De onzinfilter van ruimtelijk beleid

Foto: Ivo Ketelaar

Planning Support Systems (PSS) zijn instrumenten ter ondersteuning van ruimtelijk beleid. Uit het promotieonderzoek van Peter Pelzer blijkt onder meer dat deze PSS de creatieve vrijheid kunnen beperken en tegelijkertijd fungeren als onzinfilters. Ze hebben wel degelijk nut, aldus Pelzer, maar alleen als ze selectief worden ingezet. Hij promoveert op dinsdag 9 juni 2015 aan de Universiteit Utrecht.

Unieke ruimtelijke situaties
De ruimte om ons heen verandert continu. Een stad groeit, het klimaat heeft invloed op de natuur en transport innoveert. Het ruimtelijk beleid moet zich daar op aanpassen, en onderzoekers zijn daarom voortdurend bezig met het bepalen of en wanneer nieuw ruimtelijk beleid nodig is. In sommige gevallen gebruiken ze ter ondersteuning Planning Support Systems (PSS). Dat zijn instrumenten die, zowel soft- als hardwarematig, op basis van geografische informatie unieke ruimtelijke ontwikkelingen kunnen simuleren en voorspellen. Onderdeel van veel PSS is de digitale kaarttafel: een groot aanraakgevoelig computerscherm in de vorm van een tafel, waarop meerdere betrokkenen tegelijk aan de slag kunnen met kaarten en ruimtelijke informatie.

Gebruiker staat centraal
Toch worden PSS nog niet intensief gebruikt, schrijft Pelzer in zijn proefschrift. De tools beperken in creatieve vrijheid van bijvoorbeeld stedenbouwkundigen. “De tools bevatten computermodellen. Die werken met vooraf of ter plekke ingevoerde gegevens, waarmee de effecten van wensen van gebruikers kunnen worden doorgerekend”, vertelt hij. “Het voordeel daarvan is dat ongefundeerde ideeën kunnen worden doorgeprikt. Het nadeel is dat de mogelijkheden beperkt zijn; vage maar prikkelende ideeën of intuïtie zijn moeilijk in een computermodel te vatten.”

PSS als onzinfilter
“In ruimtelijk beleid is de nadruk de laatste jaren steeds meer te komen liggen op het proces”, vertelt Pelzer. “Het gaat er vooral om dat iedereen gehoord wordt, en dat er overeenstemming komt over de zin en onzin van ingebrachte ideeën. Het nadeel hiervan is dat dit niet per se tot inhoudelijk goede plannen leidt. Een PSS kan bijdragen aan een planproces waarin zowel inhoud als een zorgvuldige procedure centraal staat.

Pelzer besluit: “Planning Support Systems filteren een heleboel mogelijke opties weg in ruimtelijk beleid, maar eenduidige uitkomsten geven ze niet. Doordat er nog een breed scala aan mogelijkheden overblijft nadat een scenario met een PSS is geanalyseerd, kan een PSS gezien worden als een onzinfilter. We kunnen ze dus het beste selectief inzetten en vooral een faciliterende rol geven.”

Dit promotie-onderzoek maakt deel uit van het programma ‘CESAR – Climate and Environmental Change and Sustainable Accessibility of the Randstad’, een onderdeel van het NWO-programma Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Universiteit Utrecht (UU)

De onzinfilter van ruimtelijk beleid | Infrasite

De onzinfilter van ruimtelijk beleid

Foto: Ivo Ketelaar

Planning Support Systems (PSS) zijn instrumenten ter ondersteuning van ruimtelijk beleid. Uit het promotieonderzoek van Peter Pelzer blijkt onder meer dat deze PSS de creatieve vrijheid kunnen beperken en tegelijkertijd fungeren als onzinfilters. Ze hebben wel degelijk nut, aldus Pelzer, maar alleen als ze selectief worden ingezet. Hij promoveert op dinsdag 9 juni 2015 aan de Universiteit Utrecht.

Unieke ruimtelijke situaties
De ruimte om ons heen verandert continu. Een stad groeit, het klimaat heeft invloed op de natuur en transport innoveert. Het ruimtelijk beleid moet zich daar op aanpassen, en onderzoekers zijn daarom voortdurend bezig met het bepalen of en wanneer nieuw ruimtelijk beleid nodig is. In sommige gevallen gebruiken ze ter ondersteuning Planning Support Systems (PSS). Dat zijn instrumenten die, zowel soft- als hardwarematig, op basis van geografische informatie unieke ruimtelijke ontwikkelingen kunnen simuleren en voorspellen. Onderdeel van veel PSS is de digitale kaarttafel: een groot aanraakgevoelig computerscherm in de vorm van een tafel, waarop meerdere betrokkenen tegelijk aan de slag kunnen met kaarten en ruimtelijke informatie.

Gebruiker staat centraal
Toch worden PSS nog niet intensief gebruikt, schrijft Pelzer in zijn proefschrift. De tools beperken in creatieve vrijheid van bijvoorbeeld stedenbouwkundigen. “De tools bevatten computermodellen. Die werken met vooraf of ter plekke ingevoerde gegevens, waarmee de effecten van wensen van gebruikers kunnen worden doorgerekend”, vertelt hij. “Het voordeel daarvan is dat ongefundeerde ideeën kunnen worden doorgeprikt. Het nadeel is dat de mogelijkheden beperkt zijn; vage maar prikkelende ideeën of intuïtie zijn moeilijk in een computermodel te vatten.”

PSS als onzinfilter
“In ruimtelijk beleid is de nadruk de laatste jaren steeds meer te komen liggen op het proces”, vertelt Pelzer. “Het gaat er vooral om dat iedereen gehoord wordt, en dat er overeenstemming komt over de zin en onzin van ingebrachte ideeën. Het nadeel hiervan is dat dit niet per se tot inhoudelijk goede plannen leidt. Een PSS kan bijdragen aan een planproces waarin zowel inhoud als een zorgvuldige procedure centraal staat.

Pelzer besluit: “Planning Support Systems filteren een heleboel mogelijke opties weg in ruimtelijk beleid, maar eenduidige uitkomsten geven ze niet. Doordat er nog een breed scala aan mogelijkheden overblijft nadat een scenario met een PSS is geanalyseerd, kan een PSS gezien worden als een onzinfilter. We kunnen ze dus het beste selectief inzetten en vooral een faciliterende rol geven.”

Dit promotie-onderzoek maakt deel uit van het programma ‘CESAR – Climate and Environmental Change and Sustainable Accessibility of the Randstad’, een onderdeel van het NWO-programma Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Universiteit Utrecht (UU)

Een uitgave van ProMedia Group
ProMedia Group
ProMedia Group
Weena 505 B18
3013 AL Rotterdam

Tel: +31 (0)10-280-1024
redactie@infrasite.nl