurlijk om een fysieke omgeving adaptief te maken. Toch hebben we tijdens de pandemie gemerkt dat het kan, toen autowegen werden gebruikt als fietspad en voetpaden werden verbreed.’

Jeroen Borst © foto TNO

  1. Stel heldere doelen

Door de complexiteit van opgaven wordt het volgens Jeroen Borst steeds belangrijker dat steden een duidelijke visie hebben waarmee ze aan een toekomstbestendige stad bouwen. ‘Het is essentieel dat de publieke partij weet wat ze wil, welke rol ze wil spelen, en welke doelen ze wil nastreven. Private partijen zullen ook duidelijkheid willen voordat ze tot investeren overgaan in bijvoorbeeld deelmobiliteit of een laadinfrastructuur. Met goede modellen kun je de afhankelijkheden binnen een stad weergeven en impact van beleidskeuzes inzichtelijk maken. Zo zet je een strategische visie om in concreet beleid.’

  1. Experimenteer om te versnellen

Starre meerjarenplannen staan haaks op de dynamiek van deze tijd. ‘Om echt snel stappen te kunnen zetten, moeten beleidsmakers niet bang zijn om te experimenteren’, stelt Jeroen Borst. ‘Kijk welke maatregelen zouden passen binnen een gebied, zoals een deelauto project om de parkeerdruk te verminderen. Vervolgens kun je als gemeente een pilot opzetten, waarbij je ook de bewoners betrekt. Daar leer je van, waardoor je de oplossing verder kunt aanscherpen tot het gewenste resultaat is bereikt. Bovendien kun je heel veel opsteken van ervaringen in andere steden, zodat je nog meer kunt versnellen.’

  1. Kijk naar het mobiliteitssysteem als middel

Last but not least raadt Jeroen Borst beleidsmakers aan om nooit het grotere mobiliteitsplaatje uit het oog te verliezen. ‘Vooropgesteld dat een verfijnd OV-netwerk een goede basis is voor iedere stad, zul je ook goed naar de alternatieven moeten kijken. Werken die voor alle doelgroepen goed? Wat heb je lagere inkomensgroepen te bieden die afhankelijk zijn van hun auto? Hoeveel kostbare ruimte offer je op aan mobiliteit? Bij wie komen de baten en bij wie de lasten? Hoeveel filedruk kun je wegnemen met hybride werken? Allemaal kwesties die je vandaag moet meewegen als je de stad van morgen bereikbaar, inclusief en leefbaar wilt houden.’

Jeroen Borst is clustermanager Sustainable Urban Mobility and Safety bij TNO

Lees ook:

Kabinet investeert miljarden in weg, spoor en fietsverbindingen

Flyover (bron: Unsplash/FLYD)

Bouwend Nederland verwacht de komende jaren veel werk

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie