Rembeproeving

Een rembeproevingsinstallatie brengt de remleiding op nominale druk, vervolgens wordt na een minuut gecontroleerd of de druk nog hoog genoeg is.

Voor nationale en internationale treinen gelden andere eisen met betrekking tot het toegestane drukverlies.

Normen

In de nieuwe Spoorwegwet en onderliggende documenten zijn geen concrete eisen meer gesteld aan het toegestane drukverlies. In het Artikel 5a van de Regeling Keuring Spoorvoertuigen wordt geëist dat de compressor ervoor dient te zorgen dat geen drukverlies in het remsysteem optreedt.

De vervallen norm van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) noemde nog een toegestane drukverlaging van 0,5 bar per minuut (zonder nieuwe luchttoevoor door een werkende compressor).

De 2001/16 – Interoperability of the trans-European conventional rail system. Technical Specification for Interoperability. Subsystem: Rolling Stock. Scope: Freight Wagons stelt als norm dat het drukverlies minder dan 0,2 bar per minuut dient te zijn, uitgaande van een begindruk van 5 bar. Ook zijn er eisen gesteld als niet alleen de remleiding als systeem wordt beschouwd, maar ook systemen worden meegenomen zoals zoals de remcylinder, hulpreservoir en bedieningsreservoir.

Zo’n norm wordt onder meer gebruikt bij rembeproevingen, maar ook om bijvoorbeeld te bepalen hoe lang een stilstaande trein op een helling kan blijven staan (bijvoorbeeld in tunnels) als de compressor niet werkt.