Beprijzen autoverkeer in Limburg

Maastricht – Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg hebben zich gebogen over het vraagstuk van beprijzen van autoverkeer. Nu in de Nota Mobiliteit van het Kabinet en ook tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer door het Kabinet uitgesproken is, dat die beprijzing er gaat komen, staat ook de Provincie Limburg voor de vraag op welke manier beprijzing het beste ingezet kan worden en welke specifieke Limburgse belangen ermee gemoeid zijn. Gedeputeerde Staten hebben een aantal ideeën ter sondering in een notitie voor de Statencommissie voor Verkeer, Waterstaat en Milieu op een rijtje gezet.

Bij beprijzing van het autoverkeer is het vertrekpunt, dat de belastingen op het bezit van een auto worden verminderd of afgebouwd. Mensen die de auto vaak gebruiken gaan daardoor meer betalen dan nu, degene die weinig kilometers maken zijn goedkoper uit. Het omslagpunt ligt volgens de Commissie Nouwen bij 18.000 kilometer per jaar. De overheid streeft met beprijzing dus niet een verhoging van de inkomsten uit het autoverkeer na. Voor de Limburgers pakt deze verandering gemiddeld genomen gunstiger uit dan voor alle autorijders in Nederland tezamen. In plaats van betalen voor een relatief hoog autobezit in Limburg gaat er betaald worden voor een gemiddeld lagere jaarkilometrage dan in de rest van Nederland.

Uit het onderzoek van de commissie Nouwen blijkt ook, dat beprijzing van het autogebruik zal leiden tot bewustere mobiliteitskeuzes en waarschijnlijk ook tot minder gebruik. Wie dagelijks de rekening ziet van zijn autoritten in plaats van één keer per jaar bij de motorrijtuigenbelasting, gaat wellicht anders oordelen over de noodzakelijkheid van elke rit.

Gedeputeerde Staten gaan ervan uit, dat bij deze wijzigingen in het systeem het Rijk wél een adequate oplossing vindt voor de Opcenten Motorrijtuigenbelasting. Deze Opcentenregeling vormt een belangrijke algemene voedingsbron van de provinciale begroting. Als de motorrijtuigenbelasting wordt afgeschaft en dus ook de Opcentenregeling, zal het Kabinet de provinciebegrotingen in alle provincies op een andere manier moeten aanvullen.

Uit onderzoek, dat GS hebben laten doen naar de specifieke kansen voor beprijzing in Limburg, wordt duidelijk dat in Limburg vooral een beprijzing tijdens de spitsuren effectief is. Buiten de korte spitsperiode is er op de wegen veelal voldoende ruimte om extra verkeer op te vangen.

De ligging van Limburg maakt de afstemming van beprijzing met de omliggende buurlanden erg belangrijk. Enerzijds omdat het wegennet grensoverschrijdend samenhangt en verkeer dus gemakkelijk kan kiezen voor routes in het aangrenzende buitenland. Zo heeft bijvoorbeeld de Maut voor het vrachtverkeer op Duitse snelwegen effecten meegebracht op het verkeer op het Limburgse wegennet. Anderzijds is afstemming nodig om te voorkomen, dat Limburgers moeten meebetalen aan drie verschillende systemen: kilometerheffing in NL, Maut in Duitsland en een snelwegenvignet in België. Er is dus nog het nodige uit te zoeken en af te stemmen.

In de voorstellen van het Kabinet is ook de mogelijkheid van de Versnellingsprijs opgenomen, naar voorbeeld van de Voorfase van de commissie Nouwen. Dit maakt het mogelijk om projecten, die in het Meerjaren Infrastructuurprogramma Transport pas over 8-15 jaar aan de beurt zijn te vervroegen. De opzet is, dat een overheid of marktpartij de financiën voorschiet en dat deze partij de aanlegkosten te zijner tijd terugkrijgt van het ministerie. Daarnaast komen ook de kosten van het vervroegen (rentekosten en tolsysteemkosten) terug door betaling van de automobilisten, die van de nieuwe of verbeterde voorziening gebruik maken. Gedeputeerde Staten denken, dat hiermee de verbreding van de A2 tussen Maasbracht en Geleen en wellicht ook de A67 Eindhoven-Venlo-Duitse grens aanzienlijk versneld kan worden. Op deze routes zit veel doorgaand niet aan Limburg gebonden verkeer. Maar dan moet wel uit onderzoek duidelijk zijn, dat het verkeer niet massaal de route gaat verleggen naar het provinciaal en gemeentelijke wegennet, want dan loopt dat vast.

De resultaten van de discussies in de Statencommissie Verkeer Waterstaat en Milieu worden meegenomen in het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan, waarvan het ontwerp in 2006 verschijnt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Limburg

Beprijzen autoverkeer in Limburg | Infrasite

Beprijzen autoverkeer in Limburg

Maastricht – Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg hebben zich gebogen over het vraagstuk van beprijzen van autoverkeer. Nu in de Nota Mobiliteit van het Kabinet en ook tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer door het Kabinet uitgesproken is, dat die beprijzing er gaat komen, staat ook de Provincie Limburg voor de vraag op welke manier beprijzing het beste ingezet kan worden en welke specifieke Limburgse belangen ermee gemoeid zijn. Gedeputeerde Staten hebben een aantal ideeën ter sondering in een notitie voor de Statencommissie voor Verkeer, Waterstaat en Milieu op een rijtje gezet.

Bij beprijzing van het autoverkeer is het vertrekpunt, dat de belastingen op het bezit van een auto worden verminderd of afgebouwd. Mensen die de auto vaak gebruiken gaan daardoor meer betalen dan nu, degene die weinig kilometers maken zijn goedkoper uit. Het omslagpunt ligt volgens de Commissie Nouwen bij 18.000 kilometer per jaar. De overheid streeft met beprijzing dus niet een verhoging van de inkomsten uit het autoverkeer na. Voor de Limburgers pakt deze verandering gemiddeld genomen gunstiger uit dan voor alle autorijders in Nederland tezamen. In plaats van betalen voor een relatief hoog autobezit in Limburg gaat er betaald worden voor een gemiddeld lagere jaarkilometrage dan in de rest van Nederland.

Uit het onderzoek van de commissie Nouwen blijkt ook, dat beprijzing van het autogebruik zal leiden tot bewustere mobiliteitskeuzes en waarschijnlijk ook tot minder gebruik. Wie dagelijks de rekening ziet van zijn autoritten in plaats van één keer per jaar bij de motorrijtuigenbelasting, gaat wellicht anders oordelen over de noodzakelijkheid van elke rit.

Gedeputeerde Staten gaan ervan uit, dat bij deze wijzigingen in het systeem het Rijk wél een adequate oplossing vindt voor de Opcenten Motorrijtuigenbelasting. Deze Opcentenregeling vormt een belangrijke algemene voedingsbron van de provinciale begroting. Als de motorrijtuigenbelasting wordt afgeschaft en dus ook de Opcentenregeling, zal het Kabinet de provinciebegrotingen in alle provincies op een andere manier moeten aanvullen.

Uit onderzoek, dat GS hebben laten doen naar de specifieke kansen voor beprijzing in Limburg, wordt duidelijk dat in Limburg vooral een beprijzing tijdens de spitsuren effectief is. Buiten de korte spitsperiode is er op de wegen veelal voldoende ruimte om extra verkeer op te vangen.

De ligging van Limburg maakt de afstemming van beprijzing met de omliggende buurlanden erg belangrijk. Enerzijds omdat het wegennet grensoverschrijdend samenhangt en verkeer dus gemakkelijk kan kiezen voor routes in het aangrenzende buitenland. Zo heeft bijvoorbeeld de Maut voor het vrachtverkeer op Duitse snelwegen effecten meegebracht op het verkeer op het Limburgse wegennet. Anderzijds is afstemming nodig om te voorkomen, dat Limburgers moeten meebetalen aan drie verschillende systemen: kilometerheffing in NL, Maut in Duitsland en een snelwegenvignet in België. Er is dus nog het nodige uit te zoeken en af te stemmen.

In de voorstellen van het Kabinet is ook de mogelijkheid van de Versnellingsprijs opgenomen, naar voorbeeld van de Voorfase van de commissie Nouwen. Dit maakt het mogelijk om projecten, die in het Meerjaren Infrastructuurprogramma Transport pas over 8-15 jaar aan de beurt zijn te vervroegen. De opzet is, dat een overheid of marktpartij de financiën voorschiet en dat deze partij de aanlegkosten te zijner tijd terugkrijgt van het ministerie. Daarnaast komen ook de kosten van het vervroegen (rentekosten en tolsysteemkosten) terug door betaling van de automobilisten, die van de nieuwe of verbeterde voorziening gebruik maken. Gedeputeerde Staten denken, dat hiermee de verbreding van de A2 tussen Maasbracht en Geleen en wellicht ook de A67 Eindhoven-Venlo-Duitse grens aanzienlijk versneld kan worden. Op deze routes zit veel doorgaand niet aan Limburg gebonden verkeer. Maar dan moet wel uit onderzoek duidelijk zijn, dat het verkeer niet massaal de route gaat verleggen naar het provinciaal en gemeentelijke wegennet, want dan loopt dat vast.

De resultaten van de discussies in de Statencommissie Verkeer Waterstaat en Milieu worden meegenomen in het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan, waarvan het ontwerp in 2006 verschijnt.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Limburg