Bouwers luiden noodklok over achterstallig onderhoud infrastructuur
Het mislukken van de aanbesteding van de renovatie van de Van Brienenoordbrug is een metafoor voor een vastlopend Nederland “dat verzuipt in bureaucratie”, vertelt voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland deze week tegenover De Telegraaf. Bouwend Nederland zegt dat er “structureel te weinig geld” is begroot voor het onderhoud van infrastructuur, terwijl VolkerWessels-ceo Alfred Vos ziet dat er te weinig naar aannemers wordt geluisterd op het gebied van prijs- en marktveranderingen.
Eerder deze week werd bekend dat de aanbesteding van de renovatie van de Van Brienenoordbrug voorlopig niet doorgaat. Als reden noemde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) dat de vraagprijs van de enkele bouwcombinatie die zich had ingeschreven te hoog was.
Dat laatste kwam volgens de minister door een samenkomst van omstandigheden. Zo zou Rijkswaterstaat de risico’s van het project anders hebben ingeschat dan de bouwcombinatie die zich uiteindelijk inschreef. De hoge prijs werd gevraagd om de risico’s te dekken, maar daar was in de begroting geen rekening mee gehouden. Als gevolg moet de aanbesteding opnieuw en wordt het werk naar verwachting met vier jaar vertraagd.
Het is een symptoom van een groter probleem in Nederland, denkt voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland. Aannemers willen zich niet meer inschrijven voor grote onderhoudsopdrachten omdat er te veel risico’s bij komen kijken, vertelt hij deze week tegenover De Telegraaf. Tegelijkertijd nadert “een groot deel” van de Nederlandse infrastructuur het einde van de levensduur, bevestigde TNO eind vorig jaar in een rapport. Aannemers zijn juist nu nodig. Waar ligt de oplossing?
Eerder zien aankomen
Leontien de Waal, bouwbankier bij ABN Amro, denkt dat het ministerie in de begroting van het project al rekening had kunnen houden met de omstandigheden die leidden tot de hoge vraagprijs. “De kosten bestempelen als excessief is niet het hele verhaal”, zegt ze in een bericht op social media. “We weten allemaal, inclusief de minister, dat de bouwprijzen fors zijn gestegen de afgelopen jaren en dat aannemers zich niet meer inschrijven op een complex project met een onduidelijk risicoprofiel waarvan ze niet weten of ze het kunnen beheersen. De krapte in de arbeidsmarkt is ook niet van gisteren. En wat je niet weet, dat prijs je op een veilige manier in.”
Alfred Vos, ceo van VolkerWessels, denkt dat opdrachtgevers meer naar aannemers kunnen luisteren als het gaat om prijsstijgingen en marktveranderingen. “Ik zie slechts één oplossing om voor de overheid voorspelbare en voor de markt calculerende opdrachten uit te voeren. Dat is in een alliantie, zodat je met een open boek de opdrachtgever tijdig kunt informeren over de prijs en marktveranderingen. Voordat deze aanpak door de politiek wordt omarmd, ben je zo tien jaar verder”, vertelt hij tegenover de Telegraaf.
De brancheverenigingen Bouwend Nederland en Techniek Nederland pleiten voor meer geld voor het onderhoud van infrastructuur. Zo is er volgens Bouwend Nederland “structureel te weinig” begroot voor de vervanging en renovatie van bruggen en sluizen. Techniek Nederland geeft aan dat het nieuwe kabinet snel en fors moet investeren om te voorkomen dat het land vastloopt.
Contracten in stukken
Het ministerie denkt dat het probleem deels kan worden opgelost door grote opdrachten anders aan te besteden. Infrasite schreef hier eerder een artikel over. Kortgezegd gaat Rijkswaterstaat het contract voor de vernieuwing van de Van Brienenoordbrug in stukken hakken en opnieuw op de markt zetten. Het is bedoeling dat dit in de toekomst ook gebeurt voor andere grote projecten. De hoop is dat meer aannemers zich aanmelden en lagere prijzen vragen wanneer de verantwoordelijkheden en risico’s van een project zijn verdeeld over meerdere opdrachten.
Lees ook:
