Terwijl de orderportefeuilles van de gehele bouwsector in september licht daalden ten opzichte van augustus, was de grond-, weg- en waterbouw goed voor een kleine stijging. De werkvoorraad nam hier gemiddeld toe met een tiende maand en kwam daarmee uit op 7,3 maanden.

De lichte stijging binnen de GWW-sector is te danken aan de grond- en waterbouwbedrijven. Hun werkvoorraad nam toe met een tiende maand en kwam daarmee in september uit op 8,2 maanden. In de wegenbouw bleef de werkvoorraad gelijk met 6,3 maanden. De cijfers zijn afkomstig uit de periodieke conjunctuurmeting, die is uitgevoerd door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van de Europese Commissie.

Grootste daling utiliteitsbouw

Hoewel de B&U-bedrijven te kampen hadden met een kleine daling van gemiddeld een tiende maand, hebben ze wel meer werk in het vooruitzicht dan de GWW-sector. Gemiddeld namen de orderportefeuilles in burgerlijke en utiliteitsbouw met af tot 10,7 maanden werk. De woningbouwbedrijven kunnen gemiddeld het langste vooruit. Hun werkvoorraad bleef in september gelijk met 11,7 maanden. Utiliteitsbouwers zagen hun werkvoorraad het sterkst dalen. Het ging om een afname van drie tiende maand om daarmee in september uit te komen op 9,4 maanden.

Uit de peiling van het EIB over september blijkt dat drie op de tien bedrijven last hebben van stagnatie in het werk door gebrek aan orders. Dat geldt zowel voor de GWW- als de B&U-sector.