Brabants MIT

‘s-Hertogenbosch – In het nieuwe Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan+ (PVVP+) kiezen Gedeputeerde Staten voor een realistische en uitvoeringsgerichte benadering om de groeiende mobiliteit op te vangen. De grootste knelpunten worden de komende vijftien jaar verwacht rond de stedelijke centra. Het gaat dan om het verbeteren van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Het optimaal in kunnen zetten van de beschikbare middelen is een bepalende factor. Daarom zijn GS, op initiatief van PS, van mening dat er een Brabants meerjarenprogramma infrastructuur en transport moet worden opgesteld. Dit programma wordt jaarlijks herzien en alle mobiliteitsgelden worden mogelijk ondergebracht in een fonds. Daarnaast willen GS de mogelijkheden en effecten van prijsbeleid onderzoeken. Ook de versterking van regionale samenwerking is een impuls voor de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Brabant.

GS hebben het beleidsdeel PVVP vastgesteld en het gedeelte wat zich richt op concrete maatregelen vrijgegeven voor consultatie. Het PVVP+ heeft geldingsduur van vijftien jaar. In een speciale vergadering van de commissie Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid in februari is er een kaderstellende discussie over hoe de Provincie om moet gaan met de beschikbare middelen.

Het college van Gedeputeerde Staten streeft naar duurzame mobiliteit, waarbij er een balans is tussen de economische ontwikkeling van Noord-Brabant, de effecten op veiligheid en leefbaarheid en de effecten op natuur en milieu. Verkeers- en vervoersbeleid moet hieraan bijdragen. Er moet meer uitgevoerd worden, door alle partijen (gemeenten, provincie en Rijk). Om dit te bereiken richten GS zich primair op het verbeteren van de bereikbaarheid van de stedelijke centra en meer focus op provinciebrede, regionale of bovenlokale problemen, kansen en maatregelen. Gemeenten gaan gezamenlijk werken aan samenhangende aanpak van lokale en regionale problemen. Inhoudelijk leidt dit tot het meer en beter inzetten van vernieuwende oplossingen zoals dynamisch verkeersmanagement en het ontwikkelen van prijsbeleid. Maar ook het verknopen van fiets en OV of een betere benutting van het onderliggend wegennet kunnen effectief bijdragen aan het oplossen van mobiliteitsproblemen. De reiziger staat in het nieuwe PVVP+ centraal. Betrouwbare reistijden en een deur-tot-deurbenadering zijn daarin centrale begrippen.

Brabants MIT
In het PPVP+ zijn de essentiële onderdelen uit de Nota Mobiliteit opgenomen. Het uitgangspunt van de Nota Mobiliteit “centraal wat kan, decentraal wat moet” leidt tot ontschotting van de rijksbudgetten en daarmee tot meer beleidsvrijheid voor de provincie. Het nieuwe PVVP+ maakt hier maximaal gebruik van. Met een Brabants meerjarenprogramma voor infrastructuur en transport wil de Provincie daarop inspelen. Dit programma maakt het mogelijk om jaarlijks alle investeringen op het gebied van mobiliteit tegen elkaar af te wegen. Het omvat het huidige meerjarenprogramma infrastructuur over de provinciale wegen, de gelden voor openbaar vervoer, de rijksbijdragen voor regionale infrastructuur.

Consultatie februari-april 2005
De consultatie is erop gericht om te verifiëren of de partners (gemeenten, GGA-regio’s, ministerie van Verkeer en Waterstaat, maatschappelijk organisaties) bereid zijn om de hen toegedachte rollen, taken en verantwoordelijkheden op zich te nemen. De Consultatienota is het vertrekpunt voor het opstellen van het uiteindelijke PVVP+. Na de consultatiefase volgt een Ontwerp-PVVP voor de formele inspraak (zomer 2005), en na verwerking van de inspraak een definitief door PS vast te stellen PVVP(begin 2006).
Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan bestaat uit drie delen. Een deel ‘Kaders en Ambities’, samengevat in een kerndocument met de essentiële onderdelen die doorvertaling moeten krijgen in gemeentelijke plannen; een dynamische beleidsagenda met de concrete beleidsvoornemens (maatregelen) voor de komende vijf jaar, met een tweejaarlijkse bijstelling op basis van monitoring; deel drie is het uitvoeringsprogramma dat iedere ieder jaar bij de begroting wordt vastgesteld. Gemeenten vertalen het PVVP+ in regionale maatregelenpakketten die jaarlijks op regionaal niveau, samen met provincie, rijkswaterstaat en maatschappelijke organisaties worden opgesteld. De financiële bijdrage aan deze regionale maatregelenpakketten komt in de plaats van de subsidiëring van afzonderlijk gemeentelijke projecten zoals die de afgelopen jaren was geregeld in de ‘Stimuleringsregeling Verkeer en Vervoer’.

Op 28 januari 2005 is het PVVP+ aangeboden aan de commissie Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Noord-Brabant

Brabants MIT | Infrasite

Brabants MIT

‘s-Hertogenbosch – In het nieuwe Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan+ (PVVP+) kiezen Gedeputeerde Staten voor een realistische en uitvoeringsgerichte benadering om de groeiende mobiliteit op te vangen. De grootste knelpunten worden de komende vijftien jaar verwacht rond de stedelijke centra. Het gaat dan om het verbeteren van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Het optimaal in kunnen zetten van de beschikbare middelen is een bepalende factor. Daarom zijn GS, op initiatief van PS, van mening dat er een Brabants meerjarenprogramma infrastructuur en transport moet worden opgesteld. Dit programma wordt jaarlijks herzien en alle mobiliteitsgelden worden mogelijk ondergebracht in een fonds. Daarnaast willen GS de mogelijkheden en effecten van prijsbeleid onderzoeken. Ook de versterking van regionale samenwerking is een impuls voor de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Brabant.

GS hebben het beleidsdeel PVVP vastgesteld en het gedeelte wat zich richt op concrete maatregelen vrijgegeven voor consultatie. Het PVVP+ heeft geldingsduur van vijftien jaar. In een speciale vergadering van de commissie Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid in februari is er een kaderstellende discussie over hoe de Provincie om moet gaan met de beschikbare middelen.

Het college van Gedeputeerde Staten streeft naar duurzame mobiliteit, waarbij er een balans is tussen de economische ontwikkeling van Noord-Brabant, de effecten op veiligheid en leefbaarheid en de effecten op natuur en milieu. Verkeers- en vervoersbeleid moet hieraan bijdragen. Er moet meer uitgevoerd worden, door alle partijen (gemeenten, provincie en Rijk). Om dit te bereiken richten GS zich primair op het verbeteren van de bereikbaarheid van de stedelijke centra en meer focus op provinciebrede, regionale of bovenlokale problemen, kansen en maatregelen. Gemeenten gaan gezamenlijk werken aan samenhangende aanpak van lokale en regionale problemen. Inhoudelijk leidt dit tot het meer en beter inzetten van vernieuwende oplossingen zoals dynamisch verkeersmanagement en het ontwikkelen van prijsbeleid. Maar ook het verknopen van fiets en OV of een betere benutting van het onderliggend wegennet kunnen effectief bijdragen aan het oplossen van mobiliteitsproblemen. De reiziger staat in het nieuwe PVVP+ centraal. Betrouwbare reistijden en een deur-tot-deurbenadering zijn daarin centrale begrippen.

Brabants MIT
In het PPVP+ zijn de essentiële onderdelen uit de Nota Mobiliteit opgenomen. Het uitgangspunt van de Nota Mobiliteit “centraal wat kan, decentraal wat moet” leidt tot ontschotting van de rijksbudgetten en daarmee tot meer beleidsvrijheid voor de provincie. Het nieuwe PVVP+ maakt hier maximaal gebruik van. Met een Brabants meerjarenprogramma voor infrastructuur en transport wil de Provincie daarop inspelen. Dit programma maakt het mogelijk om jaarlijks alle investeringen op het gebied van mobiliteit tegen elkaar af te wegen. Het omvat het huidige meerjarenprogramma infrastructuur over de provinciale wegen, de gelden voor openbaar vervoer, de rijksbijdragen voor regionale infrastructuur.

Consultatie februari-april 2005
De consultatie is erop gericht om te verifiëren of de partners (gemeenten, GGA-regio’s, ministerie van Verkeer en Waterstaat, maatschappelijk organisaties) bereid zijn om de hen toegedachte rollen, taken en verantwoordelijkheden op zich te nemen. De Consultatienota is het vertrekpunt voor het opstellen van het uiteindelijke PVVP+. Na de consultatiefase volgt een Ontwerp-PVVP voor de formele inspraak (zomer 2005), en na verwerking van de inspraak een definitief door PS vast te stellen PVVP(begin 2006).
Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan bestaat uit drie delen. Een deel ‘Kaders en Ambities’, samengevat in een kerndocument met de essentiële onderdelen die doorvertaling moeten krijgen in gemeentelijke plannen; een dynamische beleidsagenda met de concrete beleidsvoornemens (maatregelen) voor de komende vijf jaar, met een tweejaarlijkse bijstelling op basis van monitoring; deel drie is het uitvoeringsprogramma dat iedere ieder jaar bij de begroting wordt vastgesteld. Gemeenten vertalen het PVVP+ in regionale maatregelenpakketten die jaarlijks op regionaal niveau, samen met provincie, rijkswaterstaat en maatschappelijke organisaties worden opgesteld. De financiële bijdrage aan deze regionale maatregelenpakketten komt in de plaats van de subsidiëring van afzonderlijk gemeentelijke projecten zoals die de afgelopen jaren was geregeld in de ‘Stimuleringsregeling Verkeer en Vervoer’.

Op 28 januari 2005 is het PVVP+ aangeboden aan de commissie Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Persbericht provincie Noord-Brabant