Rijkswaterstaat sloeg waarschuwingen bouwkuip Julianakanaal in de wind
De vorige aannemer op het Julianakanaal waarschuwde Rijkswaterstaat al voor de gevaren van een bouwkuip. De Vries & Van de Wiel (nu DEME Enviromental) werd van het project gehaald nadat huizen in de omgeving waren ondergelopen. De aannemer deelde in 2018 een rapport, waaruit bleek dat droogleggen de enige veilige optie was. Rijkswaterstaat sloeg dat rapport in de wind en ging op zoek naar een nieuwe aannemer, wiens bouwkuip vorig jaar volliep. Dat meldt het vakblad Schuttevaer na een eigen onderzoek.
In 2016 ontstaan er zogenoemde vernattingsproblemen in Obbicht. Onverwacht lopen 500 huizen onder water als gevolg van de werkzaamheden aan het Julianakanaal. Aannemer De Vries & Van de Wiel is dan al sinds 2012 bezig met de verruiming van het kanaal. Wat er mis is gegaan, weet op dat moment niemand. Er wordt onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat er een ‘bobbel’ zit in het ‘Bredazand’ ter hoogte van Obbicht, schrijft het vakblad Cobouw in 2018. “Waardoor het beruchte badkuipeffect ontstaat en water elders omhoog komt.”
Deze bodemstructuur wijkt aanzienlijk af van vooraf door Rijkswaterstaat verstrekte informatie, zei De Vries & Van de Wiel-directeur Jaap van der Weele destijds tegenover het vakblad. Uit hetzelfde ruim 600 pagina tellende onderzoek blijkt dat een verdere uitvoering van deze werken in het met water gevulde kanaal onveilig en onverantwoord is. De Vries & Van de Wiel wil alleen verder in een drooggelegd kanaal, zo valt in 2019 te lezen in de documenten van de nieuwe aanbesteding op TenderNed. Maar Rijkswaterstaat heeft andere ideeën.
“De opdrachtnemer (De Vries & Van de Wiel – red.) is van oordeel dat het werk op het traject Berg-Obbicht alleen uitvoerbaar is als het kanaal daar volledig wordt drooggezet. De aanbesteder (Rijkswaterstaat – red.) is het daar niet mee eens en is van oordeel dat dit ook niet volgt uit onderzoeksresultaten noch uit de beoordeling daarvan van de door de opdrachtnemer ingeschakelde experts. De gestelde eisen laten volledige droogzetting niet toe.”
‘Ronduit te riskant’
Rijkswaterstaat wijst het oordeel van de experts dus af. Een van die experts is emeritus TU-professor Theo Olsthoorn. “Ik heb het gevoel dat andere redenen of imago-schade nu de boventoon voert. Vanuit wetenschappelijk oogpunt zou dat in den droge afronden zonder meer het beste zijn voor het land, inclusief de belastingbetaler”, zegt hij over de situatie in een interview met Cobouw in 2019. “Ik sta achter de conclusie van Deme/VWKO dat het onverantwoord is het restant van het Julianakanaal ‘nat’ af te bouwen. Zelfs een half droge oplossing bleek ronduit te riskant. Het project afmaken kan in feite simpel, snel en veilig, mits je de resterende twee kilometer 12 weken drooglegt.”
Instorting
Maar droogleggen wil de vaarwegbeheerder dan nog niet. Rijkswaterstaat gaat op zoek naar een nieuwe aannemer. Een aannemer die wél voldoet aan een belangrijke eis: het kanaal moet bevaarbaar blijven. Van den Herik komt met het plan voor een bouwkuip. Die wordt in november 2022 aangelegd en stort 23 februari 2023 in, waarbij personeel zich ternauwernood in veiligheid kan brengen. ‘Onderloopsheid’ was het probleem, vanwege de ‘heterogene grond’, zegt Rijkswaterstaat na een onderzoek naar de oorzaak.
Nu komt Rijkswaterstaat terug op de eis in de aanbesteding, want het kanaal wordt in oktober acht maanden drooggelegd. Eerst om de beschadigde damwand van de bouwkuip te verwijderen en dan om de werkzaamheden af te ronden. De werkzaamheden duren daardoor vijf maanden langer dan de 12 weken die volgens Olsthoorn nodig waren. In een rapport van Ecorys, dat demissionair minister Harbers maandag 25 maart naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, worden de maandelijkse omvaarkosten geschat op 5,1 miljoen euro.
Reactie Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat heeft gereageerd op de bevindingen van het vakblad Schuttevaer. “Na die eerste tijd van de verruiming, waarin we werkten met een natte variant die toen ook faalde, hebben we bewust nogmaals gekozen voor een variant waarbij de scheepvaart kon plaatsvinden”, zegt de beheerder. “We zijn nu eenmaal een organisatie die als kerntaak heeft verkeer van A naar B te laten gaan dus leg je als eis ook neer dat het kanaal zo goed mogelijk bevaar moest blijven. Die keuze maken we vanuit maatschappelijk belang en we wilden het ook heel graag openhouden voor de sector.”
“Maar uiteindelijk is de veiligheid ook heel zwaarwegend natuurlijk, ook dat is voor ons topprioriteit. Dus na de calamiteit van februari 2023 kunnen we echt niet meer om de feiten heen. We hebben het geprobeerd om te verruimen en het kanaal daarbij open te houden. We willen het liefst de scheepvaart blijven faciliteren maar we moeten leren van de dingen die ons overkomen. Vandaar dat we nu alleen nog maar kunnen kiezen voor volledig stremmen en het werk in een drooggezet kanaal afmaken. Bovendien hebben we nu toch de situatie dat we een gehavende bouwkuip moeten verwijderen en de bodem kwalitatief moeten herstellen. Daarvoor moeten we toch al gaan stremmen om de onveiligheid niet langer te laten bestaan en het weglekken van water in de natuur te voorkomen. En dan voeren we ook meteen de rest van het werk in den droge uit.”
Het vollopen van de bouwkuip op 23 februari 2023. © Rijkswaterstaat
Lees ook: