EIB: Sterke krimp van bouwproductie in 2009 en 2010

Amsterdam – De kredietcrisis en het daardoor verslechterde economische klimaat zullen de bouwproductie in de komende twee jaar sterk doen teruglopen. De bouwproductie zal naar verwachting in deze periode met bijna 10% dalen, hetgeen overeenkomt met een productieverlies van 5 miljard euro. De werkgelegenheid zal daarbij met 5% afnemen, wat neerkomt op een verlies van 25 duizend banen in de bouw in de komende twee jaar. Dit jaar groeit de bouwproductie nog met 2,5%. Dit hangt samen met gunstige realisaties in het eerste halfjaar en met de uitvoering van bouwactiviteiten van reeds eerder in productie genomen projecten.

De kredietcrisis en de economische groei

Het Economische Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) maakt gedurende het jaar meerdere bijstellingen van de verwachtingen voor de bouwproductie, die ieder jaar in januari worden gepubliceerd. Vanaf september is duidelijk geworden dat de kredietcrisis een belangrijke schaduw vooruit werpt op de economische groei. Zo heeft de Europese Commissie de groeiverwachtingen voor Europa onlangs fors neerwaarts aangepast. In het komende en het daaropvolgende jaar wordt hierbij voor Nederland rekening worden gehouden met respectievelijk 0,4% en 1% groei van het bruto binnenlands product (bbp). De bouwproductie kent een duidelijke samenhang met de economische groei, waarbij de bouwproductie sterk reageert op zowel opwaartse als neerwaartse conjunctuurbewegingen (zie figuur 1).

infrasite_insert_image_1

Naast het ongunstigere economisch klimaat heeft de kredietcrisis ook directe invloed op de bouwproductie. De hogere risico-opslagen op rentes en het verkrappen van de kredietfaciliteiten zorgen voor vraaguitval bij consumenten en bedrijven. Projecten, waarvan de bouw al is aangevangen hebben hier weinig onder te lijden, omdat de financiering doorgaans al eerder is geregeld, contractuele verplichtingen zijn aangegaan en het ook duur is om de bouw tijdelijk op te schorten. Wel zullen projecten die zich nog in de fase van planvorming, ontwerp of vergunningverlening bevinden worden uitgesteld, zolang er niet voldoende woningen (doorgaans zo’n 70%) kunnen worden voorverkocht of de financiering tot problemen leidt. Het aantal verleende vergunningen zal afnemen, en er zal ook wat meer uitval van vergunningen gaan optreden, wat vooral gevolgen heeft voor de bouwproductie in latere jaren.

infrasite_insert_image_2

Scherpe daling in de orderportefeuilles

De maandelijkse conjunctuurenquête die het EIB onder bouwbedrijven uitvoert, laat een historisch nog niet eerder vertoonde scherpe terugval zien in ordeportefeuilles van zowel de woning- als van de utiliteitsbouw. De cijfers suggereren dat er in de maand september vrijwel geen orders voor nieuwe projecten zijn bijgekomen.

De gevolgen voor de bouwproductie en werkgelegenheid

Totale bouwproductie

De gevolgen van de kredietcrisis voor de totale bouwproductie zijn voor dit jaar beperkt. Zowel de utiliteitsbouw als de grond-, weg- en waterbouw (gww) weten dit jaar nog behoorlijke groeicijfers te realiseren. De woningbouw laat dit jaar wel een sterke terugval in productiegroei laat zien. De totale bouwproductie groeit dit jaar met een behoorlijke 2,5%.

infrasite_insert_image_3

De kredietcrisis heeft vooral gevolgen voor de bouwproductie in 2009 en 2010. Alle sectoren van de bouw zullen naar verwachting een terugval van de productie laten zien. De terugval is het sterkst voor de woningbouw. De utiliteitsbouw loopt ook duidelijk terug, waarbij achter de gemiddelde productiedaling van 10% in 3 jaar tijd bovendien een zeer verschillende ontwikkeling is waar te nemen tussen de opdrachten vanuit marktpartijen en budgetsectoren. Commerciële vastgoedontwikkeling in de sfeer van kantoren, industrie en landbouw worden zwaar getroffen, terwijl de budgetsectoren (ziekenhuizen, scholen e.d.) zelfs nog enige groei kunnen realiseren. De productiedaling is het minst geprononceerd in de gww-sector, waar de productiedaling is geconcentreerd bij de gww-activiteiten die samenhangen met ontwikkeling van locaties voor woningbouw en andere gebouwen. De totale bouwproductie daalt in deze twee jaren cumulatief met bijna 10%, hetgeen overeenkomt met een bouwvolume van ruim 5 miljard euro.

In 2011 treedt een voorzichtig herstel op, welke met name is geconcentreerd rond de woningbouw en de gww. Het herstel voor de utiliteitsbouw laat als gebruikelijk iets langer op zich wachten.

Werkgelegenheid

De daling van de totale bouwproductie heeft negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in de bouw. In het eerste jaar zal de productiedaling echter vooral een sterke invloed hebben op de arbeidsproductiviteit in de bouw. De krapte op de arbeidsmarkt heeft in de afgelopen jaren de arbeidsproductiviteit sterk doen stijgen. De afname van de bouwproductie zal nu omgekeerd eerst vooral de arbeidsproductiviteit doen dalen, waardoor de werkgelegenheidsdaling beperkt blijft tot 1,5%. Naarmate de productiedaling doorzet wordt de werkgelegenheid zwaarder getroffen, zodat de werkgelegenheid in 2010 relatief sterker zal afnemen. Het voorzichtige herstel in 2011 zal in dat jaar alleen met enige stijging van de arbeidsproductiviteitsgroei gepaard gaan. Het herstel van de werkgelegenheid volgt – als gebruikelijk – met enige tijd vertraging.

infrasite_insert_image_4

De totale werkgelegenheid neemt in 2009 en 2010 cumulatief af met 5%. Dit komt neer op een afname van ongeveer 23 duizend arbeidsjaren, ofwel 25 duizend banen.

Woningbouw

De kredietcrisis zal zoals gezegd eerst gevolgen hebben voor het aantal verleende vergunningen. Er is rekening mee gehouden dat het aantal vergunningen in de laatste vijf maanden van dit jaar met 30% zal teruglopen ten opzichte van dezelfde periode in 2007. Samen met de gerealiseerde lichte terugval in het eerste vijf maanden van dit jaar zakt het aantal vergunningen van 88 duizend in 2007 naar 73 duizend woningen in 2008. In 2009 zal het aantal verleende vergunningen naar verwachting verder dalen naar 62 duizend woningen. Na 2009 trekt de markt naar verwachting weer aan, waardoor het aantal verleende vergunningen geleidelijk oploopt van 68.000 woningen in 2010 tot 73.000 woningen in 2011.

Het duurt enige tijd voordat een woning waarvoor een vergunning is verleend ook daadwerkelijk in productie wordt genomen en vervolgens als gereed wordt gemeld. De relatief hoge aantallen verleende vergunningen in de voorgaande jaren bepalen dan ook voor een groot deel de nieuwbouwproductie van woningen in de komende jaren. Hier staat tegenover dat een herstel van het aantal verleende vergunningen ook pas later tot een hogere bouwproductie leidt. Het aantal gerealiseerde woningen zal dit jaar naar verwachting slechts iets lager liggen dan de 80.000 woningen die in 2007 zijn opgeleverd. In 2009 en 2010 daalt het aantal opgeleverde woningen tot ruim 70 respectievelijk 65 duizend woningen. In 2011 volgt nog een kleine daling, waarna vanaf 2012 het aantal opgeleverde woningen weer zal toenemen vanwege de oplopende vergunninguitgifte in eerdere jaren.

De nieuwbouwproductie zal dit jaar naar verwachting geen groei laten zien. In 2009 en 2010 zal de nieuwbouwproductie naar verwachting cumulatief met bijna 20% afnemen. De herstel en verbouwactiviteiten kent een vrijwel gelijke patroon als die van de nieuwbouw, zij het dat de schommelingen in groei minder sterk zijn. Ook bij het onderhoud neemt de groei af, maar dit veel stabielere onderdeel van de bouwproductie zal nog net boven de nulgroei kunnen uitkomen. De totale woningbouwproductie neemt dit jaar gemiddeld met 1% toe. In 2009 en 2010 daalt de productie cumulatief met 12%, waarna in 2011 een zeer licht herstel optreedt.

Utiliteitsbouw

Ook bij de utiliteitsbouw neemt het aantal vergunningen naar verwachting in de tweede helft van dit jaar sterk af. De daling is geconcentreerd bij de marktsectoren. De investeringen in gebouwen door budgetgeoriënteerde sectoren als onderwijs en zorg nemen naar verwachting toe. Net als bij de nieuwbouw van woningen geldt voor de utiliteitsbouw dat de terugval in vergunningen met enige vertraging doorwerkt in de productie.

In 2008 is in de eerste helft van het jaar een sterke productiegroei gerealiseerd. De totale nieuwbouw van utiliteitsgebouwen neemt hierdoor dit jaar met 7% toe. In de tweede helft van dit jaar drogen de nieuwe projecten voor een deel op. In de jaren 2009 t/m 2011 zal de nieuwbouwproductie cumulatief naar verwachting met ongeveer 20% afnemen. De ontwikkeling van de herstel – en verbouwactiviteiten is eveneens negatief, maar beduidend gematigder dan bij de nieuwbouw. Ook voor de utiliteitsbouw geldt dat de groei bij het onderhoud weliswaar terugloopt, maar dat hier geen krimp optreedt. De totale productie van de utiliteitsbouw neemt in de komende drie jaar cumulatief met 10% af. Na 2011 zal de utiliteitsbouw weer kunnen aantrekken.

Grond-, weg- en waterbouw

De investeringen in grond-, weg- en waterbouw zijn voor een groot deel budget gedreven en daarmee minder conjunctuurgevoelig dan de woning- en utiliteitsbouw. Het grond-, riolerings- en straatwerk dat met woningbouw- en utiliteitsbouw gepaard gaat is een beperkt onderdeel van de totale gww-productie. Bovendien ondervindt de gww-productie een stimulans van de toenemende budgetten voor rijksinvesteringen. De nieuwbouwproductie daalt naar verwachting in 2009 en 2010 in totaal met bijna 5%. Het onderhoud stabiliseert de komende twee jaar op het niveau van 2008. In conjunctureel ongunstige tijden ligt de onderhoudsgroei lager dan gemiddeld. Bovendien is in de jaren 2006 en 2007 veel extra uitgegeven aan weg- en spooronderhoud. De gww-sector weet zich met een cumulatieve productiedaling van 2,5% beter tegen de kredietcrisis af te schermen dan de b&u-sector.

infrasite_insert_image_5

Onzekerheden

De voor de kredietcrisis verleende vergunningen zorgen ervoor dat het aantal opgeleverde woningen op korte termijn niet heel sterk zal afnemen. Het aantal nieuwbouwwoningen daalt in de ramingen in geen enkel jaar onder de 60 duizend woningen. Niettemin zijn ook dan de gevolgen hiervan voor de productie en de werkgelegenheid voor de betrokken bouwbedrijven aanzienlijk. Dit geldt in nog sterkere mate voor de nieuwbouw in de utiliteitssector die in opdracht van marktpartijen wordt verricht. Naar verwachting zijn hier de klappen het sterkst, maar deze worden wel gemitigeerd door een gunstiger beeld bij de budgetsectoren in de utiliteitssector. De grond-, weg- en waterbouw wordt vanwege de grote invloed van overheid en semi-publieke opdrachtgevers relatief het minst getroffen door de economische neergang en de kredietcrisis.

De ramingen zijn echter met meer dan gemiddelde onzekerheid omgeven. Belangrijk voor de ramingen van vooral 2009 en 2010 is hoe diep de terugslag in de laatste vijf maanden van 2008 zal blijken te zijn. De uitkomst hiervan heeft niet zozeer gevolgen voor de productie dit jaar, maar heeft wel belangrijke consequenties voor de productie in 2009 en, nog sterker, 2010. Het moment waarop herstel optreedt is voor de ramingen van 2009 en 2010 daarentegen een minder kritisch gegeven. In deze raming wordt pas herstel van vergunningen in 2010 voorzien. Het is denkbaar dat, bijvoorbeeld als gevolg van een scherpere terugval in vergunninguitgifte in de laatste maanden van 2008, het herstel eerder inzet, bijvoorbeeld in de tweede helft van 2009. Voor het beeld van 2009, 2010 en 2011 zou dan het negatieve effect van de lagere vergunningen in 2008 belangrijker zijn, dan het positieve effect van sneller herstel. Voor latere jaren werkt het eerdere herstel weer wel relatief sterk door. Naast de onzekerheden van de bijzondere invloed van de kredietcrisis, zijn de gebruikelijke onzekerheden rond de ramingen uiteraard ook van toepassing.

Van bijzonder belang is – naast de economische groei – de renteontwikkeling. Verondersteld is dat de rentes in de periode 2009-2010 licht kunnen dalen als gevolg van geleidelijk dalende risicopremies. Hier ligt een belangrijke aanvullende onzekere factor voor met name de vraag- en prijsontwikkeling op de woningmarkt en de commerciële vastgoedontwikkeling. Tenslotte is voor het overheidsbeleid verondersteld dat reeds voorgenomen plannen zoals bijvoorbeeld de wijkaanpak gewoon doorgaan. Er is geen rekening gehouden met nieuwe beleidsinspanningen gericht op de bouw in samenhang met de kredietcrisis.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn