NS & ProRail: spoorwegveiligheid naar nog hoger niveau

Foto: Ivo Ketelaar

Vandaag publiceerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) het rapport over de treinbotsing bij Amsterdam op 21 april dit jaar. "Ons is er alles aan gelegen om de kans op herhaling van zo’n ongeval uit te bannen," aldus president-directeur Marion Gout – van Sinderen van ProRail. "Dit ongeluk heeft diep ingegrepen in onze organisaties. Het OVV-onderzoek vormt samen met onderzoek van de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) de basis om de spoorwegveiligheid naar een nog hoger niveau te brengen," aldus Bert Meerstadt, president-directeur van NS.

Direct na het ongeval hebben NS en ProRail extra maatregelen genomen. Vooruitlopend op de stapsgewijze invoering van het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS worden logistieke maatregelen genomen en wordt het vangnet (ATB-vv) verder versterkt om het veiligheidsniveau nog verder omhoog te brengen.

De belangrijkste maatregelen die worden genomen om de veiligheid op het spoor -met name bij afwijkingen van de dienstregeling- verder te vergroten:

1. Plannen van het treinverkeer

  • Bij het aanpassen van de dienstregeling voor bijvoorbeeld werkzaamheden wordt in de dienstregeling meer tijd gereserveerd voor het laten kruisen en passeren van treinen.
  • Bij werkzaamheden of verstoringen werden soms rode seinen ingepland op voor machinisten onverwachte of onlogische plekken. Besloten is om dergelijke stops alleen nog maar te plannen op voor de machinist logische plekken (stations, wachtsporen, etc.).
  • De spoorbranche is gaan werken met een nieuw plansysteem (Donna) dat risico’s op gevaarlijke situaties in het spoorboekje dagelijks herkent en dit actief meldt aan de planners, waar dit voorheen handmatig gebeurde. Dit systeem wordt verder uitgebreid de komende jaren.

2. Nieuwe alarmeringssystemen voor treinpersoneel

  • NS voert in de treinen een extra waarschuwingssysteem in om machinisten te waarschuwen dat er een rood sein aankomt.
  • ProRail voert een automatisch alarmeringssysteem in dat waarschuwt als een trein door rood is gereden en op een andere trein dreigt te botsen, zodat de treindienstleider machinisten tijdig kan waarschuwen.

3. Een sterk vangnet

  • Er wordt extra geïnvesteerd in het beveiligingssysteem ATB-vv, dat ook bij lagere snelheden (< 40 km) een trein stilzet bij een te snelle nadering van een rood sein. Landelijk zijn eind 2012 ongeveer 1700 seinen uitgerust met ATB-vv. Komend jaar wordt 25 miljoen euro gebruikt om dit aantal verder uit te breiden met circa 800 seinen, oplopend tot 2500.
  • NS en ProRail willen dit vangnet nog verder vergroten en ProRail zal hiervoor een voorstel voorbereiden voor de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Met een verdere uitbreiding van dit vangnet wordt de kans op ongevallen als gevolg van het passeren van een rood sein geminimaliseerd. Alle NS-treinen zijn al klaar voor het gebruik van ATB-vv.

4. Preventie

  • Bij aanschaf en revisie van treinen gaat NS de lessen uit het ongeval in Amsterdam en ongevallen in het buitenland actief benutten. Hoewel de NS-treinen aan alle normen voldoen is onderzoeksbureau Lloyd’s hiertoe op verzoek van NS bezig met een doorlichting van al het materieel. Vooruitlopend op Europese standaarden voor het interieur wordt zoveel mogelijk gewerkt met Britse standaarden die al uitgebreider zijn dan conform de geldende regelgeving wordt geëist.

Veilig spoor in Nederland betekent een veilige dienstregeling, een punctuele en gedisciplineerde uitvoering, een goed vangnet en veilige treinen. Alleen als het veilig kan, wordt er gereden, is daarbij het adagium. Anders niet. Het maatregelenpakket zal betekenen dat er bijvoorbeeld bij werkzaamheden minder treinen kunnen rijden dan nu het geval is en dat er dus vaker bussen moeten worden ingezet of omgereisd moet worden.

Verder op de ingeslagen weg

Het aantal roodseinpassages is de afgelopen jaren gehalveerd. Het spoor is het veiligste vervoermiddel in Nederland. Maar het kan en moet nog veiliger. Dat is de les van het ongeval in Amsterdam. Met alle bovengenoemde maatregelen willen NS en ProRail de komende jaren het veiligheidsniveau verder verhogen. Het maatregelenpakket loopt hierbij vooruit op een stapsgewijze invoering van het nieuwe veiligheidssysteem ERTMS vanaf 2016. ProRail en NS zijn verheugd over de keuze in het nieuwe Regeerakkoord om te investeren in het nieuwe Europese treinbeveiligingssysteem. Experts verwachten dat volledig stabiele uitrol van dit systeem nog zeker 10 tot 15 jaar nodig heeft. Hierop kan volgens NS en ProRail niet worden gewacht en daarom zijn extra investeringen in bijvoorbeeld ATB-vv noodzakelijk.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: NS & ProRail

NS & ProRail: spoorwegveiligheid naar nog hoger niveau | Infrasite

NS & ProRail: spoorwegveiligheid naar nog hoger niveau

Foto: Ivo Ketelaar

Vandaag publiceerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) het rapport over de treinbotsing bij Amsterdam op 21 april dit jaar. "Ons is er alles aan gelegen om de kans op herhaling van zo’n ongeval uit te bannen," aldus president-directeur Marion Gout – van Sinderen van ProRail. "Dit ongeluk heeft diep ingegrepen in onze organisaties. Het OVV-onderzoek vormt samen met onderzoek van de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) de basis om de spoorwegveiligheid naar een nog hoger niveau te brengen," aldus Bert Meerstadt, president-directeur van NS.

Direct na het ongeval hebben NS en ProRail extra maatregelen genomen. Vooruitlopend op de stapsgewijze invoering van het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS worden logistieke maatregelen genomen en wordt het vangnet (ATB-vv) verder versterkt om het veiligheidsniveau nog verder omhoog te brengen.

De belangrijkste maatregelen die worden genomen om de veiligheid op het spoor -met name bij afwijkingen van de dienstregeling- verder te vergroten:

1. Plannen van het treinverkeer

  • Bij het aanpassen van de dienstregeling voor bijvoorbeeld werkzaamheden wordt in de dienstregeling meer tijd gereserveerd voor het laten kruisen en passeren van treinen.
  • Bij werkzaamheden of verstoringen werden soms rode seinen ingepland op voor machinisten onverwachte of onlogische plekken. Besloten is om dergelijke stops alleen nog maar te plannen op voor de machinist logische plekken (stations, wachtsporen, etc.).
  • De spoorbranche is gaan werken met een nieuw plansysteem (Donna) dat risico’s op gevaarlijke situaties in het spoorboekje dagelijks herkent en dit actief meldt aan de planners, waar dit voorheen handmatig gebeurde. Dit systeem wordt verder uitgebreid de komende jaren.

2. Nieuwe alarmeringssystemen voor treinpersoneel

  • NS voert in de treinen een extra waarschuwingssysteem in om machinisten te waarschuwen dat er een rood sein aankomt.
  • ProRail voert een automatisch alarmeringssysteem in dat waarschuwt als een trein door rood is gereden en op een andere trein dreigt te botsen, zodat de treindienstleider machinisten tijdig kan waarschuwen.

3. Een sterk vangnet

  • Er wordt extra geïnvesteerd in het beveiligingssysteem ATB-vv, dat ook bij lagere snelheden (< 40 km) een trein stilzet bij een te snelle nadering van een rood sein. Landelijk zijn eind 2012 ongeveer 1700 seinen uitgerust met ATB-vv. Komend jaar wordt 25 miljoen euro gebruikt om dit aantal verder uit te breiden met circa 800 seinen, oplopend tot 2500.
  • NS en ProRail willen dit vangnet nog verder vergroten en ProRail zal hiervoor een voorstel voorbereiden voor de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Met een verdere uitbreiding van dit vangnet wordt de kans op ongevallen als gevolg van het passeren van een rood sein geminimaliseerd. Alle NS-treinen zijn al klaar voor het gebruik van ATB-vv.

4. Preventie

  • Bij aanschaf en revisie van treinen gaat NS de lessen uit het ongeval in Amsterdam en ongevallen in het buitenland actief benutten. Hoewel de NS-treinen aan alle normen voldoen is onderzoeksbureau Lloyd’s hiertoe op verzoek van NS bezig met een doorlichting van al het materieel. Vooruitlopend op Europese standaarden voor het interieur wordt zoveel mogelijk gewerkt met Britse standaarden die al uitgebreider zijn dan conform de geldende regelgeving wordt geëist.

Veilig spoor in Nederland betekent een veilige dienstregeling, een punctuele en gedisciplineerde uitvoering, een goed vangnet en veilige treinen. Alleen als het veilig kan, wordt er gereden, is daarbij het adagium. Anders niet. Het maatregelenpakket zal betekenen dat er bijvoorbeeld bij werkzaamheden minder treinen kunnen rijden dan nu het geval is en dat er dus vaker bussen moeten worden ingezet of omgereisd moet worden.

Verder op de ingeslagen weg

Het aantal roodseinpassages is de afgelopen jaren gehalveerd. Het spoor is het veiligste vervoermiddel in Nederland. Maar het kan en moet nog veiliger. Dat is de les van het ongeval in Amsterdam. Met alle bovengenoemde maatregelen willen NS en ProRail de komende jaren het veiligheidsniveau verder verhogen. Het maatregelenpakket loopt hierbij vooruit op een stapsgewijze invoering van het nieuwe veiligheidssysteem ERTMS vanaf 2016. ProRail en NS zijn verheugd over de keuze in het nieuwe Regeerakkoord om te investeren in het nieuwe Europese treinbeveiligingssysteem. Experts verwachten dat volledig stabiele uitrol van dit systeem nog zeker 10 tot 15 jaar nodig heeft. Hierop kan volgens NS en ProRail niet worden gewacht en daarom zijn extra investeringen in bijvoorbeeld ATB-vv noodzakelijk.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: NS & ProRail