Iets meer werk in GWW en B&U
De orderportefeuilles van zowel de GWW-sector als de woning- en utiliteitsbouw zijn in de maand november 2020 iets groter geworden. De werkvoorraad van grond- en waterbedrijven steeg binnen de gehele bouw het meest met drie tiende maand.
Dat blijkt uit de periodieke conjunctuurmeting bouwnijverheid die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in december uitvoerde in opdracht van de Europese Commissie. Daaraan doen steeds zo’n 225 bedrijven mee met meer dan tien werknemers.
Stijging vooral bij grond- en waterbouw
De werkvoorraad bij grond- en waterbouwbedrijven nam in november toe met drie tiende maand en kwam daarmee uit op 8,4 maanden werk. Bij de wegenbouwbedrijven bleef de werkvoorraad steken op 6,2 maanden. Gemiddeld had de GWW-sector dus 7,3 maanden werk, een stijging van een tiende maand.
B&U-bedrijven hadden in november een gemiddelde werkvoorraad van 10,8 maanden. De orderportefeuille van woningbouwers was het grootst met 11,7 maanden. Utiliteitsbedrijven hadden gemiddeld 9,7 maanden werk.
Eén op de drie bedrijven had in november last van stagnatie in lopende opdrachten. In de GWW-sector is gebrek aan orders de voornaamste oorzaak. B&U-bedrijven hadden vooral last van trage vergunningsprocedures en gebrek aan personeel.
Lees ook