Interview met Carlo van de Weijer over overeenkomsten tussen wegverkeer en railverkeer


Interview met Carlo van de Weijer, director Strategic Area Smart Mobility aan de TU/e, over de verschillen en overeenkomsten tussen de sectoren wegverkeer en railverkeer naar aanleiding van de Dag van de Rail 2015.

1. De sectoren wegverkeer en railverkeer zijn lange tijd gezien als heel verschillend. Waarin komen beide sectoren volgens u overeen?

Ze voldoen beiden aan de biologische neiging van de mens om iets meer dan een uur per dag mobiel te zijn, en komen daarmee tegemoet aan dezelfde behoefte. Het grote verschil is wel dat in de regel het spoor-gebonden vervoer collectief wordt aangeboden en het wegverkeer vooral, en in toenemende mate, vraaggestuurd is. Dat is met nieuwe trends waar vraag en aanbod steeds beter en flexibeler op elkaar worden afgestemd wel een belangrijk punt waar de beide werelden uit elkaar bewegen. De grootste verandering is wellicht dat enkele klassieke voordelen van railverkeer op het gebied van veiligheid en milieu verdwijnen door snel beter wordende wegvoertuigen.

2. Bij wegverkeer zien we steeds meer incar-systemen die wegkantsystemen kunnen vervangen en dat naar verwachting ook gaan doen. Zou dat volgens u ook in de railsector kunnen gaan gebeuren? Kunt u dat uitleggen?

In het algemeen gesteld zie je intelligentie uit de infrastructuur naar het voertuig bewegen. Dat heeft vooral met redenen van flexibiliteit, schaalbaarheid en kosten te maken. Smart Mobility is mijns inziens Smart Vehicles on Stupid Infrastructure. Je ziet in de railsector nog vaak intelligentie in het spoor gestopt wordt, ik zou oproepen om meer te investeren in slimheid in de voertuigen.

3.Verkeerssystemen voor weg- en railverkeer vragen hoge investeringen, vragen lange periodes van besluitvorming en zijn vaak meerdere decennia in gebruik. Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen gaan echter steeds sneller. Hoe verhouden deze ontwikkelingen zich volgens u tot elkaar?

Dat groeit inderdaad uit elkaar. Die problemen zie je zelfs al bij de relatief snelle automotive wereld waar de vervangingscycli van enkele jaren al moeite heeft met de verversingsgraad van consumentenelectronica. De telefoons in de auto’s zijn daardoor verdwenen, de auto dient daar slechts als flexibel platform met een uniforme bluetooth interface. Hoe minder fysiek en hoe meer ICT gebaseerd een innovatie is hoe sneller hij gaat. Dat vergt inherente flexibiliteit van de tragere systemen, hoe langer de vervangingsperiode, hoe meer flexibiliteit is gevergd. Dat leidt dus vaak tot een soberder en eenvoudiger ontwerp met relatief weinig intelligentie.

4. Er wordt momenteel in de markt veel gesproken over toekomstige mobiliteitsconcepten. Welke rol dicht u Collectief Vervoer toe?

Als je naar de totale kosten voor de overheid kijkt, zie je dat de collectieve vervoersopties voor de overheid duurder zijn dan de vraaggestuurde versies zoals fietsen en autorijden. Het hoger comfort van vraaggestuurd vervoer compenseert steeds vaker de meerkosten voor de eindgebruiker. En die meerkosten zullen verder dalen door auto’s die snel goedkoper worden en door de uberficatie van het vervoer. Collectief vervoer blijft belangrijk door haar inherente grote vervoerscapaciteit, en blijft de beste optie voor de ‘dikke lijnen’ maar zal snel moeten innoveren om strijdbaar te blijven.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Onderwerpen:

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite

Interview met Carlo van de Weijer over overeenkomsten tussen wegverkeer en railverkeer | Infrasite

Interview met Carlo van de Weijer over overeenkomsten tussen wegverkeer en railverkeer


Interview met Carlo van de Weijer, director Strategic Area Smart Mobility aan de TU/e, over de verschillen en overeenkomsten tussen de sectoren wegverkeer en railverkeer naar aanleiding van de Dag van de Rail 2015.

1. De sectoren wegverkeer en railverkeer zijn lange tijd gezien als heel verschillend. Waarin komen beide sectoren volgens u overeen?

Ze voldoen beiden aan de biologische neiging van de mens om iets meer dan een uur per dag mobiel te zijn, en komen daarmee tegemoet aan dezelfde behoefte. Het grote verschil is wel dat in de regel het spoor-gebonden vervoer collectief wordt aangeboden en het wegverkeer vooral, en in toenemende mate, vraaggestuurd is. Dat is met nieuwe trends waar vraag en aanbod steeds beter en flexibeler op elkaar worden afgestemd wel een belangrijk punt waar de beide werelden uit elkaar bewegen. De grootste verandering is wellicht dat enkele klassieke voordelen van railverkeer op het gebied van veiligheid en milieu verdwijnen door snel beter wordende wegvoertuigen.

2. Bij wegverkeer zien we steeds meer incar-systemen die wegkantsystemen kunnen vervangen en dat naar verwachting ook gaan doen. Zou dat volgens u ook in de railsector kunnen gaan gebeuren? Kunt u dat uitleggen?

In het algemeen gesteld zie je intelligentie uit de infrastructuur naar het voertuig bewegen. Dat heeft vooral met redenen van flexibiliteit, schaalbaarheid en kosten te maken. Smart Mobility is mijns inziens Smart Vehicles on Stupid Infrastructure. Je ziet in de railsector nog vaak intelligentie in het spoor gestopt wordt, ik zou oproepen om meer te investeren in slimheid in de voertuigen.

3.Verkeerssystemen voor weg- en railverkeer vragen hoge investeringen, vragen lange periodes van besluitvorming en zijn vaak meerdere decennia in gebruik. Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen gaan echter steeds sneller. Hoe verhouden deze ontwikkelingen zich volgens u tot elkaar?

Dat groeit inderdaad uit elkaar. Die problemen zie je zelfs al bij de relatief snelle automotive wereld waar de vervangingscycli van enkele jaren al moeite heeft met de verversingsgraad van consumentenelectronica. De telefoons in de auto’s zijn daardoor verdwenen, de auto dient daar slechts als flexibel platform met een uniforme bluetooth interface. Hoe minder fysiek en hoe meer ICT gebaseerd een innovatie is hoe sneller hij gaat. Dat vergt inherente flexibiliteit van de tragere systemen, hoe langer de vervangingsperiode, hoe meer flexibiliteit is gevergd. Dat leidt dus vaak tot een soberder en eenvoudiger ontwerp met relatief weinig intelligentie.

4. Er wordt momenteel in de markt veel gesproken over toekomstige mobiliteitsconcepten. Welke rol dicht u Collectief Vervoer toe?

Als je naar de totale kosten voor de overheid kijkt, zie je dat de collectieve vervoersopties voor de overheid duurder zijn dan de vraaggestuurde versies zoals fietsen en autorijden. Het hoger comfort van vraaggestuurd vervoer compenseert steeds vaker de meerkosten voor de eindgebruiker. En die meerkosten zullen verder dalen door auto’s die snel goedkoper worden en door de uberficatie van het vervoer. Collectief vervoer blijft belangrijk door haar inherente grote vervoerscapaciteit, en blijft de beste optie voor de ‘dikke lijnen’ maar zal snel moeten innoveren om strijdbaar te blijven.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Onderwerpen:

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite